Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DEn last van Egypten. Siet die HEERE sal climmen op een lichte wolcke,

[pagina I7v]
[p. I7v]

ende comen in tot Egypten, ende die afgoden van Egypten sullen wanckelen van sinen aensichte, ende dat herte van Egypten sal verdwijnen midden in hem.

2

Ende ick sal die Egyptenaers teghen die Egyptenaers te gader doen loopen, ende een man sal vechten teghen sinen broeder, ende een man teghen sinen naesten, stadt teghen stadt, ende rijck teghen rijck

3

Ga naar margenoot* Ende den gheest van Egypten sal wt gheschoert worden in haer inghewant,) ende ick sal sinen raet van bouen neder worpen, ende si sullen vraghen haer afgoden, ende swarte constenaers, die toueraers, ende waersegghers.

4

Ende ick sal Egypten in die handen der wreeder heren ouerleueren, ende die stercke coninck sal heerschappen ouer hen, seyt die HERE die God der heyrscharen.

5

Ende dat water vander zee sal verdrooghen, ende den stroom sal verlaten worden, ende sal drooch worden.

6

Ga naar margenoot+Ende die stroomen sullen ontbreken, ende die ryuieren der dijcken sullen dun worden, ende verdrooghen,

7

Den ryetstock, ende die biese sal verdorren.

Ga naar margenoot* Die gront der ryuieren sal worden bloot ghemaect van zijnder fonteynen, ende al veruersschet ghezaeyt zaet sal verdroghen,) het sal verdorren ende niet zijn.

8

Ende die visschers sullen droeuich zijn, ende si sullen trueren, alle die den vischhaeck inden stroom worpen, ende die dat net wtstrecken ouer die aensichten der wateren, sullen Ga naar margenoot* quelen.)

9

Ende si sullen beschaemt worden die menigherhande lijnen doeck wercken, ende die subtijle dinghen vlechten ende weuen.

10

Ga naar margenoot* Ende haer natte houen sullen verdorren, alle die vischkoruen vlichten, om visschen te vanghen.)

11

Sot zijn die princen van Ga naar margenoot* Thaneos,) Pharaos wijse raetsheeren hebben onwijsen raet ghegheuen. Hoe suldy tot Pharaonem segghen, Ick ben een sone der wijser, een sone der ouder Coninghen?

12

Waer zijn doch nv uwe wijse? Laetse v doch vercondighen, ende v verbootschappen wat raet die HEERE der heyrscharen ouer Egypten ghedacht heeft.

13

Die princen van Ga naar margenoot* Thaneos) zijn sot gheworden, Die princen van Ga naar margenoot* Memphis) zijn verdorret, Ga naar margenoot+ si hebben Egypten den hoeck van sinen volcke bedroghen.

14

Die HERE heeft in haer midden ghemenghet den gheest der swijmelinghen, ende si hebben Egypten doen dwalen in alle zijn werck, ghelijck een droncken mensche dwaelt die brakende is.

15

Ende Egypten en sal gheen werck hebben, Ga naar margenoot* dat daer maket dat hooft ende den crommen steert ende ophoudende.)

16

In dien daghe sal Egypten zijn ghelijck vrouwen, ende si sullen [kolom] schroemen ende vreesen vanden aensichte der beweginge der hant des HEREN der heyrscharen, welcke hi ouer die beweecht heeft.

17

Ende dat lant van Iuda sal Egypten tot een vreese zijn, ende alle die zijns ghedenct, sal hem verschricken, vanden aensichte des raets des HEEREN der heyrscharen, dwelck hi daer ouer ghedacht heeft.

18

In dien daghe sullen vijf steden zijn inden lande van Egypten, sprekende metter Chananeetsche tonghe, ende swerende bi den HEERE der heyrscharen, die stadt der Sonnen sal die eene worden ghenoemt.

19

In dien daghe sal den outaer des HEREN zijn int midden des lants van Egypten, ende den tijtele des HEEREN bi haer palen,

20

ende het sal tot eenen teeken ende ghetuyghenisse den HEERE der heyrscharen zijn inden lande van Egypten.

Si sullen tot den HEERE roepen vanden aensichte des ghenen diese quelt, ende hi sal hen den salichmaker ende den vooruechter seynden, ende die salse verlossen,

21

Ende die HEERE sal van Egypten bekent zijn, ☞ Ende die Egyptenaers sullen den HERE in dien daghe bekennen, ende si sullen hem eeren met offerhanden, ende si sullen den HERE gheloften ghelouen, ende sullense betalen.

22

Ende die HERE sal Egypten slaen met plaghen, ende salse ghenesen. Ende die Egyptenaers sullen totten HERE wederkeeren, ende hi sal hen versoent worden, ende hi salse ghesont maken.

23

In dien daghe sal den wech zijn van Egypten tot die van Assyrien, Ende die van Assyrien sal comen in Egypten, ende die Egyptenaers sullen Assyrien dienen.

24

In dien daghe sal Israel die derde zijn, den Egyptenaer ende Assyrier een gebenedijnghe int midden des lants,

25

dat welcke die HEERE der heyrscharen ghebenedijt heeft, seggende, Ghebenedijt si mijn volck van Egypten, ende van Assyrien, dat werck mijnder handen, Maer Israel is mijn erffenisse.

§ Van die gheuanghenisse in Egypten, ende van die ouerreysinghe van dat Mooren lant, ende van die naectheyt.

margenoot+
A

margenoot*
th. Ende Egypten sal gheheel adem loos worden.

margenoot+
B

margenoot*
the. truyt aen die beke tot aenden opspronc der beken ende alle zaet aen die beke sal dorre worden.

margenoot*
the. sonder moet zijn.

margenoot*
h. haer netten sullen verderuen

margenoot*
the. Zoan.

margenoot*
the. Zoan.
margenoot*
the. Noph
margenoot+
C

margenoot*
the. datter noch hooft noch steert noch stock noch tack doen sal


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken