Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

[kolom]

1

Ga naar margenoot+KInderen der wijsheyt zijn die vergaderinge der rechtueerdigen, ende haer nacie is gehoorsaemheyt ende liefde.

2

Beminde kinderen, hoort des vaders oordeel, ende doet also, dat ghi salich muecht zijn.

3

Want god heeft den vader in die kinderen gheeert, ende dat oordeel des moeders ondersoeckende heuet vast gemaect inden kinderen,

4

Dye God lief heeft die sal voor die sonden bidden, ende hy sal hem daer af onthouden, ende hi sal in dat ghebet dier dagen worden verhoort,

5

ende gelijc den ghenen die schatten vergadert, also is ooc de ghene, Ga naar margenoot+ die zijn moeder eert.

6

Dye sinen vader eert, die sal in zijn kinderen verblijt worden, ende hi sal inden dage zijns ghebets verhoort worden,

7

Die sinen vader eert, die sal langhe leuen, Ga naar margenoot+ ende die sinen vader ghehoorsaem is, sal zijn moeder vercoelen.

8

Dye den HEERE vreest, die eert zijn ouders, ende als heeren sal hy dienen den ghenen die hem voortgebrocht hebben,

9

in wercken ende woorden, ende in alle lijdtsaemheyt, Eert uwen vader,

10

op dat dye benedictie van Gode ouer v come, ende zijn benedictie blijft inden wterste,

11

Des vaders benedictie maeckt der kinderen huysen vast, maer der moeder vloekinghe wtwortelt die fundamenten,

12

En glorieert niet in ws vaders versmaetheyt, want het en is uwe eere nyet, maer uwe schande,

13

Want smenschen eere is zijns vaders eere, ende een vader sonder eere, is des kints scande,

14

Kint ontfanct ws vaders oudtheyt, ende en bedroeft hem nyet in zijn leuen,

15

ende ist dat hy ontbreeckt van sinne, gheuet hem ghenade, ende en versmaet hem nyet in uwer duecht, Want des vaders aelmoesen en sal niet vergeten worden.

16

Want voor des moeders sonde, sal v goet weder gegeuen worden,

17

ende het sal v in gherechticheyt worden gestelt, ende men sal ws gedencken inden dach des lijdens, Ende v sonden sullen smilten, gelijc ijs in schoon weder,

18

Van hoe quade geruchte is hi dye sinen vader verlaet, ende hi is veruloect van Gode, dye zijn moeder vertorent.

19

Ga naar margenoot+Mijn kint, volbrenct v wercken in saechtmoedicheyt, ende ghi sult bouen der menschen heerlicheyt worden bemint,

20

Alsoo veel als ghi meerder zijt, Ga naar margenoot+ vernedert v in allen, ende ghy sult genade voor gode vinden,

21

Want die groote macht is Gods alleen, ende hy wort gheeert vanden ootmoedighen,

22

En soect gheen hoogher dinghen dan ghy en zijt, ende en ondersoect gheen dingen die stercker zijn dan ghy, maer ghedencket altoos dye dinghen dye v God gheboden heeft, ende en weest niet cu-

[pagina F1r]
[p. F1r]

rioes in vele sine wercken,

23

Want v en is van gheenen noode dye verborghene dingen te siene met uwen oogen,

24

In ouertollighe dinghen, en wilt niet menichfuldichlijc ondersoecken, ende ghy en sult nyet in vele sinen wercken curioos zijn,

25

Want vele dingen zijn v ghethoont, bouen des menschen sinne,

26

Want dat vermoeden dier dingen, heefter vele onder die voeten getreden, ende behielt haer sinnen in ydelheyt

27

Ga naar margenoot+Eenen harden herte, Ga naar margenoot+ salt qualic ghaen inden wtersten, ende dye dat perikel bemint, die sal daer inne verghaen,

28

Een herte dat twee weghen inghaet, en sal gheenen voortghanck hebben, ende die verkeert van herten is, dye sal daer in verarghert worden,

29

Een schalck herte sal beswaert worden in smerten, ende die sondaer salder toe doen om te sondighen.

30

Der hooueerdigher vergaderinghe, en heeft gheen ghesontheyt, want dye schuete der sonden sal in dien wt worden gewortelt, ende het en sal niet verstaen worden.

31

Dat herte des wijsen wort verstaen in wijsheyt, ende een ghoede oore, sal met alder begeerten wijsheyt hooren,

32

Een wijs verstandich herte, sal hem onthouden van sonden, ende sal voorghanc hebben in die wercken der gherechticheyt,

33

Dwater bluscht bernende vier wt, Ga naar margenoot+ ende die aelmoese, wederstaet den sonden,

34

ende godt is haer aenschouwer, diese loonen sal, met zijnder gratie, Hi ghedincket int nacomende, ende inden tijt zijns vals sal hi een vasticheyt vinden.

margenoot+
A

margenoot+
Exo. xx.b. Mat. xv.a Eccl. vij.c. mar. vij.b. Ephe. vi.a

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
Pro. xxv.d

margenoot+
D
margenoot+
Van een valsch herte

margenoot+
Van aelmisse. Dan. iiij


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken