Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt zijn die kinderen van Israel, Ruben Simeon, Ga naar margenoot+ Leui, Iuda, Isachar, Sabulon,

2

Dan, Ioseph, BenIamin, Nephthalim Gad, Aser.

3

Die kinderen van Iuda zijn Her ende Onan,

[pagina z4r]
[p. z4r]

Sela, Die drie werden hem gheboren van Sua dochtere die Cananitinne. Her Iuda eerste gheborene sone, was quaet voor den HEERE, daeromme doode hi hem.

4

Thamar zijns soons wijf baerde hem Phares ende Zare, alsoo dat alle Iuda kinderen viue waren.

5

Pharez kinderen zijn Hezron ende Chamul

6

Zare kinderen zijn Zamri, Ethan, Heman, Chalcol, Ga naar margenoot+ Dara, dier oock alle is viue.

7

Charim kinderen zijn, Ga naar margenoot+ Achar die welcke Israel verstoorde, ende sondichde in die diefte des verbannens.

8

Ethans kinderen Azarias

9

Hezron kinderen die hem geboren zijn, Ierameel, Ram, Calubai, Ga naar margenoot* die selue is Caleb)

10

Ram wan AmmiNadab. AmmiNadab wan Nasson, den prince der kinderen Iuda.

11

Naason wan Salmon. Salmon wan Boos.

12

Boos wan Obed. Obed wan Isai.

13

Isai wan sinen eersten sone Eliab, AmiNadab den anderen, Sammaa den derden,

14

Nathanael den vierden, Raddai den vijfsten,

15

Ozem den sesten, Dauid den seuensten,

16

Ende haer susteren waren Saruia ende Abihaal. Saruia kinderen zijn, Abisai, Ioab, Azeel, die drie.

17

Ga naar margenoot+Abigail baerde Amasa, Amasa vader was Iether een Ismaelijt.

18

Chaleb Hezron sone nam Asuba tot een wijf, ende Ga naar margenoot* wan Ieroth,) Ende dit zijn der seluer kinderen, Iasar, Sobab, ende Ardon.

19

Maer doen Asuba sterf, nam Caleb, Ephrat, die baerde hem Hur.

20

Hur baerde Vri. Vri baerde Bezeleel.

21

Daer na besliep Hezron Machir dochter Galaads vader, Ende hi namse doen hi tsestich iaer out was, ende si baerde hem Sehub.

22

Sehub bracht voor Iair, ende hi hadde drientwintich steden, inden lande van Galaad,

23

Ende hi nam Gessur ende Aram, die stedekens Iair, daer toe Cenath met haere dochteren, tsestich steden, dat zijn alle Machir kinderen, Galaads vader,

24

Na dat Hezron ghestoruen was Ga naar margenoot* is Caleph ingegaentot Ephrata, Ende Hezron hadde een) huysrouwe Abia die hem baerde Assur Thecue vader.

25

Ga naar margenoot+Ierahmeel Hezron eerste sone zijn kinderen geboren, zijn eerste geboren Ram, Buna, Aran, ende Ozem, ende Ahia.

26

Ende Ierachmeel hadde noch een ander wijf, die hiet, Atara, die was Onam moeder,

27

Maer die kinderen Ram Ierameel eerstegheboren sone zijn, Maas, Iamin, ende Ga naar margenoot* Achar.)

28

Onam hadde kinderen, Samai, ende Iadan Samai kinderen zijn, Nadab ende Abisur.

29

Abisur wijf hiet Abihail, die baerde Achaban ende molid.

30

Nadab kinderen zijn Saled [kolom] ende Appaim. Ende Saled sterf sonder kinderen.

31

Maer Apaim sone was Iezi. Die selue Iezi wan Sesan. Maer Sesan wan Oholi.

32

Die kinderen Iada des broeders Samai, zijn Iether ende Ionathan. Maer Iether sterf sonder kenderen.

33

Maer Ionathan bracht voort Phaleth, ende Sisa. Dat zijn Ierahmeel kinderen.

34

Sezan en had gheen sonen maer dochteren, ende eenen Egiptschen knecht, die hiet Ieraha,

35

ende Sesan ghaf hem zijn dochtere tot eenen wiue, die baerde hem Athai.

36

Athai wan Nathan. Nathan wan Sabad.

37

Sabad wan Opheal. Opheal wan Obed.

38

Obed wan Iehu. Iehu wan Asariam.

39

Asarias wan Halez. Halez wan Elleasa.

40

Elleasa wan Sissemai. Sissemai wan Sellum.

41

Sellum wan Iekamiam. Iekamias wan Elisama.

42

Ga naar margenoot+Chalebs kinderen Ierahmeel broeders zijn, Mesa zijn eerste sone, die is Siph vader, ende der kinderen Moresa, des vaders Hebron.

43

Hebron kinderen zijn, Core, Thaphua, Rekem, ende Samma.

44

Samma wan Raham, Ieracham vader. Rekem wan Samaiz.

45

Samai sone hiet Maon. Ende Maon was Gethzur vader.

46

Epha Calebs bislapersse baerde Haran, Mosa, ende Gases. Haran wan Gases.

47

Iahdai kinderen zijn, Regom, Ioatham, Gesem Phaleth, Epha, ende Saaph.

48

Maer Maacha Chalebs bislapersse baerde Saber ende Tharhana,

49

Maer Saaph baerde ooc Madmana vadere, ende Swa Machbena vadere, ende Gabaam vader. Maer Chaleb dochter was Achsa.

50

Chalebs kinderen zijn dit, Vr sone die eerste sone van Ephrata, Sobal Kariath Iarim vader,

51

Salma Bethleem vader, Harich Bethgader vader.

52

Ende Sobals des vaders Cariath Iarim hadde kinderen, Ga naar margenoot* die saghen die helft der rusten,)

53

van die maesschapen te KiriathIarim waren die Iethriten, Ga naar margenoot+ Puthiten, Semathiten ende Masreaiten. Van desen zijn oock ghecomen die Zarathiten ende Esthaoliten.

54

Salma kinderen Bethleems Ga naar margenoot* vader,) ende die Netophathiten, die croone des huys Ioabs, ende die helft der Ga naar margenoot* rusten) van Sara.

55

Ende dat maesschap der schriuers, die te Iabes woonden, Ga naar margenoot* Singhende ende gheluyt makende, ende in die tabernaculen woonende) Dit zijn die Cyniten comende van Ga naar margenoot* die hitte) des vaders, vanden huyse Rechab.

§ Van Dauid ende vanden coninghen van Iuda, ende ten eersten van den ghenen die Dauid in Hebron geboren zijn ten tweeden die hem in Ierusalem gheboren zijn, Ende van Roboam Salomons sone, ende van alle die coningen van

[pagina z4v]
[p. z4v]

Israel.

margenoot+
A
margenoot+
Genesis. xxix. ge. xxxviij. Iosue. vij.

margenoot+
B

margenoot+
i.Reg. xvi.

margenoot*
ten is niet int hebree.

margenoot+
C

margenoot*
th. ende Ieriioth.

margenoot*
the. in Galeb Ephrata, liet Ezron zijn

margenoot+
D

margenoot*
theb. Eker

margenoot+
F

margenoot*
theb. halue maeschap. manuhoth

margenoot+
G

margenoot*
ten is niet int hebree.
margenoot*
th. Manathiten

margenoot*
the. zijn die Thereathiten Semeathiten, Suchatiten.
margenoot*
thebr. Hamath

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken