Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxvi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+Doen wrochten Bezeleel ende Ooliab, ende alle die mannen die wijs van herten waren, dien die HEERE wijsheyt ende verstant gegheuen hadde, om te weten, hoe dat si alderley werc maken souden totten dienst der heyliger plaetsen na alle dat die HERE gheboden hadde,

2

Ende als Moyses Bezeleel ende Ooliab geroepen hadde, ende alle die wijse mannen van herten, dien die HERE wijsheyt gegeuen hadde int herte, te weten alle die hen seluen gewillichlijck ouer gegheuen hadden, om te arbeyden aent weck,

3

soo gaf hi hen ouer, al die ghiften der kinderen van Israel, Ende als si dagelicx hen int werc onledichden, soo offerde dat volck smorgens dat si belouet hadden,

4

wt deser saken waren die wercluyden ende constenaers bedwongen te comen,

5

ende seyden tot Moysen, Dit volc brenget te vele, meer dan tot den werc des dienst van noode is,

6

Doen gheboot Moyses datmen liet roepen door een stemme des bodes, alom door den legher, Niemant noh man noch wijf en brenge meer toe, tot den wercke der heyligher plaetsen, Doen heeftmen opgehouden van te offeren gauen,

7

om dat die dingen die daer gheoffert waren ghenoech waren, ende noch schoot daer ouer.

8

Alsoo maecten alle die wijse mannen van [kolom] [afbeelding] herten, om te volbrengen dat werck des tabernakels, thien gordinen van witter ghetweernder siden, Ga naar margenoot+ geelder siden, purpur, roset root tweemael geuerwet van vremden verwe, ende conste der baerduerwerckers,

9

De lengde eender gordinen was achtentwintich cubitus, die breede vier cubitus, ende alle die gordinen waren van eender maten,

10

ende hi hechtede vijf gordinen te samen, die een aen die andere, ende die andere gordinen heeft hi desgelijcs ghehecht,

11

Ende hi maecte gheele hencselkens aenden rant van elcker gordinen,

12

daer mede die een aen die ander geuoecht soude worden,

13

daer om ooc maecte hi oock vijftich gulden ringhen, die der gardinen hencselen vestigen souden, die een aen die andere tsamen, dattet een tabernakel wert.

14

Ende hi maecte elf haren cleederen van geyten hare, om de decken dat dack des tabernakels,

15

Een haren cleet hadde in die lengde dertich cubitus, ende inder breede vier, die haren cleederen waren alle van eender maten,

16

Ga naar margenoot+ende hi voechdese haerder vijf te samen op een side, ende ses te samen op die ander side,

17

ende hi maecte vijftich hencselen aen elck haren cleedt aenden rant, daer mede dat si tsamen gehecht werden,

18

ende hi maecte vijftich metalen ringeskens daer mede dat dat dac tsamen in een soude geuoecht worden, so dat van alle den haren cleederen een decsel soude gemaect worden,

19

Ende hi maecte een decsel ouer den tabernakele van roode rams vellen, Ende daer ouer noch een decsel van goubloeme vellen.

[pagina f3r]
[p. f3r]

[afbeelding]

20

Ga naar margenoot+Ende hi maecte barderen totten Tabernakel van Vueren houte, rechtstaende

21

een yeghelijck, hadde thien cubitus in die lengde, ende de breede hielt anderhalf cubitus,

22

ende aen yeghelijcken twee voechselen aen elcke side, daer mede dat die een aen die ander gheset wert,

23

dat der seluer berderen twintich stonden Zuytwaert,

24

met veertich silueren voeten daer onder, onder elck bert twee voeten aen die twee hoecxkens daer tvoechsel der siden eynde nam,

25

Aldus ter ander siden des Tabernakels teghent Noorden maecte hi oock twintich barderen,

26

met veertich silueren voeten, onder elcke bart twee voeten,

27

Maer aen die side des Tabernakels tegent Westen dat is die ter zee waert siet, maecte hi ses barderen,

28

ende twee andere op elcken hoeck des Tabernakels achter aen,

29

dat elck bart met sinen hoeckbarde van onder op voechde, ende bouen aent hooft te samen quamen met eender schroeuen, so dede hijt aen elcken hoeck van beyde siden,

30

datter .viij. barderen te samen waren, ende sesthien silueren voeten, onder elcken barde twee voeten.

31

Ende hi maecte rijchelen van Vueren houte, Ga naar margenoot+ vijf tot den barderen opter eender siden des Tabernakels,

32

ende vijf opter ander siden, ende vijf achter aen teghent Westen teghen die zee,

33

ende hi maecte noch een andere rijchele, die aen die barderen duer wech souden comen, vanden eenen eynde totten anderen,

34

ende hi vergulde die barderen met goude, Maer haer ringhen maecte hi van goude, [kolom] ende goot haer fundamenten voeten van siluer om die hantboomen moghen in te steken, die hi oock met gouden platen ouerdecte.

[afbeelding]

35

Ende hi maecte Cherubim op dat voorhanghende cleet van gheelder siden, purpur, roset root, tweemael geuerwet, ende ghetwernder witte siden constelijck barduerwerck,

36

Ende hi maecte daer toe vier calomnen van Vueren houte, ende verguldese met haeren hoofden, ende daer toe goot hi vier silueren voeten,

37

ende hi maecte een cleet inden inganck des Tabernakels van geelder siden, van purpur roset root tweemael gheuerwet, ende ghetwernder witte siden ghestict werck verheuen,

38

ende vijf calomnen met haeren hoofden, ende vergulde haer hoofden, die hi ouerdecte met goude, ende vijf metalen voeten goot hi daer toe, die hi oock met gout ouerdecte.

§ Hoe die Arcke des ghetuyghenis den ghenaden stoel, te tafelen, den kandelaer, den outaer, trueckwerck ghemaect werden.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken