Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+NA dat si dauontmael gheten hadden, soo hebben si den iongelinck tot haer ingheleyt,

2

Tobias gedachtich zijnde der reden des enghels, heeft voortghehaelt, wt zijnder tesschen, een deel der leueren, ende hi leydese op leuende kolen,

3

Doen ghreep die enghel Raphael den Duyuel, ende bandt hem in die woestine, int hoocste van Egipten,

4

Doen vermaende Tobias die maghet, ende seyde, Sara staet op, ende laet ons God bidden, huyden, ende morghen, ende ouermorgen, Want dese drie nachten, worden wi Gode toegheuoecht, maer als den derden nacht ouer is, so sullen wi in onse houwelijc zijn,

5

want wi zijn kinderen der heyligen, ende wi en mogen alsoo niet vergaderen, gelijc heydenen, die Godt niet en kennen.

6

Ga naar margenoot+Tsamen opstaende, baden si ghestadelijc beyde te samen, dat hen gesontheyt soude worden gegeuen,

7

Ende Tobias seyde, HEERE Godt onser vaderen, hemel ende aerde, ende die zee, ende die fonteynen, ende stroomen ende alle creatueren, die daer inne zijn, moeten v gebenedien,

8

Ghi hebt Adam vanden slime der aerden ghemaect, ende ghi hebbet hem Euam tot eenen behulp ghegheuen,

9

Ende nv HEERE ghi weet, dat ic mijn suster nyet om oncuysheyts wille tot eender huysurouwen, maer alleen wt liefden der nacomelinghen heb genomen, in welcken uwen name gebenedijt moet worden inder eewicheyt,

10

Ende Sara sprac, Ontfermt onser HEERE ontfermt onser, ende laet ons beyde te gader ghesont out worden.

11

Ga naar margenoot+Ende het is gheschiet ontrent den hanencraey, Raguel gheboot zijn knechten te roepene, ende si gingen met hem te gader, dat si een graf souden grauen,

12

want hi seyde dat messchien inder seluer manieren hem gesciet si, als den seuen anderen mannen, die tot haer inghegaen zijn,

13

Ende als si een graf bereydet hebben, soo is Raguel weder ghekeert tot zijn huysurouwe, seggende,

14

Seynt een van uwen dienstmaechden, dat si besie, oft

[pagina Ee1v]
[p. Ee1v]

hi doot si, dat ic hem begraue eert licht dach worde,

15

Si sandt een van haeren dienstmaechden, Die welcke in die slaepcamer ghinc, ende vantse weluarende, ende ghesont tsamen met malcanderen slapende,

16

Ende si keerde weder, ende vercondichde een goede bootschap, Ende si gebenediden den HEERE, te weten, Ga naar margenoot+ Raguel ende Anna zijn huysfrouwe,

17

ende si seyden, Wi gebenedien v HEERE Israels God, dat ons niet gebuert en is, so wi meynden.

18

Want ghi hebt uwe ontfermherticheyt met ons gedaen, ende hebt van ons wtghesloten den viant, die ons veruolgende is,

19

Ghi hebt der twee eeniger kinderen ontfermt, HEERE doetse v volcomelic gebenedien, ende v offeren die offerande ws lofs, ende haerder ghesontheyt, op dat alle die gemeynheyt der luyden bekenne, dat ghi alleen God zijt in alle landen.

20

Ende Raguel gheboot sinen knechten terstont, dat si den gracht dien si gemaect hadden met aerden souden vullen, eert licht werde,

21

Maer hi seyde zijnder huysfrouwe dat si een maeltijt soude maken, ende bereyden alle die dinghen, die den reysenden ouer wech tot spise van noode waren,

22

Ende hi hiet twee vette coeyen, ende vier rammen dooden, Ende maeltijden bereyden, allen sinen gebueren ende allen sinen vrienden,

23

Ende Raguel beswoer Tobyam, dat hi twee weken bi hem soude vertoeuen,

24

Van al dat Raguel besat gaf hi Tobie die helft, ende hi maecte dit gheschrift, dat die helft die ouerbleef na haer doot, Tobie heerschappie soude toecomen.

§ Hoe die enghel tot Rages ghaet ende tghelt van Gabelo ontfangt, ende coemt metten seluen Gabelo tot Tobiam.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken