Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxx. Capittel

1

Ga naar margenoot+UVanneer dit al op v coemt, het si die gebenedijnghe ofte die vermaledijnghe die ic v voor geleet hebbe, ende als ghi in uwer herten gaet waer dat ghi zijt onder die heydenen, daer v dye HEERE v Godt henen verstooten heeft,

2

ende bekeerdi v totten HEERE uwen God, zijnder stemmen gehoorsaem zijnde, ghi ende uwe kinderen van gantser herten, ende van gantzer sielen, in al dat ic v huyden ge-[kolom]biede,

3

so sal die HEERE v God uwe geuangenisse keeren, ende uwer ontfermen, ende hy sal uwe vergaderinge weder brengen wt allen volcken, daer die HEERE v God v henen verstroeyt heeft

4

Al waerdi aen des hemels eynde verstooten, soo sal toch die HEERE v God v van daer vergaderen, ende halen v van daer,

5

ende hy sal v laten comen in dat lant, dat uwe vaderen beseten hebben, ende ghi sullet besitten, ende hi sal v wel doen, ende vermenichfuldigen bouen uwe vaderen,

6

Ende die HEERE v God sal v hert besniden, ende ws zaets herte, Ga naar margenoot+ op dat ghi de HEERE uwen God moecht lief hebben van gantzer herten, ende van gantser zielen, op dat ghi leuen moecht

7

Maer alle die vermaledijngen sal die HERE uwe God op uwe vianden legghen, ende op die ghene die v haten ende veruolghen

8

Ende ghi sult v bekeeren ende hooren die stemme ws HEREN, doende alle zijn geboden, die ic v huyden ghebiede,

9

Ende die HERE v God sal v laten oueruloedich wesen in alle die wercken van uwen handen, aen die vrucht ws lichaems, aen ws vees vruchten, aen ws lants vruchten, totten goede, Want die HEERE sal weder keeren tot v, dat hi hem verblije vanden goede, Also hi hem verhuecht heeft van uwen vaderen,

10

om dat ghi die stemme des HEEREN ws Gods gehoort hebt, houdende zijn gheboden ende zeden, die ghescreuen staen in dat boeck van deser wet, ist dat ghi v keert totten HEERE uwen God wt gantser herten ende van gantser zielen.

11

Ga naar margenoot+Want dat ghebot, dat ick v huyden ghebiede, en is v niet te wonderlijc, noch te verre,

12

noch inden hemel, dat ghy segghen moghet, wie sal ons inden hemel varen, ende halent ons, dat wijt hooren mogen ende doen?

13

Het en is ooc niet ouer ghene side vander zee, dat ghi seggen moecht, wie sal ons ouer die zee varen, ende halent ons, dat wijt hooren, ende doen?

14

Want dat woort is na bi v in uwen mont, ende in uwer herten, op dat ghi dat doen moghet.

15

Siet, ic hebbe huyden voor v geleet dat leuen ende goet, ende daer tegen die doot ende dat quade,

16

Ga naar margenoot+dwelc ic v huyden gebiede, op dat ghy den HERE uwen God lief hebbet, ende wandelt in zijn weghen, ende zijn geboden ende zeden ende rechten hout, ende leuen moecht, ende vermenichtfuldicht worden, ende dat die HEERE v God v ghebenedije, inden lande daer ghi in trect, om dat te besitten.

17

Maer ist dat ghi v herte keert, ende en hooret niet, maer valdi af dienende ander goden,

[pagina m6v]
[p. m6v]

ende aenbidtse,

18

so vercondighe ic v huyden, dat ghi vergaen sult, ende ghi en sult niet lange bliuen in dat lant, daer ghi henen trect ouer den Iordaen, om dat betesitten.

19

Ic neme huyden hemel ende aerde ouer v, tot getuygen, Dat ic hebbe v dat leuen ende die doot, gebenedijnge ende vermaledijnghe voor gheleet, Daer om kieset leuen, op dat ghi leuen moecht,

20

dat ghi den HERE uwen God lief hebt, ende zijn stemme hoort ende hem aen hanghet, Want dat is uwe leuen, ende uwe langhe ouderdom, dat ghi inden lande woonen moecht, dat die HEERE uwen vaderen Abrahem, Isaac, ende Iacob ghesworen heuet hen te gheuen.

§ Iosue wert hier in Moyses plaetse ouer dat volc ghestelt, Ende dat boec der tweeder wet wort gescreuen, ende in die arcke gheleyt

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken