Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+MAer dyt was die deylinge der kinderen Aaron, Aarons kinderen waren Nadab Abihu, Eleazar, ende Ithamar.

2

Maer Nadab ende Abihu storuen voor haeren vadere, ende en hadde gheene kinderen, Ende Eleazar ende Ithamar werden priesters,

3

Ende Dauid steldese alsoo, Zadoch wt Eleazars kinderen, ende Achimelech wt Ithamars kinderen na haere behoorte ende dienste,

4

Ende Eleazars kinderen werden meer gheuonden tot strijtbare starcke mannen, dan Ithamars kinderen. Ga naar margenoot+ Ende hi steldese alsoo, te weten, sesthien wt Eleazars kinderen, tot ouersten princen haerder vaders huys, Ende acht wt Ithamars kinderen onder haerder vaderen huys,

5

Maer hi deyldese alle beyde tusschen malcanderen ende dye huysghesinnen met loten, Want daer waren princen in die heylighe plaetse, ende princen des huys Godts, soo wel van Eleazars kinderen als van Ithamars kinderen.

6

Ende dye scriuer Semeias Nathaneel sone, wt den Leuiten, bescreefse voor den coninc, ende voor die ouerste princen, ende voor Zadoch den priester, ende voor Achimelech, Abiathars sone, ende voor den princen der huysgesinnen onder den priesteren, ende leuiten, Ga naar margenoot+ deen vader huys Ga naar margenoot* dat den anderen te bouen ghinc) voor Eleazar, ende dat ander Ga naar margenoot* dat welcke dander onder hem hadde,) voor Ithamar.

7

Ende dat eerste lot viel op Ioiarib, Dat ander op Iedaia,

8

dat derde op Arim, tvierde op Seorim,

9

tvijfste op Ga naar margenoot* Melchia) dat seste op Miamin,

10

dat seuenste op Achos, dat achtste op Abia,

11

dat negenste op Iosue, dat thiende op Sechania,

12

dat elfste op Eliasib, dat twaelfste op Iacim,

13

dat derthiende op Hupha, dat veertiende op Isbaab,

14

dat vijfthiende op Belga, dat sesthiende op Emmer,

15

dat seuenthiende op Hesir, dat achthiende op Haphses,

16

dat neghenthiende op Pathahia, dat twintichste op Ezechiel,

17

dat eenentwintichste op Iachin, dat tweentwintichste op Gamul,

18

dat drientwintichste op Dilaiahu dat vierentwintichste op Maasian,

19

Dat is haere ordinancie nae haeren dienste, om te ghaen in dat huys des HEEREN, na haer-[kolom]der costume, onder haeren vader Aaron, Also hen die HEERE die God van Israel geboden hadde.

20

Maer onder den anderen kinderen Leui, dier noch ouer ghebleuen waren onder Amram kinderen Subuhel, Ga naar margenoot+ Onder Subuhel kinderen was Iedhea,

21

Onder Rohabia kinderen was die eerste vorste Iesias,

22

Maer die sone van Izaares was Salemoth, Onder Salemoth kinderen was Iahath,

23

ende sine kinderen waren, Ieriahu dye eerste, Amarias die tweede, Iehasiel die derde, Iacmeam die vierde,

24

Vsiels sone was Micha. Micha sone was Samir.

25

Micha broeder was Iesia. Iesia sone was Sacharias.

26

Merari kinderen waren, Mahali ende Musi Ga naar margenoot* Iaasia sone was Bennon,)

27

Merari kinderen Ga naar margenoot* waren oock Iaesia, ende) Soem ende Sachur ende Hebri,

28

Maer Maali sone was Eleazar, die gheene kinderen en hadde,

29

Maer Cis sone was Ierachmeel.

30

Musi kinderen waren, Maali, Eder, ende Ierimoth. Dyt zijn Leui kinderen naer haerder vaderen huysghesinnen.

31

Ende sie hebben oock gheloodt teghen haer broeders Aaron kinderen voor Dauid den Coninc, ende Zadoch, ende Achimelech, dye princen der priestelijcker ende leuitischer vaderen huysghesinnen, alsoo die meeste als Ga naar margenoot* die minste) heuet lodt ghelijc ghedeylt.

§ Vanden sanghers ende van haeren behoorten, ende van haeren vier ende twintich loten.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C
margenoot*
Ten is niet int hebr.
margenoot*
Ten is niet int heb.

margenoot*
the. Malakia.

margenoot+
D

margenoot*
th. des sone was Iaesia

margenoot*
the. van Iaesia zijns soons waren.

margenoot*
the. minste broeder.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken