Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+MAer als nv gecomen was den achtsten dach, riep Moyses Aaron ende zijn sonen, ende die ouders van Israel, Ga naar margenoot+ ende sprac tot Aaron,

2

Neemt vander cudden een ionc calf voor die sonde, ende eenen ram tot een brantoffer beyde sonder smette, Ende offert die voor den HEERE,

3

ende totten kinderen van Israel suldi seggen, Neemt eenen bock voor dye sonde, ende een calf, ende een schaep, beyde een iaer out, ende onbesmet tot eenen brandtoffer,

4

ende eenen osse, ende eenen ram, voor die vreedsamighe, en doot die tot eenen offer, voor den HERE in yegelics heylige offerhande terwen bloemen gemengt met olie offerende, Want huyden sal v die HERE openbaren.

5

Ende si brochten al dat Moyses geboden hadde, voor die duere des tabernakels, Ende doen alle die ghemeynte daer bi stont,

6

so sprack Moyses, Dat is dat woort, het welck die HEERE gheboden heeft, ende doet alsoo, ende des HEREN glorie sal v openbaren,

7

Ende hy seyde tot Aaron, Ghaet totten altaer, ende offert voor uwe sonde, ende offert eenen brantoffer, ende bidt voor v seluen ende voor dat volck, ende als ghi ghedoot hebbet die offerande des volcs, biddet voor hen, alsoo die HERE gheboden heeft.

8

Ga naar margenoot+Ende Aaron quam totten altaer, ende sloech dat calf voor sine sonde,

9

ende sine sonen brachten hen dbloet, ende hi doopte met sinen vingher int bloet, ende raecte dye hoornen des altaers, ende goot dat bloet opten vloer, aen den altaer,

10

Maer dat vedt ende die nieren, ende dat nette vander leeuere des sondtoffers, dat ontstac hi om te roocken op den altaer, Alsoo die HEERE Moysi gheboden hadde,

11

ende dat vleesch ende dat vel verbrande hi metten viere, buyten den leghere.

12

Ga naar margenoot+Daer na doode hi den brantoffer, ende zijn sonen brachten hem dat bloet, ende hi storte dat rontsomme den altaer,

13

ende si brachten die selue offerande met dat hooft in stucken ghehouwen, ende alle die leden dye hy al metten vier opten altaer verbrande,

14

Maer eerst hadde hi dat inghewant met den voeten met watere ghewasschen,

15

Ende offeren-[kolom]de voor die sonde des volcs, doode hi eenen bock, ende als hi den altaer ghesuyuert hadde,

16

maecte hy een brantoffer,

17

doende daer toe inden heylighen offer vochtighe offerhanden, dye mede gheoffert worden, ende aenstackse om te roocken op den altaer, sonder Ga naar margenoot* die dienst des heylige offers der morgenstondt.

18

Daer na offerde hi den osse, ende den ram, die vreedtsamige offeranden des volcs, Ende sine sonen brochten hem dat bloet, dat sprengde hi opten altaer in den omghanck,

19

Maer dat vet vanden osse ende vanden ram, den steert ende tvet dat dat inghewant bedect, ende die nieren, ende dat net dat ouer die leuere is,

20

ende alsulcke vet leyden si al op dye borst, ende ontstaken dat vet opten altare,

21

maer die borst ende die rechte schouder, dye scheyde Aaron vanden anderen, heffende die op voor den HERE, Ga naar margenoot+ ghelijckerwijs Moyses beuolen hadde.

22

Ende Aaron hief zijn hant op tot den volcke, ende ghebenedidese, ende quam neder, doen veruult waren die offeranden voor die sonden, die brantofferen ende vreedtsamige offerhanden,

23

Moyses ende Aaron ginghen in den tabernakel des ghetuychnis, ende als si weder wt quamen, gebenediden si dat volc. Doen openbaerde die glorie des HEREN, Ga naar margenoot+ alle den volcke,

24

Ende siet, dat vier quam wt vanden HEERE, ende verslont opten altaer dat brantoffer ende dat vet, Doen alle dat volc dat sach, loofden si den HEERE, vallende op haer aensichten.

[afbeelding]

§ Hoe Nadab ende Abihu Aarons sonen om des vremts viers wille verslint werden.

margenoot+
A
margenoot+
Exo. xxix a

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot*
th. des morgens brantoffer

margenoot+
D

margenoot+
ij.Ma. ij.c. Het vier wt gaende van Gode verslont die offerhande


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken