Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+NV dye seuenste maent gecomen was, Ga naar margenoot+ ende dye kinderen van Israhel waren nv in haeren steden, Soo quam dat volck te samen, als een man te Iherusalem,

2

Ende Iosue die sone van Iosedech is op gestaen, ende zijn broeders die priesteren, ende Zorobabel die sone van Salathiel, ende sine broeders ende timmerden outaer des Godts Israhel, Ga naar margenoot+ om brantoffer daer op te offeren, soo het gescreuen staet in die wet Mosi des mans Gods

3

Ende si stelden den outaer op zijn Ga naar margenoot* fundamenten, want daer was een veruaernisse onder hen vanden volcken des landts, ende offerden den HEERE brandtoffer daer op, des morghens ende des auonts.

4

Ende si hielden der tabernaculen een feeste so het gescreuen staet, ende deden brantoffer alle dage, na ordinancie so hen geboden was, het werc Gods op sinen dach,

5

Daer na oock die dagelicse brantoffers ende der Ga naar margenoot* kalenden) nieuwer maenden, ende alle der feest dagen des HEREN die gheheylicht waren, ende in alle daghen in welcke vriwillighe offeranden den HEERE ghiften geoffert werden.

6

Inden eersten dach der seuenster maent begonsten si den HEERE brantoffer te doen

[pagina Aa2r]
[p. Aa2r]

Maer dat fundament des tempels des HEREN en was noch niet gheleyt,

7

Maer si gauen gelt den timmerluyden ende metsers, ende spijse ende dranc, ende olie dien tot Zido ende te Tyro, dat si cederen hout van Libanon op die zee tot Ioppen souden brengen na den beuele Cyri, des Conincs van Persen aen hen.

8

Ga naar margenoot+Inden anderen iare haerder toecoemste totten huyse Gods te Ierusalem der tweder maent, begonst Zorobabel die sone Salathiel, ende Iosue die sone Iosedech, ende die ander mede van haeren broeders priesters ende leuiten, ende alle die vander geuangenisse ghecomen waren te Ierusalem, ende stelden de leuiten van twintich iaer ende daer ouer, om te driuen dat werc aen den huyse des HEEREN,

9

ende Iosue stont met sinen sonen ende broederen, ende Kadmiel met sinen sonen, ende die kinderen Iuda, als een man om te dienen die arbeyders aen den huyse Gods, te weten die kinderen Henadad met haeren kinderen ende broederen die leuiten.

10

Ende doen die metsers dat fundament leyden aen den tempel des HEEREN, Ga naar margenoot+ so stonden die priesters gegaruwet (oft gecleet) metten trompetten, ende die leuiten die kinderen Asaph met cymbalen, om den HERE te louen, met den ghedichte Dauid des Conincs Israels.

11

Ende songhen deen na dander met louen ende dancken den HERE, dat hi goet is, ende dat zijn ontfermherticheit eewelick duert ouer Israel, ende allet volc riep luyde met den HERE te louen, om dat dat fundament aen den tempel des HEERN geleyt was.

12

Maer veel der ouder priesteren, ende Leuiten, ende die ouerste der ouder vaders, die dat voorleden huys gesien hadden in zijn fundament, ende dit huys voor haeren oogen was, weenden si met luyder stemmen.

13

Veel riepen met bliscappen, dat dat gecrijsch hooch clanc, Also dat dat volc niet onderkennen en conste, dat geluyt met bliscappen, voor dat ghecrijsche des weenens int volc, Want dat volc riep luyde, also datmen dat ghecrijsch verde hoorde.

§ Hoe die Ioden door brieuen besculdicht werden voor den coninc van Persen, ende hoe die coninc weder screef niet voort te timmeren.

margenoot+
A
margenoot+
ij.Es. viij.a

margenoot+
B

margenoot*
oft basen

margenoot*
Ten is niet in theb.

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken