Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Den .lxxxiij. Psalm, Der kinderen Chore, ouer die Perse hooch te singhen. Ga naar margenoot+ Quam dilecta tabernacula tua.

2

Ga naar margenoot+HOoe lieflijck zijn uwe wooningen HERE der heyrcrachten.

3

Mine ziele verlanget, ende ic ben ontbroken na den voorhouen des HEEREN, Mijn herte ende mijn vleesch hebben hen verblijdt in den leuenden Godt.

4

Want die Mussche heeft voor haerseluen een huys geuonden, ende die Ga naar margenoot* tortelduyue) haeren nest, daer si haer ionghen henen leyt, te wetene, uwe altaren HEERE der heyrcrachten, Mijn coninck ende mijn God.

5

Ga naar margenoot+Salich zijn si, die in uwen huyse woonen, die sullen v louen in den tijt der eewicheyt.

6

Salich is die man Ga naar margenoot* wiens hulpe van v is,

7

hi heeft geuoecht die opclimmingen in zijn herte int dal der tranen, in die plaetse die hi sette.

8

Want die wetgeuer sal die gebenedijnghe gheuen, Si sullen gaen van duechde in duechden, Die God der Goden sal in Sion ghesien worden.)

9

HEERE God der heyrcrachten, hoort mijn ghebet, Verneemt metten ooren, Iacobs God.

10

Aenschouwet God onse beschermer Aensiet dat aenghesicht ws ghesalfden.

11

Want eenen dach in uwen voorhouen, is beter, dan duysent, Ick heb Ga naar margenoot* vercoren verworpen te wesen) in mijns Gods huyse, dan langhe te woonen in den wooninghen der ongodlijcken.

12

Ga naar margenoot* Want Godt bemint warachticheyt, ende waerheyt) die HEERE sal gheuen ghenade ende eere,

13

Den ghenen die in onnooselheit leuen, en sal hi niet beroouen van goeden.

14

HEERE der heyrcrachten, salich is die mensche die hem op v verlaet.

margenoot+
int heb. den lxxxiiij. ps.

margenoot+
A

margenoot*
th. die swalewe

margenoot+
B

margenoot*
theb. die in v sterck is der welcker banen in haere herte zijn, Die door dat dal der tranen gaen ende makent tot eender fonteynen ende die putten, sullen met regen worden veruult, Sy ghaen van deen stercte tot die andere, ende openbaren bi God tot Sion

margenoot*
the. lieuer die dore te wachten

margenoot*
th. want die sonne ende scilt is god die HEERE


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken