Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dauids .lxix. Psalm. Ga naar margenoot+ Dauids gulden cleynoot, hooch te singen vander Lelien der getuigenisse te leeren doen hi street tegen Sirien tot Mesopotanien, ende tegen Sirien van Soba, doen Ioab wederkeerde ende sloech die Edomiten int soutdal twaelf duysent. Ga naar margenoot+ § Deus repulisti nos

3

Ga naar margenoot+GOd ghi ghebt ons verstooten ende verdoruen, ghi zijt gram gheweest, ende hebt onser ontfermt.

4

Ghi hebt die aerde beweecht ende gestoort heelt haer brueken, want si beweecht is.

5

Want ghi vercondet, uwen volcke, harde saken, Ghi drencket ons met Ga naar margenoot* wijn des berouwes)

6

Ghi hebt een teeken ghegheuen, den ghenen die v vreesen, dat si souden Ga naar margenoot* vlieden vanden aensichte des boghes,)

7

Op dat uwe vrienden verlost souden worden, maect mi ghesont, met uwer rechter handt, ende verhoort mi.

8

God heeft ghesproken, in zijn heylige plaetse, ick sal mi verblijden, ende sal deelen Si-[kolom]chem, ende afmeten dat dal Ga naar margenoot* der tabernakulen.)

9

Ga naar margenoot+Galaad is mijn, mijn is Manasses, Ephraim is die machte mijns hoofts, Ga naar margenoot+ Iuda is mijn coninck.

10

Moab is die waschpot van mijnder hopen. Ick sal minen schoen wtstrecken teghen dat landt van Edom, Die Ga naar margenoot* vremden) zijn mi onderdaen gheworden.

11

Wie sal mi leyden in die vaste stadt? wie sal mi gheleyden tot in Edom toe?

12

En sult ghijt neet doen Godt, Ghi die ons hebt verstooten, Ga naar margenoot+ ende ghi Godt en sult niet wtreysen in onse heyrcrachten.

13

Gheeft ons bistant inder noot, Want des menschen salicheyt, is ydel ende onnut.

14

In Godt sullen wi doen crachte, ende hi sal alle onse vianden te niet brenghen.

margenoot+
int heb. den lx. Psalm.
margenoot+
ij.reg. viij. ende .x.

margenoot+
A

margenoot*
the. bitteren wijn.

margenoot*
the. opworpen inder waerheyt

margenoot*
the. zucoth

margenoot+
B
margenoot+
Gene. xix.

margenoot*
th. philistinen

margenoot+
C


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken