Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .liiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+LOuet ghi onuruchtbare, die niet en baert, Singt lofsanck, ende brieschet die niet en arbeydet int baren, Ga naar margenoot+ want die verlatenen heeft meer kinderen, dan die ghene die den man heeft, seyt die HEERE.

2

Verbreyt die plaetse uwer tenten, ende breyt wt die vellen uwer wooninghen, en spaert niet, maect lanc v coordekens ende sterct v naghelen,

3

Want ghi sult ter rechter ende ter slincker hant doorbreken, ende v zaet sal die Heydenen beeruen, ende in verlatenen steden sal si woonen.

4

En wilt niet vreesen, want ghi en sult niet beschaemt worden, ende ghi en sult v niet schamen, Ga naar margenoot+ noch het en sal v niet bescamen, want ghi sult der bescaemtheyt uwer iuecht vergeten, ende des lachters uwer weduwelicheyt en sult ghi niet meer ghe-

[pagina L4v]
[p. L4v]

dencken.

5

Want hi sal ouer v heerschappie hebben, die v gemaect heeft, die HEERE der heyrscharen is sinen naem, ende v verlosser die Israels heylighe, Hi sal Godt van alder eerden geheeten worden,

6

Want die HEERE heeft v gheroepen, als een verlaten wijf ende truerende inden gheest, ende Ga naar margenoot* een huisfrouwe vander ioncheden) verlaten, seyt v God,

7

In een cleyne stonde heb ic v verlaten ende in groote onfermingen sal ic v vergaderen

8

Ga naar margenoot+In een corte stonde des torens heb ic mijn aensichte een luttel van v verborghen, ende nv met eewige ontfermherticheyt heb ick ws ontfermt, seyde uwe verlosser die HEERE.

9

Gelijck inden daghen van Noë is my dit, dien ick swoer, dat ick die wateren der dyluuie niet meer brengen en soude ouer dat eertrijc, so heb ic gesworen, dat ic niet gram tegen v en soude worden ende dat ic v niet en soude berispen.

10

☞ Want die bergen sullen beuen ende die hueuelen sullen beweecht worden Maer mijn ontfermherticheyt en sal van v niet wech ghaen, ende dat verbont mijns vredes, en sal niet beweecht worden, seyde uwe ontfermer die HEERE.

11

Arme wijfken met onweder mismaect, sonder eenige vertroostinge, siet, ic sal uwe steenen plaueyen Ga naar margenoot* in oordinancie) ende ick sal v met Saphieren funderen.

12

Ga naar margenoot+Ende ick sal Ga naar margenoot* Iaspis steen tot v tinnen stellen) ende uwe poorten Ga naar margenoot* tot gegroefde) steenen, ende alle uwe palen tot begherlijken steenen,

13

alle uwe kinderen geleert vanden HEERE, ende menichte des vredes uwen kinderen.

14

☞ In rechtueerdicheyt sult ghi ghefundeert worden, Gaet wech verre van valscher bedrieginge, want ghi en sult niet vreesen, ende vanden anxte, want hy en sal tot v niet genaken.

15

Siet, Ga naar margenoot* die bouman des vremden lants, sal comen dye met my nyet en was, Eermaels uwe toecomelinc, sal met v gheuoecht worden.)

16

Siet, ic heb eenen smit gheschapen, dat hi blase dien kole int vyer, ende voortbrenge dat vat tot sinen wercke, ende ic heb den vernielder geschapen, om te vernielen.

17

Alle vat dat tegen v gemaect is, en sal niet voorspoedich zijn, ende ghi sult alle tonge die tegen v op sal staen, int oordeel vonnissen, Dit is die erffenisse der knechten des HEEREN, ende haer gerechticheyt is by my, seyt die HEERE.

§ Van die barmherticheyt des Euangeliums, Ende hoe Gods volc met Godt, ende Godt tegen zijn volc leuen sal.

margenoot+
A
margenoot+
Sap. iij.c. Luc. xxiij. Gal. iiij.d.

margenoot+
B

margenoot*
the. ionghe wijf

margenoot+
C

margenoot*
h. met smaragden

margenoot+
D
margenoot*
the. cristallinen uwe vensteren maken
margenoot*
theb. Karbunckel

margenoot*
th. ic en sal niemant bi v laten woonen, ende oft yemant bi v woonde die sal voor v vallen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken