Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xxxvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALle vryent sal segghen, ende ick hebbe vrientscap vergadert, Maer daer is een vrient, alleen metten name een vrient. En isser die droefheit niet in totter doot toe?

2

Maer een gheselle, ende een vryent sullen worden ghekeert tot viantschap.

3

O alderscalcste vermetenheyt, waer af zijt ghi ghescapen te ouerdecken die dorre quaetheyt, ende hare bedriechlicheit.

4

Een geselle sal metten vrient [kolom] vrolijc zijn in ghenuechten, ende inden tijt des verdriets sal hi teghenpartie zijn.

5

Die gheselle heeft medeliden metten vrient om des buycx wille, ende teghen den viant sal hy eenen schilt nemen.

6

En verghetet ws vrients niet in v gemoet, ende en zijt zijns niet onghedachtich in uwe wercken.

7

En wilt niet te rade gaen met ws wijfs vader, ende vanden ghenen dye v beniden verbercht den raet.

8

Alle raetsman brenget den raet wt, want het is een raetsman in hem seluen.

9

Bewaert v siele van den raetsman. Weet eerst, welc sinen noot si, ende wat hi in sinen moede sal dencken.

10

Op dat hi messchien niet eenen stake in die aerde en sla, ende segghe v.

11

Vwen wech is goet ende stae tegen ouer te sien, Ga naar margenoot+ wat v toecomen sal.

12

Met eenen ongheesteliken man tracteert van heylicheit, ende metten onrechtueerdighen van rechtueerdicheit, ende metten wiue van dien dat si veruolcht. Metten blooden vanden ooorloghe, ende metten coepman vander ouersettinghe. Metten cooper van vercoopinghe, metten nijdighen van te dancken.

13

Metten ongodliken van godsdiensticheyt. Metten oneersamen van eersaemheit Metten ackerman van alle werck.

14

Metten iaerliken werckman vander voleyndinghe des iaers, met eenen traghen knecht, van vele werckinghe. En aenmerct desen niet in allen rade,

15

maer zijt ghestadich met eenen heilighen man, den welcken ghi weet, dat dye vreese Gods hout,

16

Ga naar margenoot+wiens ziele na v siele is. Soe wie in duysternisse struyckelt, en sal met v gheen medeliden hebben,

17

ende set met v een herte des goets raets. Want ghi en hebt niet meer dan dat.

18

Een siele des heylichs mans vercondicht somtijden warachticheden, meer dan seuen wachters, sittende int hooghe om te aenscouwen.

19

Ende in allen desen bidt den alderouersten dat hy uwen wech inder waerheyt stiere.

20

Voor alle wercken voor gae v een warachtich woort, ende voor alle werc, eenen vaststaenden raet

21

Een scalck woort sal dat herte veranderen, waer wt vier deelen opstaen, goet ende quaet, leuen ende doot, ende dyer heerscappersse is een gheduerighe clappende tonghe.

22

Een besocht man heefter veele gheleert, ende is zijnder sielen soet.

23

Die bedriechlic spreect, dye is hatelijc, in alle dinghen sal hi bedroghen worden,

24

want vanden HEERE en is hem gheen gratie ghegheuen, Want hi is van alle wijsheyt berooft.

25

Een wise is zijnder sielen wijs, ende die vruchte zijns sins is prijselijc.

[pagina G5v]
[p. G5v]

26

Ga naar margenoot+Een wijs man onderwijst sijn volck, ende die vruchten zijns sins zijn ghetrouwe.

27

Een wijs man sal met ghebenedijngen veruult worden, ende dien sien sullen hem prijsen.

28

Dat leuen des mans is in getal der dagen, maer die daghen Israels zijn ontellick.

29

Die wise sal int volck eere beeruen, ende sinen name sal leuende zijn inder eewicheit.

30

Mijn kint proeuet v siele in uwen leuen, ende ist dat si scalck is, so en gheeft haer gheen macht.

31

Want alle dinghen en zijn allen menschen nyet nutte, Ga naar margenoot+ ende elcker sielen en behaecht niet alle art

32

En wilt niet ghierich zijn in alle maeltijden ende en stort v niet wt ouer alle spijse.

33

Want in vele spisen sal crancheyt zijn, ende die begheerlicheit sal die gheelsiecte toe naken.

34

Om gulsicheit zijn veel menschen ghestoruen, maer dies matich is, sal zijn leuen verlanghen.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
i.Cor. vi.c. ende .x.e.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken