Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HEERE sprac tot Moysen, segghende,

2

Doet eerst wrake voor die kinderen van Israel ouer die Madianiten, ende ghi sult daer na verghadert worden tot uwen volcke.

3

Doen sprack Moyses totten volcke, segghende, Wapent van v luyden mannen totten heyre, om te vechten, dat si den HEERE wraec doen ouer die madianiten,

4

Duysent mannen salmen wtkiesen wt elcken geslachte van Israel, diemen seynden sal ter oorlogen,

5

Ende si gauen duysent wt eenen geslachte, dat is, twaelf duysent gereet ten heyre,

6

Ende Moyses santse met Phinees Eleazar des priesters sone int heyr, ende dat heylich getuychnis, ende die trompetten Ga naar margenoot* leuerde hi hem ouer.)

7

Ga naar margenoot+Ende doen si vochten tegen die Madianiten, ende die verwonnen, sloegen si doot alle mans persoonen,

8

ende ooc die coningen der Madianiten, te weten, Eui, Rekem Ga naar margenoot* Sur) Hur, ende Reba, die vijf coningen [kolom] der Madianiten. Balaam Beors sone, dooden si ooc metten swaerde.

9

Ende die kinderen van Israel namen geuangen der Madianiten wiuen, ende haer kinderen, ende alle haer vee, alle haer haue, ende si roofden al haer goeden

10

ende verbranden metten viere alle haer steden, haer wooningen, ende al de borchten,

11

ende namen alle roof, ende al watmen genemen conde, van menschen ende vee,

12

ende brachtent tot Moysen, en tot Eleazar den priester, ende totter gemeynten der kinderen van Israel, te weten, die geuangen ende dat genomen vee, ende dat ander gerooft goet, datmen besigen mochte, brochten si inden leger op der Moabiten velt, dat aen die Iordane leyt tegen Iericho.

13

Ga naar margenoot+Ende Moyses ende die priester Eleazar, ende alle die hooftluyden der gemeynten gingen hen te gemoet buyten voor den leger.

14

Ende Moyses wert toornich op die officiers der scharen, die welcke hooftluyden ouer duysent, ende ouer hondert waren, die daer wt den heyr ende strijde quamen,

15

ende sprac tot hen luyden, waerom hebdi die vrouwen laten leuen?

16

En zijn si dit niet die bedrogen hebben die kinderen van Israel, door dat ingeuen van Balaam, ende hebben v doen ouertreden tegen den HERE van die sonde Phogor, waerom dattet volc metter plagen geslagen is geweest?

17

Daer om slaget al doot watter manlic is, ooc vanden kinderen, ende alle vrouwen die mans bekent hebben, ende bi gelegen hebben,

18

Maer al die meyskens ende vroukens dat noch maechdekens zijn, suldi tot uwen profite te lijf behouden,

19

Ende blijft seuen dagen buyten den leger, alle die yemanden ghedoot hebben, oft die die verslagen geraect hebben, dat ghi v suyuert inden derden ende seuenden daghe, met dat ghene dat ghi geuangen hebt.

20

Ende al de cleederen ende alle ghereetscappe van vellen, ende alle pelswerc ende alle houte vaten suldi suyueren.

21

Ga naar margenoot+Ende Eleazar die priester sprac totten hooftluyden die in den strijt getrocken waren. Dit is dat gebot des wets, dwelc die HEERE gheboden heeft,

22

Gout, siluer, metael yser, ten, ende loot, al dat vier geliden mach suldi door dat vier laten gaen, Ga naar margenoot* ende het sal metten vier gesuyuert worden)

23

Maer al tgene dattet vier niet gheliden en can, suldy door der suyuernissen water laten gaen,

24

ende ghy sult v cleederen wasschen ten seuensten daghe, ende als ghi gesuyuert zijt, daer na suldi inden legher comen.

25

Ende die HEERE sprack tot Moysen,

26

Neemt die somme des roofs vanden geuangenen, beyde van menscen ende vee, ghi ende

[pagina k5r]
[p. k5r]

die priester Eleazar met den ouersten vander ghemeynten,

27

ende gheeft die helft den ghenen die inden crijch ende int heyr geweest hebben ende dander helft der gemeynten,

28

Ende ghi sult den HEERE een deel afscheyden vanden genen die gestreden hebben, ende die int heyr ghetrocken zijn, vanden .ccccc. een ziele beyde van menschen, runderen, ezelen ende schapen,

29

van haerder helft suldijt nemen, ende den priestere Eleazar geuen Ga naar margenoot* want die eerstelingen zijn) des HEREN,

30

Ende vander helft der kinderen van Israel suldi nemen dat vijftichste Ga naar margenoot* hooft) beyde van menschen, runderen, ezelen ende schapen, ende van alle vee, ende geuent den Leuiten, die de wake houden vanden tabernakel des HEREN.

31

Ende Moyses ende Eleasar die priester deden so die HEERE geboden had,

32

Ende den ouerbleuenden buet, Ga naar margenoot+ dien dat heyr gerooft hadde, was sesmael hondert duysent ende .lxxv. duysent schapen

33

.lxxij. duisent runderen

34

.lxi. duisent ezelen,

35

Ende die wijfs personen die gheen mans bekent en hadden, noch bi gelegen en hadden xxxij. duysent zielen.

36

Ende die helft is gegeuen den ghenen die int heyr getrocken waren, inden ghetale .ccc. mael ende .xxxvij. duysent ende .ccccc. schapen,

37

Daer af quamen den HERE ende werden getelt tot sinen deele, ses hondert ende .lxxv. schapen,

38

Ende van ses ende dertich duysent runderen, daer af quamen den HERE .lxxij.

39

Ende van .xxx. duysent ende vijf hondert ezelen, daer af quammer den HERE .lxi.

40

Item vander menschen sielen .xvi. duysent sielen, daer af quamender den HERE .xxxij.

41

Ende Moyses gaf Ga naar margenoot* tgetal ouer van deerstelingen des HEEREN den priestere Eleasar, so hem beuolen was vander helft der kinderen van Israel die hi afgedeelt hadde voor die gene die in den strijt geweest waren)

42

Maer van dander helft die Moyses den kinderen van Israel toedeylde, vanden crijsluyden ende die der gemeynten geuiel,

43

was ooc .ccc. mael ende .xxxvij. duysent ende .ccccc. scapen,

44

Ga naar margenoot+Sessendertichduysent runderen

45

.xxx. duysent ende .ccccc. ezelen,

46

ende .xvi. duysent menschen zielen,

47

Ende Moyses nam van deser helft der kinderen van Israel, oock dat vijftichste Ga naar margenoot* hooft) beyde van menschen ende van vee, ende ghaft den Leuiten die de wake hielden vanden Tabernakel des HEEREN alsoo die HEERE geboden hadde.

48

Ende doen die hooftluyden des heyrs volcx ghecomen waren tot Moysen, te weten, die ouer duysent ende ouer hondert waren, soo seyden si,

49

Vwe knechten hebben wederom ouertelt die somme der strijtbaer mannen die onder onse handen gheweest zijn, ende [kolom] daer en ghebreect niet een,

50

daer om brengen wi den HEERE ghiften, Ga naar margenoot+ al wat een yeghelijck vonden heeft inden buet van ghouden gereeschappe die hangende ketenen, armringen, ringen, oorspansels, ende halsbanden, op dat ghi den HEERE voor ons soude bidden.

51

Ende Moyses ontfinc van hen luyden metten priester Eleazar dat gout van alderley iuweelen

52

Ga naar margenoot* in menigherhande ghesteltenisse, naer den ghewichte des tabernakels ende heylighe plaetse) sesthien duysent, ende seuenhondert ende vijftich sikels vanden hooftluyden die ouer duysent, ende die ouer hondert waren,

53

want wat een yeghelijck gerooft hadde tot eenen buet, dat was sine,

54

Ga naar margenoot* ende als zijt ontfangen hadde, droegen zijt) inden tabernakel des ghetuychnis tot een ghedachtenisse, den kinderen van Israel voor den HEERE.

§ Hoe dat lot der erffenissen ouer die Iordane, den tween gheslachten Ruben ende Gad, ende den haluen geslachte Manasse ghegheuen wert.

margenoot+
A

margenoot*
the. in zijn hant

margenoot+
B

margenoot*
th. Zur

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot*
th. ende suyueren, dat metten sprencwater ghesuyuert worde

margenoot*
theb. tot eenen hefoffer

margenoot*
theb. stuck goets

margenoot+
E

margenoot*
theb. desen hefoffer des HEEREN Eleazar, so hem die HEERE gheboden hadde

margenoot+
F

margenoot*
theb. stuck

margenoot+
G

margenoot*
th. Ende alle dat gout des hefoffers, dat si den HEERE hieuen was

margenoot*
h. Ende Moses ende Eleasar namen dat goudt vanden hooftluyden die door .c. ende m. waren ende droeghent

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken