Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+Ga naar margenoot* LAet v broot seynden door die gene die ouer dat water ghaen,) want alsoo suldijt vinden na vele tijts,

2

Deelt wt seuen ende oock acht deelen, want ghi en weet niet wat ongheluc opter aerden comen sal,

3

Als die wolcken vol sullen zijn, soo sullen si regen op die aerde wtstorten. Ende wanneer den boom valt, hy valle zuytwaerts, ofte noortwaerts, op welcke plaetse hi valt, al daer sal hi liggen.

4

Wie op den wint achtet, die en zaeyt niet, ende wie op dye wolcken siet, die en maeyt nimmermeer.

5

Gelijck als ghy den wech des Ga naar margenoot* gheest) niet en weet, ende hoe die gebeenten in des moeders lichaem tesamen gheuoecht worden, alsoo en cont ghi Godts wercken oock niet gheweten, die een timmerman is van allen dinghen.

6

Ga naar margenoot+Zaeyt v zaet vroech, ende uwe hant en late tsauonts niet af, want ghi en weet niet oft dit oft dat wel geraken sal, Ende oft beide wel gheraect, so wort des te beter,

7

Dat lichte is soete, ende het is den ooghen lustich, die sonne te aensien.

8

Al ist dat een mensche vele iaren leeft, ende is vrolijc in allen desen dingen, so moet hi doch alleen der quader daghen, dat haerder soo vele is, ghedencken, want alle dat hem ghemoet is, dat is ydel.

9

Alsoo verblijt v dan ionghelinc in uwer ioncheyt, ende laet v herte int ghoede zijn in uwer ioncheyt. Ende wandelt inden wegen ws herten, ende na dat ghesichte uwer ooghen, ende weet dat v God, ☞ om alle dese dinghen voor dat oordeele sal leyden.

10

Doet die gramschap wech, wt uwer herten, ende dat quaet van uwen lichame, want kintsheyt ende wellusticheyt, is ydelheyt.

§ Hoemen inder ioncheyt des sceppers sal ghedencken, [kolom] § Hoe des menschen reden, sin, ende al wat des mensch is verandert wort, sprekende door verscheyden ghelijckenissen, Ende besluyt dat die mensche ghemaect is, om Gode te dienen.

margenoot+
A
margenoot*
the. Laet v broot ouer dat water varen § Dat is, geeft eenen yegelijcken wat ghi vermuecht want den tijt mochte comen dat ghi dat geerne deet, ende niet en sout connen.

margenoot*
th. wints

margenoot+
B


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken