Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xix. Capittel

1

Ga naar margenoot+DAer na viel dander lot des geslachts der kinderen Simeon, na haeren gheslachten,

2

ende haer erfdeel was onder dat erfdeele der kinderen Iuda, ende wert hen tot eenen erfdeele Ber Sabee, Seba, Molada,

3

Hazar, Sual, Bala, Azem,

4

Eltholad, Bethul, Harma,

5

Sickelech, Betha, Marcaboth, Hazar, Sua,

6

Beth Lebaboth, Saruhen, dat zijn derthien steden ende haer dorpen,

7

Ain, Remmon, Ether, Azan, dat zijn vier steden ende haer dorpen,

8

Daer toe alle dye dorpen die rontsomme dese steden ligghen tot Baalath, Beer, Ramath, teghen dat zuyden, Dat is dat erfdeel des gheslachts der kinderen Simeon in haeren geslachte,

9

Want der kinderen Simeon erfdeel, is onder dat snoer der kinderen Iuda, Om dat dat erfdeel der kinderen Iuda hen te groot was, daeromme erfden dye kinderen Simeon onder haeren erfdeele.

10

Dat derde lot viel op die kinderen Sabulon, nae haeren gheslachte, ende dye pale haers erfdeels was by tot Sarid,

11

ende gaet op vander zee, totten westenwaert, tot Ga naar margenoot* Medcala) ende stootet aen Dabaseth, ende stootet aen die beke die tegen Iekmeam vloeyt,

[pagina o2r]
[p. o2r]

12

ende keert hem van Sarid, teghen der sonnen opghanck, tot aen dye palen, Cisloth, Thabor, ende coemt wt tot Dabereth, ende reyct opwaerts tot Iaphia,

13

ende van daer ghaet hy teghent oosten, door Githa, Hepher, Itha, Cazin, ende coemt wt tot Rimon Hamthoar, Ha Nea,

14

ende crommet hem omme vant noorden tot Nathon, ende sinen wtghanc is in dat dal Iephtahel,

15

Kathat, Nahalal, Simron, Iedeala, ende Bethlehem, dat zijn twaelf steden ende haer dorpen,

16

Dat is dat erfdeele der kinderen Sabulon, in haeren gheslachten, Dat zijn haer steden ende dorpen.

17

Ga naar margenoot+Dat vierde lodt viel op die kinderen Isachar nae haeren gheslachten,

18

Ende haeren pale was Ga naar margenoot* Iesrahel,) Chasalloth, Sunem,

19

Ga naar margenoot* Ephraim) Sion, Anaharath,

20

Raabith, Kiseon, Abez,

21

Remeth, En Gannim, En hada, Beth Phares,

22

ende zijn palen comen aen Thabor, Sahazima, Beth Semes, ende sinen wtghanck was aen die Iordane, sestien steden, ende haer dorpen,

23

Dat is dat erfdeel des stams der kinderen van sachar, in haeren gheslachten, steden ende dorpen.

24

Ga naar margenoot+Dat vijfste lodt viel opten stam der kinderen Aser, na haeren geslachten,

25

ende haeren pale was Helkath, Hali, Beten, Achsaph,

26

Hala Melech, Amead, Miseal, ende stootet aen Carmele, aen dye zee, ende aen Sihor, Labnath,

27

ende keert hem teghen dat oosten, tot Bethdagon, ende stootet aen Sabulon, ende aen dat dal Iephtah Eel, aen dat noorden, Beth Emek, Negiel, ende coemt wt tot Cabul ter slincker hant,

28

ende Ga naar margenoot* Atrian,) Kehob Hamon, Kana, tot aen groot Sidon,

29

ende keert hem tot Rama, totter vaster stadt, Ga naar margenoot* Tyrus) toe, ende keert hen tot Hosa, ende ghaet wt aen die zee na dat snoer tot Achsib

30

Vma, Aphek, Rehob, tweentwintich steden ende haer dorpen,

31

Dat is dat erfdeel des stams der kinderen Aser, in haeren geslachten, steden, ende dorpen.

32

Ga naar margenoot+Dat seste lodt viel op die kinderen Nephtalim

33

in haren geslachten, Ende haere palen waren van Heleph, Elon, door Zaananim, Adami, dwelck is, NeKeb, Iabne El, tot Lakum toe, ende ghaet wt aen die Iordane,

34

ende keert hem totten westen, tot Asnoth Thabor, ende coemt van daer wt tot Hukok ende stootet aen Sabulon, teghen tzuyden, ende aen Aser teghen twesten, ende aen Iuda aen die Iordane, teghent oosten,

35

ende heeft vaste steden, Zidim, Ser, Hamath, Rakath, Cinnareth,

36

Adama, Rama, Hazor,

37

Kedes, [kolom] Edrai, En, Hazor,

38

Iereon, Magdalum, Elharem, Beth Amath, Beth Sames, negenthien steden, ende haere dorpen,

39

Dat is dat erfdeel des stams der kinderen Nephthalim in haeren gheslachten, steden ende dorpen

40

Dat seuende lodt viel opten stam der kinderen Dan, na haeren gheslachten,

41

Ende dye palen haers erfdeels waren, Saraa, Esthaol, Irsames Ga naar margenoot* dat is der sonnen stadt)

42

Saalabin, Aialon, Iethla,

43

Elon, Thimnatha, Ekeron,

44

Eltheke, Gibethon, Baalath

45

Iehud, Benebarak, Gath, Rimon,

46

Me, Iarkon, Rakon, metten palen neffens Iapho,

47

ende daer eyndt den pael der kinderen Dan, Ende die kinderen Dan trocken opwaerts, ende streden op Lesem, ende wonnent, ende sloeghense metter scharpten des swaerts, ende namense inne, ende woonden daer inne, ende noemdense, Dan nae haers vaders name,

48

Dat is dat erfdeel des stams der kinderen Dan, in haeren gheslachten, steden, ende dorpen.

49

Ende doen si dat landt altemael wt ghedeelt hadden met sinen palen, soo gauen die kinderen van Israhel Iosue den sone Nun een erfdeel onder hen,

50

ende ghauen hem na den beuele der HEEREN, die stadt die hi eyschte, te wetene, Thimnath, Sera, opt geberchte Ephraim, Doen timmerde hy dye stadt, ende woonde daer inne.

51

Dat zijn die erfdeelen die Eleazar die priester, ende Iosue die sone Nun ende die ouersten des vaders, onder den geslachten door tlot den kinderen van Israel wt deelen tot Silo, voor den HERE, voor die duere des tabernakels des ghetuygenis, ende voleynden alsoo dat wtdeelen des lants.

§ Hoe godt die steden der toeulucht Iosue beual aen die kinderen van Israel wt kiesen, Ende van die doot des ouersten priesters.

margenoot+
A

margenoot*
th. Marcala.

margenoot+
B

margenoot*
the. Iesraela.

margenoot*
th. Haphraim

margenoot+
C

margenoot*
th. Ebron.

margenoot*
th. Zor

margenoot+
D

margenoot*
ten is nyet int heb


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken