Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .viij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+OP dien dach gaf die coninc Asswerus der coninghinne Hester Amans huys des Ioden viants, ende Mardocheus quam voor sconincs gesichte, Want Hester gaft hem te kennen, hoe dat hi haer vaderlic oom was,

2

Ende die coninc dede af sinen vingerlinc, dien hi van Aman wederom had geboden te nemen, ende gaf dien Mardocheo, Ende Hester sette Mardocheum ouer haer huys,

3

Ende hyer nyet mede te vreden wesende, sprac voort voor den coninc, ende viel hem te voete, ende weende, hem biddende, dat hi weder roepen soude dye boosheyt Amans des Agagiten, ende sine scalcke voornemen, dat hi tegen die ioden verdacht hadde, ende gebieden te niete te doen,

4

Ende die coninc stack den gulden cepter tot Hester met zijnder handt, [kolom] Ga naar margenoot* in welc bewesen wert een teyken der goedertierenheyt) Doen stontse op,

5

ende stont voor den coninc, ende sprac, Behaget den coninc, ende heb ic genade geuonden voor sinen oogen, Ga naar margenoot+ ende mijn bede den coninc niet en schijne contrarie te wesen, so bid ic, datmen met nieuwen brieuen verbetere die oude brieuen van Aman des Ga naar margenoot* verraders ende viants der Ioden,) die hi gescreuen heeft, om die Ioden te verdoen in allen landen des conincs,

6

Want hoe sal ic connen dye doot ende vermoordinghe mijns volcs ghelijden? Ga naar margenoot*

7

Doen antwoorde die coninck Asswerus totter coninginne Hester, ende tot Mardocheum den Iode, Siet, ic heb Hester dat huys Aman gegeuen, ende ic heb geboden hem aen eenen boom te hangen, om dat hi zijn hant aen dye Ioden heeft derren slaen,

8

So scrijft voor die Ioden, so het v behaecht in sconincs naem, ende besegelt dat met minen rinc, Ga naar margenoot+ Want het was die gewoonte, dat die scriften die in sconincs naem ghescreuen, ende met des conincs ringe besloten werden, en dorste niemant tegen seggen,

9

Doen werden sconincs scriuers gheroepen, in dier tijt, inder derder maent, dat is die maent Siban, inden .xxiij. dage, ende werden gescreuen, so Mardocheus geboot, tot den Ioden, ende totten princen, lantgrauen, ende hooftlieden inden landen van Indien aen, tot Moren lant toe, te weten .c. ende .xxvij. landen, elcken lande na sinen scrifte, elcken volcke, na zijnder talen, ende den Ioden na huer scrift, ende tale Ga naar margenoot* dat zijt mochten hooren ende verstaen)

10

Ende die brieuen diemen wt sconincs naem screef waren geteekent met sine vingerlinc, Ende men santse met posten, die tot allen prouincien loopen souden, ende datse voorcomen souden die execucie der ouder brieuen met den nieuwen,

11

daer inne dat die coninc den Ioden beual, so waer dat si in steden waren, hen te vergaderen ende te staen voor huer leuen, ende te vernielen, te dooden, ende te verdoen, alle huer vianden, met den kinderen ende wiuen,

12

ende daer is geoordineert eenen sekeren dach, om wrake te nemen in allen landen des conincs, te weten, inden .xiij. daghe der twaelfster maent, dat is die maent Adar,

13

Ga naar margenoot+Dat inhout des scrifts was, dat een gebot gegeuen waer in allen landen te vercondigen allen volcken, dat die Ioden op dien dach bereet souden zijn, hen selue te wreken aen haer vianden,

14

Ende die rijdende boden Ga naar margenoot* reden snellijck, ende haestelic haer bootschap doende, Ende dat ghebot des conincs wert in Susan op ghesleghen

15

Ende Mardocheus ginc vanden palayse ende van des conincs aensicht blinckende in coninclike cleederen van hemelsblaeu ende goubloemen

[pagina Ff4r]
[p. Ff4r]

verwe, ende droech een gouden croone op zijn hooft, gecleet met eenen siden purpuren mantel. Ende alle die stat was verblijt ende verhuecht.

16

Maer den Ioden was een nieuwe licht gesien opstaen ende openbaren blijscap, ende iolijt, ende eere

17

Ende in allen landen ende steden in welcke plaetse des conincs woort ende gheboden quamen, daer was blijscap ende iolijt onder die Ioden, maeltijden, ende vierdaghen, Alsoo dat veel der volcken vremde geslachten, ende secten hen voechden tot der Ioden religie, ende manieren om god te dienen, want grote vreese des ioetschen naems hadse beuanghen.

§ Hoe die Ioden ouer haer vianden wrake deden.

margenoot+
A

margenoot*
Ten is niet int heb.

margenoot+
B
margenoot*
Thebreus soons Medatha des Agagiters.

margenoot*
the. ende geliden dat tgeslachte mijns volcks vergha

margenoot+
C

margenoot*
Ten is niet int heb

margenoot+
D

margenoot*
the. op dye muylen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken