Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HERE sprac tot Moysen seggende,

2

Ghebiet den kinderen van Israel, dat si v brengen suyuer ghestooten olie van oliuen, om te lichtene, dat si bouen in die lampen altijt ghedaen worde,

3

buyten voor die gardine des getuygenis, Ga naar margenoot+ inden tabernakel des ghetuychnis, Ende Aaron salse toebereyden des auonts ende smorghens voor den HERE altijt, Dat sal een eewich rechte zijn uwen nacomelinghen,

4

Hi sal die lampen opten suyueren candelaer stellen, voor den HEERE altijt.

5

Ende ghi sult bloemen vanden mele nemen, ende twaelf Ga naar margenoot* brooden) daer van backen, twee thienden sal een Ga naar margenoot* broot) hebben,

6

ende sultse leggen op die suyuere tafele, ende dat also, te wetene, ses op een gescict, voor den HEERE, Ga naar margenoot+

7

ende sult op dat selue broot legghen suyuer wieroock, dattet gedencbroot si, totten offer des HEEREN,

8

Alle sabboth sal hise voor den HEERE bereyden altijt, ende vanden kinderen van Israel ontfanghen, tot een eewich verbont,

9

Ende si sullen Aarons ende zijnder sonen zijn, Ga naar margenoot+ die sullen die eten indie heylighe stede, Want dat is zijn alderheylichste vanden offer des HEREN tot eenen eewighen rechte.

10

Ga naar margenoot+Maer siet, daer ghinc wt eens wijfs sone van Israel, dien si ghebaert hadde van eenen man van Egypten, onder die kinderen van Israel, ende wert kiuende inden legher, met eenen man van Israel,

11

ende als hi den naem Ga naar margenoot* Godts gheblasphemeert hadde, ende hem vermaledijt, ) Doen brochten si hem tot Moysen, Sijn moeder hiet Selomith, een vanden dochteren Dabri, vanden gheslachte Dan,

12

ende setten hem in die gheuanckenis, tot dat si weten souden wt den monde des HEEREN, wat hi geboot

13

Ende die HEERE sprack tot Moysen,

14

seggende, leydt hem buyten voor den leger [kolom] die daer gheuloect heeft, ende laet alle die ghene die dat ghehoort hebben, haer handen op zijn hooft legghen, ende laet alle die gemeynte hem steenen,

15

Ende segt den kinderen van Israel, Wie dat sinen Godt blasphemeert, die sal zijn sonde dragen,

16

Wie des HEREN naem Ga naar margenoot* blasphemeert, ) die sal die doot steruen, alle die ghemeynte sal hem steenen, Ghelijck die vremdelinck, soo sal oock die ingheboren zijn, die den naem des HEEREN blasphemeert, die sal die doot steruen.

17

Ga naar margenoot+So wie Ga naar margenoot* eenen mensche) dootslaet, die sal den doot steruen,

18

Wye dat eenighe beeste dootslaet, die sal betalen ziel om ziel,

19

Ende wie sinen naesten verlemt, dien salmen doen soo hi ghedaen heeft,

20

ghebroken, om gebroken, ooghe om ooghe, tant om tant, soo hy eenen mensche verlemt heeft, soo salmen hem weder doen,

21

Alsoo dat soo wie eenich beeste doot, die salse betalen met desgelijcken, wie eenen mensche dootslaet, Ga naar margenoot+ die sal die doot steruen,

22

Eenderley recht sal onder v luyden zijn, den vremdelinghen ghelijck den ingheborenen, want ick ben die HEERE v Godt.

23

Ga naar margenoot+Ende Moyses seydet den kinderen van Israel, ende si leyden hem wt voor den legher, die gheblasphemeert hadde, ende steenden hem, Alsoo deden die kinderen van Israel, so die HEERE Moysi geboden hade.

§ Vanden gulden iare, ende van die vieringhe, ende vryheyt des seuensten iaers.

margenoot+
A

margenoot+
Iosephus Drie lampen berrenden daer des daechs ende seuen des nachts

margenoot*
th. koecken
margenoot*
th. koecken

margenoot+
ยง Die toonbrooden

margenoot+
Dauid adt wt noode dese brooden.

margenoot+
B

margenoot*
th. genoemt ende gheuloect hadde.

margenoot*
the. noemt

margenoot+
C
margenoot*
th. nephes Adam, dat is des menschen ziele oft lijfs leuen.

margenoot+
Dat loot recht van Gode.

margenoot+
D

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken