Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xvij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DEn last van Damasco, siet, Damascus sal aflaten een stadt te zijn, Maer si sal zijn Ga naar margenoot* inden val als eenen hoop steenen.)

2

Die verlaten steden van Aroer, sullen der cudden zijn, si sullen daer rusten, ende daer en sal gheen zijn diese veruaren sal.

3

Ende die hulpe sal ophouden van Ephraim, ende dat rijck van Damasco, ende die ouerghebleuene van Syrien sullen zijn ghelijck die eere der kinderen van Israel, seyt die HERE der heyrscharen.

4

Ende het sal zijn in dien daghe Iacobs eere sal verdunt worden, ende die vetheyt zijns vleeschs sal verdwijnen.

5

Ende hi sal zijn ghelijck, die vergadert inden oogst datter ouerbleuen is, ende sinen arm sal aern lesen, ende sal zijn ghelijck die vergaderende is aern inden dale Raphaim.

6

Ende hi sal ghelaten worden ghelijck een wijndruyue, Ga naar margenoot+ ende gelijc dat wtslaen des olijfs van twee ofte drie olijf vruchten int hoochste des tacs, oft vier oft vijf van zijn vruchten in zijn hoochten, seyt die HEERE Israels God.

7

☞ In dien daghe sal die mensche ghebuycht worden tot sinen maker, ende zijn ooghen sullen totten heylighen van Israel aenschouwen.

8

Ende hi en sal niet nederbuyghen totten outaren die zijn handen ghemaect hebben, ende die zijn vingheren ghewrocht hebben, hi en sal niet aensien die Ga naar margenoot* boschkens ende tempelen.)

9

In dien daghe sullen Ga naar margenoot* die steden zijn der stercheyt) verlaten zijn, ghelijck die Ga naar margenoot* ploeghen ende dat zaet,) die achterghelaten zijn vanden aensichte der kinderen van Israel.

Ga naar margenoot+ Ende ghi sult verwoest zijn,

10

Want ghi hebt Gods ws salichmakers vergheten, ☞ ende uwen stercken hulper en hebdy niet gheacht, Daerom suldy Ga naar margenoot* ghetrouwe) plantinghen planten ende ghi sult spruyten des vremden wijngaerts zaeyen.

11

In dien dach uwe plantinghen sal wilden sueren wijngaert zijn, ende uwe zaet sal des morghens vroech bloeyen Ga naar margenoot* Den oogst is wechghenomen inden daghe der erffenisse, ende hi sal hem swaerlijcken bedroeuen.)

12

Wee der menichte der volcken, ghelijck die menichte der zee gheluyt gheuende, ende ghelijck dat gheruchte van veel scharen, ghelijck dat gheluyt van veel wateren.

13

Ga naar margenoot+Die volcken sullen gheluyt maken, ghelijck dat gheluyt van ouerloopende wateren [kolom] ende hi sal hem straffen, ende hi sal verre vlieden, ende sal wechghenomen worden ghelijck dat stof der berghen vanden aensichte des wints, ende ghelijck een onweder vanden aensichte des storms.

14

In den tijt des auonts, ende siet verstooringhe, des morgens vroech en sullen si niet staende blijuen. Dit is dat deel der ghenen die ons verwoest hebben, ende dat lot der ghenen die ons plonderen.

§ Noch een woort teghen Egypten, ende vander Heydenen roepinghe.

margenoot+
A
margenoot*
the. een ingeuallene steenhoop

margenoot+
B

margenoot*
the. linden noch die afgoden.

margenoot*
the. die beste steden.
margenoot*
the. Hores ende Amir.
margenoot+
C

margenoot*
the. lust

margenoot*
th. Als ghi rusten sult so suldy crancheyt ende eens siecten smerte hebben.

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken