Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .x. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde het is gesciet, doen si ophielt te roepen totten HEERE, stont si vander plaetsen op, daer si gestrect lach totten HEERE,

2

Ende si riep haer maerte, ende daelde af in hare huys, ende leyde dat haren hemde van haer lichaem, ende si dede de cleederen haerder weduwelicheyt wt,

3

ende si wiesch haer lichaem, ende si salfde haer metter alderbester mirten, ende si ontulocht dat haer haers hoofts, ende sette een huue op haer hooft, ende si dede die cleederen haerder genuechlicheyt aen, ende si dede pantoffelen aen haer voeten, ende nam vercieringe der rechterhant, ende lelien, ende oorringen, ende vingerlinghen tot haer, Ende si vercierde haer, met allen haeren cieragien,

4

Die

[pagina Ee6v]
[p. Ee6v]

HEERE gaf haer ooc een claerheyt Want alle dese toemakinge en was niet ghedaen wt der wellusticheyt, maer si hinck wt der duecht, ende daerom vermeerderde haer die HEERE die scoonheyt, Also dat si sceen allen menscen oogen verciert te wezen met ongelooflike scoonheyt,

5

Ga naar margenoot+Aldus leyde si haerder deernen een flesken wijns op, ende een vaetken olijs, ende gorte, ende moes ende broot ende kese, ende si is gereyst,

6

Ende als si aender stadt poorten quamen so vonden si Oziam verwachtende ende de priesters der stat

7

Als si die sagen verbaest zijnde hebben si hen te vele verwondert van haerder scoonheyt,

8

Nochtans en vraechden si haer niet, ende lietense doorgaen seggende, God onser vaderen geue v gracie, ende stercke met zijnder cracht, alle den raet ws herten, ende Ierusalem moet ouer v verhuegen ende uwen naem si int getal der heyligen ende der gerechtiger,

9

Ende alle die daer waren seyden alle met eender stemme Dat gesciede tgesciede,

10

Iudith badt den HEERE ende ginc door de poorte, si ende haer maerte,

11

Ende het is gesciet, doen si den berch afdaelde ontrent den opganc des daechs so liepen haer die bespieders van Assirien te gemoete, ende hieldense seggende, Ga naar margenoot+ Van waer comdy, oft waer ghadi?

12

Si antwoorde, ick ben een dochter der Hebreen, Ende daerom ben ic van haer aenscijn geuloden, want ic bekende dat toecomende was, dat si v tot een beroouinge sullen worden gegeuen, om dat si v versmadende, hen seluen niet en hebben willen ouergeuen, dat si ontfermherticheyt in uwen aensichte hadden mogen vinden,

13

Om deser saken wille dacht ic bi mi seluen seggende, Ic sal totten aensicht des princen Holofernis gaen op dat ic haer heymelike saken te kennen geue ende hem toone met welcken toeganc hise crigen mach, also datter niet een man van sinen heyr en valle,

14

Ende als dese mannen haer woorden gehoort hadden, aenmercten si haer aensicht ende in haer oogen was een verbasinge, Ga naar margenoot+ want si verwonderden hen te vele van haerder scoonheyt,

15

Ende si seyden tot haer, Ghi hebt v leuen behouden, om dat ghi alsulcken raet hebt geuonden, dat ghi afquaemt tot onsen heere,

16

maer dat suldi weten, dat wanneer ghi in zijn aenscouwen sult staen, dat hi v wel doen sal ende sult dalder genaemste in zijnder herten zijn, Ende si brachtense totter wooninge Holofernis ende vercondichdense

17

Ende als si ingegaen was voor zijn aensicht terstont is Holofernes in zijn oogen geuangen,

18

Ende zijn ruyters seyden tot hem, Wie soude der Hebreen volc versmaden, dat also fraeyen vrouwen heeft, dat wi niet te recht om [kolom] dese tegen hen strijden en souden?

19

Aldus Iudith siende Holofernem sittende in een costelike decsel welc geweuen was van scarlaken ende side ende gout ende smaragde, ende costelike gesteente

20

Ende als si in zijn aensicht sach, aenbat si hem, haer streckende op die aerde, Ende die knechten Holofernis hieuense op, doent haer heere beual.

§ Hoe Holofernes Iudith vraechde waerom dat si ghecomen was, ende si verwonderden van haerder wijser antwoorde.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken