Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Assaphs .lxxij. Psalm. Ga naar margenoot+ § Quam bonus Israel.

1

Ga naar margenoot+HOe goet is die God van Israel, den ghenen die oprecht van herten zijn.

2

Maer mijn voeten zijn bina beroert, ende mijn ghanghen bina wtghestort.

3

Want met naerste verwonderde ick op die boose, doen ick sach der sondaren vrede.

4

Want daer en is gheen aenghemercke Ga naar margenoot+ in

[pagina A1r]
[p. A1r]

huer luyder doot, ende in huer plaghe is vasticheyt.)

5

Si en zijn niet in Ga naar margenoot* arbeyt) der menschen, ende Si en sullen niet metten anderen menschen gheplaecht worden.

6

Daerom heeftse haer hoouaerdie vast ghehouden, Ga naar margenoot+ ende si zijn ghedect met haer quaetheyt ende ongodlicheyt.

7

Ga naar margenoot* Als wt ruece, gheuet wt haer quaetheyt, ende si zijn in die begeerlicheden huerder herten ouer gheghaen.)

8

Ga naar margenoot* Si hebben ouerdacht, ende spraken schalcheyt, onrecht hebben si int hooge gesproen.)

9

Si stelden haeren mont inden hemel, ende haer tonghe quam tot inder aerden.

10

Ga naar margenoot+ Daerom sal mijn volck hier bekeert worden, ende in hen sullen volle daghen geuonden worden).

11

Ende si seyden, hoe wetet God? is daer oock kennisse bi den hoochsten?

12

Siet, dat zijn die ongodlijcke, ende die oueruloeyende in die werelt, ende behouden den rijcdom.

13

Ende ick seyde, so heb ick dan te vergheefs mijn herte Ga naar margenoot* gerechtueerdicht) ende mine handen onder den onschuldigen gewasschen?

14

Ende ben ghegheesselt gheweest den gheheelen dach door, ende mijn castijnge was vroech in die morghenstonde.

15

Ga naar margenoot+Oft ick dachte, ick salt alsoo vertellen, Siet soo verworp ic dat geslachte uwer kinderen.

16

Ick meynde dat ic dat bekennen soude, maer dat was moeyte voor mi.

17

Tot dat ich ghinck in die heylighe plaetse Gods, ende sal verstaen haer wterste.

18

Ga naar margenoot* Maer om die bedriechlicheden hebdijt hen gheset) ghi hebtse neder gheworpen, Ga naar margenoot* doen si hen verhieuen.)

19

Hoe zijn si haestelijc soo woeste gheworden, terstont ghebraken si, si zijn verghaen Ga naar margenoot* om haerder ongerechticheyt.)

20

Ga naar margenoot+Ghelijck eenen droom der ghenen die wten slaep ontwaken, So sult ghi HEERE haer beelden in uwe stadt Ga naar margenoot* te niet doen.)

21

Want mijn herte is aengesteken, ende mine nieren zijn verandert,

22

Ende ick ben Ga naar margenoot* te niet ghedaen, ende en wistes niet)

23

Een dier ben ick by v gheworden. Ende ick ben altoos by v,

24

ghi hebt vast gehouden mijn rechter hant. Ende ghi leidet mi na uwen Ga naar margenoot* wille) ende hebt mi wederomme met eere ontfanghen.

25

Want wat heb ick inden hemel? ende opter aerden, wat wilde ick anders Ga naar margenoot* van v.)

26

Mijn vleesch ende mijn herte is gebreckelick gheworden, God mijns Ga naar margenoot* herten,) ende deel inder eewicheyt. [kolom]

27

Want siet, die hen van v veruerren, sullen verghaen, ghi hebt vernielt alle die ghene die in oncuyscheyt van v scheyden.

28

Maer het is mi goet, dat ic in God gheuesticht bliue, ende mijn toeuerlaet sette, op den HEREE, dat ic vercondige alle uwe Ga naar margenoot* groote louen inder poorten der dochteren van Sion.)

margenoot+
int. heb. den lxxiij. psal.

margenoot+
A

margenoot+
th. metter doot en zijn si niet omuaen, ende staen vast gelijck een palleys

margenoot*
th. ongeluc

margenoot+
B

margenoot*
the. Si willen ghesien zijn, om dat si so vet zijn si doen alle wat si dencken.

margenoot*
th. Si houdent al voor niet, ende segghen, quaet daer af, ende spreken met gewelt int hoghe

margenoot+
h. daerom keert hem haer volck derwaerts ende vinden waters genoech bi hen

margenoot*
the. gereynicht

margenoot+
C

margenoot*
the. Maer ghi steldet haer dinck opt onsekere
margenoot*
ten is niet int hebree.

margenoot*
th. met verschricken

margenoot+
D
margenoot*
th. veracht maken

margenoot*
th. een sot die niet en weet

margenoot*
thebr. raet

margenoot*
the. dan v.

margenoot*
the. herten bescermer.

margenoot*
th. wercken

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken