Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt zijn die Ga naar margenoot* gheboden, ende zeden, ende rechten) die de HERE v God geboden heeft, die ic v leeren soude, dat ghise doen sout in dat lant daer ghi henen trect, om dat te besitten,

2

Dat ghi den HERE uwen God vreest ende hout alle zijn zeden, ende geboden, die ic v ghebiede, ghi ende uwe kinderen, ende ws kints kinderen, al uwe leefdage, op dat ghi lange leuen moecht,

3

Israel ghi sult hooren ende houden dat ghijt doet, dat v wel gheschiede, ende dat ghi zeer vermenichfuldicht wort, so de HEERE uwer vaderen God v gelouet heeft, een lant daer melck ende honich in vloeyt.

4

Ga naar margenoot+Hoort Israel, Die HEERE onse God is een eenich God,

5

ende ghi sult den HERE uwen God liefhebben, Ga naar margenoot+ wt geheelder herten, wt gheheelder zielen, naer alle uwer cracht,

6

Ende dese woorden die ic v huyden gebiede suldy ter herten nemen,

7

ende ghi sultse uwen kinderen vertellen, ende daer af spreken, ende ouerdencken, als ghi in huys sidt, oft opten wege gaet, als ghi slapen gaet, oft als ghi opstaet,

8

ende ghi sultse vinden tot een teeken op v hant, ende sullen v een gedencteeken zijn voor uwen oogen,

9

ende ghi sultse op die posten van uwen huyse scriuen, [kolom] ende aen die dueren.

10

Ende als die HERE uwe God v in dit lant gebrocht sal hebben, dat hi gesworen heeft, uwen vaderen Abraham, Ysaac, ende Iacob, ende als hi v sal ghegheuen hebben groote ende goede steden, die ghi niet getimmert en hebt,

11

ende huysen vol van allen rijcdommen, die ghi niet gheuult en hebt, ende fonteynen die ghi niet ghegrauen en hebt ende wijngaerden ende olijfgaerden, die ghi niet geplant en hebt,

12

ende dat ghi eet ende sadt wort

13

Ga naar margenoot+So wacht v naerstelick, dat ghi niet en vergeet des HEEREN, die v wt Egipten lant wt den dienstachtigen huyse gheleyt heeft, Maer ghi sult den HERE uwen God vreesen, ende hem alleen dienen, Ende bi sinen naem sweren,

14

Ende ghi en sult gheen ander goden na volgen, der heydenen die om v zijn,

15

Want die HEERE v Godt, is een sterck ialours God, inden midden van v, dat den tooren des HEEREN ws Gods, op v niet en vergramme, ende neme v vanden bouenste der aerden.

16

Ghi en sult den HEERE uwen God niet tempteren, Ga naar margenoot+ ghelijc ghi hem tempteerdet in de plaetse der temptatien te Massa,

17

Maer ghi sult die geboden des HEEREN ws Gods houden, ende zijn ghetuygenissen, ende zijn zeden die hi geboden heeft,

18

ende doet, dat recht ende goet is, voor den ooghen des HEREN, op dat v wel geschieden mach, ende incomende besitten dat goede lant, dat die HERE gesworen heeft uwen vaderen,

19

dat hi alle v vianden veriaghen soude, voor v, so die HERE gesproken heeft.

20

Als v kint huyden oft morgen vragen sal, ende seggen, Ga naar margenoot+ Wat willen dese ghetuygenissen, zeden, ende rechten, die ons de HERE onse God geboden heeft?

21

Dan suldy uwen sonen seggen, Wi waren Pharaos knechten in Egipten, ende die HERE leyde ons wt Egipten, met een machtighe hant,

22

Ende die HEERE dede groote ende quade teekenen, ende wonder ouer Egipten, ende Pharaoni, ende alle sinen huyse voor onse ooghen,

23

ende hi leyde ons van daer, om dat hi ons leyden soude, ende ons dat lant geuen, dat hi onsen vaderen gesworen heeft,

24

ende die HERE heeft ons geboden dat wi naer alle dese zeden doen souden, ende dat wi den HERE onsen God vreesen souden, om dat ons wel geschieden soude, alle onse leuen lanc, gelijct huyden schijnt,

25

ende die HERE onse God sal ons ghenadich wesen, behouden wi, ende doen wi alle dese gheboden soo hi ons gheboden heeft.

§ Hoe dat volck gheen verbont en mocht maken metten heydenen ende die afgoden te verworpen Ende die gebenedijnghe ouer die houders des wets: ende die vermaledijnge ouer die verachters des wets.

margenoot+
A
margenoot*
thebr. Mitzuah, ende Hukim ende Mispath. § mitzuah dat is, een ghebot. § Huka, dat is, die maniere ende zede der heyligher dinghen. Mispat dat is, dat recht ende wet.

margenoot+
B

margenoot+
Mt. xxij.d Mar. xij.c Luce. x.c.

margenoot+
C

margenoot+
mat. iiij.b. Luce. iiij.b

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken