Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvij. Capittel.

[pagina o1r]
[p. o1r]

1

Ga naar margenoot+ENde dat lodt viel den stam Manasse, Want die is Iosephs eerste sone, ende viel op Machir, den eersten sone Manasse, den vader Ga naar margenoot* Galaad) want hi was een strijtbaer man, daerom gewert hem Ga naar margenoot* Galaad) ende Basan, Ga naar margenoot+

2

Maer den anderen kinderen Manasse onder haeren maechschappen, vielt ooc te wetene, den kinderen Abieser, den kinderen Helec, den kinderen Asriel, den kinderen Ga naar margenoot* Sichem, den kinderen) Hepher, ende den kinderen Semida, Dat zijn die kinderen Manasse, des soons Ioseph, mans persoonen onder haeren maechschappen.

3

Maer Ga naar margenoot* Zalphaad) die sone Hepher, des zoons Ga naar margenoot* Galaad) des soons Machir, des soons Manasse, en hadde gheen sonen, maer dochteren, Ga naar margenoot+ Ende haer namen zijn dese, Mahala, Noa, Egla, Melcha, Tersa,

4

ende ghinghen voor den priester Eleazar, ende voor Iosue, den sone Nun, ende voor dye ouersten, ende spraken, Dye HERE heeft Moysi geboden, dat hy ons een erfdeel soude gheuen onder onsen broederen, Ende men ghaf hen een erfdeel onder den broederen haers vaders, na dat beueel des HEREN.

5

Op Manasse vielen thien snoeren behaluen dat landt Ga naar margenoot* Galaad) ende Basan, dat op ghene side der Iordanen leyt,

6

Want die dochteren Manasse namen een erfdeel onder sine sonen, ende dat lant Ga naar margenoot* Galaad) ghewert den anderen kinderen Manasse.

7

Ende den pale Manasse was van Aser aen tot Machmathath, die voor Sychem leydt, ende strect totter rechter siden, aen die die aen de fonteyn Tapua woonen,

8

Want dat lant Thapuah wert Manasse, ende is den pael Manasse aen die kinderen Ephraim,

9

daer na daelt hy af tot Ga naar margenoot* die palen des dals daer die rieten wassen,) Ga naar margenoot+ teghen tzuyden, totten beke steden, dye Ephraims zijn, onder den steden Manasse, Maer vant noorden is die pale Manasse aen die beke, ende gaet wt aen die zee,

10

Ephraim teghen tzuyden, ende den Manasse teghent noorden, Ende die zee is sinen pale, Ende comen te samen aen Aser van dat noorden, ende aen Isachar vant oosten.

11

Dus hadde nv Manasse onder Isachar, ende Aser Bethsean ende haer dorpstraten, Iebleam, met sinen dorpstraten, ende dye van Dor, met haeren dorpstraten, Ende die tot Endor ende haer straetkens, ende die tot Taanach, ende haere dorpstraten, ende dye tot Mageddo, ende haere dorpstraten, ende dat derdendeel Naphet,

12

Ende dye kinderen Manasse en consten dese steden nyet neder [kolom] gheworpen, maer die Cananiten begonsten te woonen inden seluen lande,

13

Maer doen die kinderen van Israel machtich werden, maecten si die Cananiten tzijnsbaer, ende en verdreuense niet.

14

Doen spraken dye kinderen Iosephs tot Iosue, segghende. Waer omme en hebdi mi maer een lot ende snoer des erfdeels gegheuen, ende ick ben doch een groot volck, soo my die HEERE soo verde ghebenedijt heuet?

15

Doen sprack Iosue tot hen luyden, Sijt ghy een groot volc, so ghaet dan opwaerts in dat bosch, ende houdt af v seluen aldaer ruymte, inden landen der Pheresiten, ende Raphaim, want v dat geberchte Ephraim te enghe is.

16

Ga naar margenoot+Doen antwoorden die kinderen Iosephs, Dat gheberchte en sullen wi nyet moghen opclimmen, want daer zijn ysere waghens, bi al die Cananiten de int Ga naar margenoot* veltachtich lant) woonen, daer in geleghen zijn Bethsan met sinen dorpstraten, ende Iezrael Ga naar margenoot* besidt dat dal int midden,)

17

Iosue sprack totten huysen Iosephs tot Ephraim ende Manasse, Ghy zijt een groot volc, ende want ghi een groot volck zijt, so en moechdi niet een lodt hebben

18

maer dat gheberchte sal uwe zijn, daer dye bosschagie is, dat maect v bequame, soo sal dat ws lots wtganc zijn, als ghi die Cananiten verdriuet, die ysere wagens hebben, ende machtich zijn, Ga naar margenoot* soo ghy segghet)

§ Hoe dat wt elcken geslachte drie mannen gecoren werden, om dandere lant te beschriuen, om dat wt te deylen den anderen seuen gheslachten.

margenoot+
A
margenoot*
th. Gilead
margenoot*
th. Gilead
margenoot+
Nv. xxv.a.

margenoot*
th. Sechem.

margenoot*
theb. Zelaphehad.
margenoot*
the. gilead.
margenoot+
B

margenoot*
the. gilead.

margenoot*
the. gilead.

margenoot*
the. Nahalkana
margenoot+
C

margenoot+
D
margenoot*
th. dat lant Emek
margenoot*
th. in Emek

margenoot*
ten is nyet int heb.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken