Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .iij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+Aleph. IC ben een man siende mijn armoede, van die roede zijnder gramscap.

2

Aleph. Hi heeft mi gedreuen ende gebracht in donckerheden, ende niet int licht.

3

Aleph. Alleen heeft hi tegen mi gekeert, ende hi heeft al den dach zijn hant omgekeert.

4

Aleph. Hi heeft mijn vel out gemaect, ende mijn vleesch, hy heeft mijn ghebeenten ghebroken.

5

Beth. Hy heeft al omme my vertimmert, ende hy heeft mi omset met ghallen, ende met arbeyde.

6

Beth. In donckerheden heeft hi my gheset, als eewighe dooden.

7

Gimel. Hi heeft teghen mi al omme gesticht dat ic niet wtghaen en sal, hy heeft mijn boeyen verswaert.

8

Ga naar margenoot+Gimel. Maer ooc als ic roepe, ende als ick bidde, so heeft hi mijn gebet wtgesloten.

9

Gimel

[pagina P4r]
[p. P4r]

Hi heeft minen wech besloten met viercante steenen, hi heeft mijn byweghen Ga naar margenoot* om gekeert)

10

Daleth Eenen beyr laghen legghende is hi mi geworden, ende een leeuw int verborgen.

11

Daleth Hi heeft mijn byweghen omgekeert, ende hi heeft mi ghebroken, ende hy heeft mi verlaten ghesedt.

12

Daleth Hi heeft sinen boghe ghespannen, ende hy heuet mi ghesedt ghelijc een teeken, om na te schieten.

13

He Hi heeft in mine nieren gescoten die Ga naar margenoot* dochteren) zijnder pijlkokeren.

14

He Ic ben gheworden tot spotte alle mijnen volcke, ende alle den dach hare liedeken.

15

He Hi heeft mi veruult met bitterheden, hi heuet mi droncken gemaect van alsene.

16

Vau Hi heeft bi getale mijn tanden gebroken, hi heeft mi met asschen ghespijst.

17

Vau Ende mijn siele is Ga naar margenoot*) verstooten, ic hebbe vergheten der goeden.

18

Vau Ende ic seyde, mijn Ga naar margenoot* eynde) ende mijn hope is verloren voor den HEERE.

19

Zai Ghedenct mijnre armoeden ende mijns ouergangenissen der alsenen ende der gallen.

20

Zai Ga naar margenoot* Metter gedachten so sal ic gedencken, ende) mijn siele sal in mi verdwinen.

21

Zai Dit gedenckende in mijn herte, daer om sal ic hopen in Gode.

22

Heth Des HEEREN ontfermherticheyt ist, dat wi niet te niete en zijn, want sine ontfermherticheden en hebben niet gebroken.

23

Heth Ic weet vroech in die dagheraet dat v Ga naar margenoot* gelooue) veel is.

24

Ga naar margenoot+Heth Mijn deel is die HEERE, seyde mijn siele, hier omme sal ic hem verbeyden

25

Thet Die HEERE is goet den ghenen die op hem hopen, der sielen die hem soect.

26

Thet Het is goet te verbeyden met gheswijge des HEEREN salicheyt.

27

Thet Het is eenen man goet als hi des HEREN iock draecht van zijnre ioncheyt.

28

Iod Dat hy alleen sitte ende swijghe, wandt hy heeft hem seluen verheuen bouen hem seluen.

29

Iod Hy sal sinen mont leggen int stof, ofter by auontueren hope si.

30

Iod Hi sal den ghenen die hem slaet zijn wangen geuen, met lachteren sal hi versaet worden.

31

Caph Want die HEERE en sal inder eewicheyt niet verstooten.

32

Caph Ga naar margenoot* Om dat hi hem seluen wech geworpen heeft, so sal hi ontfermen) nae die menichfuldiheyt zijnre ontfermherticheyt.

33

Caph Want hi en heeft nyet verootmoedicht wt zijnre herten, ende die kinderen der menschen [kolom] verworpen.

34

Lamech. Ga naar margenoot* Om dat hi) onder sine voeten vertreden soude alle die geuangenen der aerden.

35

Lamech. Om dat hy des mans ordeel neder buygen soude in des alderhoochsten aensichte.

36

Lamech. Ga naar margenoot* Op dat hy den mensche verkeeren soude in sinen ordeele, dat en wiste die here niet)

37

Mem Wie is dese die seyde, datment doen soude alst die Here niet en beual.

38

Mem Ende dat wt des HEREN alre hoochsten mont niet en comen, noch goede noch quade.

39

Mem. Ga naar margenoot* Wat murmureerde een leuende mensche, een man voor sine sonden.)

40

Nun Laet ons onse wegen ondersoecken, ende laet ons soecken, ende laet ons weder bekeeren totten HEERE.

41

Nun Laet ons onse herten opheffen met onse handen tot Gode waert inden hemel.

42

Ga naar margenoot+Nun Wi hebben onrechtuaerdelic ghedaen, ende hebben v tot gramscap verwect, hier om en sidi niet te verbiddene.

43

Samech Ghi hebt ons met gramscappen ouerdect, ende Ga naar margenoot* geslaghen) ende doot gheslaghen, ende niet gespaert.

44

Samech Ghi hebt tegen v een wolcke gesedt, dat dat gebedt niet en mach doorgaen.

45

Samech. Ghi hebt mi geset een ontwortelinghe ende afworpinghe int midden vanden volcke.

46

Phe. Sij hebben haren mont op ons opgesperret alle die vianden.

47

Phe. Ga naar margenoot* Propheteringhe) is ons lieden geworden, ende anxt, ende stricken, ende verdruckinge.

48

Phe Mijn ooge heeft wtghebracht scheydinge der wateren Ga naar margenoot* in die intwee breekinge) der dochteren mijns volcs

49

Ain Mijn ooge is gequelt, ende en sweech nyet om datter gheen ruste en was

50

Ga naar margenoot+Ain Totter tijt toe, dat die HERE vanden hemelen dat mercte ende aensach.

51

Ain Mijn ooge Ga naar margenoot* heeft mijn siele berooft, in) allen den dochteren van mijnder stadt.

52

Sadech Mijn vianden hebben my sonder sake beuaen met iachte, gelijc eenen vogel.

53

Sadech Mijn leuen is geuallen in eenen put, ende si leyden op mi eenen steen.

54

Sadech Die wateren liepen bouen mijn hooft, ic seyde, ic ben bedoruen.

55

Cuph Ic aenriep uwen naem, HERE, vanden wtersten putte.

56

Cuph Ghi hebt gehoort mijn stemme, en keert v oore niet af van minen suchten, ende van minen roepen.

57

Cuph Ghi quaemt bi mi inden daghe doen ic v aenriep, ghy seyt, en vreest niet.

58

Ga naar margenoot+Res. HEERE ghi hebt mi geoordeelt, die sake mijnre sielen, verlosser mijns leuens.

59

Res HEERE ghi hebt haer boosheyt ghesien teghen mi, oordeelt mijn oordeel

60

Res Ghi gebt gesien alle haren toorn, alle haer gedachten teghen mi.

[pagina P4v]
[p. P4v]

61

Sin. Ghi hebt gehoort haren lachter HERE, al haer gedachten tegen mi.

62

Sin Die lippen der ghenen die tegen mi opstaen, ende dye gedachten haerder herten teghen my alle den dach.

63

Samech. Haer sitten ende haer opstaen aensiet, ic ben haren Ga naar margenoot* Psalm)

64

Thau. HEERE verghelt hen haren loon na die wercken van haren handen.

65

Thau. Ghi sult hen geuen Ga naar margenoot* den schilt des herten, dinen arbeyt)

66

Thau. Ghi sult hen veruolgen in uwen toren, ende vertredense onder die hemelen.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot*
th. gecromt

margenoot*
the. sonen ยง Des kokers sonen, zijn die pijlen, dye daer in steken

margenoot*
th. vanden vrede.

margenoot*
th. verwinninge.

margenoot*
th. weest doch wel gedachtich dat mijn leuen wech sinct.

margenoot*
th. trouwe.

margenoot+
D

margenoot*
th. maer hy en verootmoedighet maer, ende ontfermet dan weder

margenoot*
th. als of hi

margenoot*
th. Oft al wilde hi eenen mensche in sinen rechte verordeelen laten, dattet die here niet en wiste

margenoot*
the. waer om sal dan alleene een leuende mensce hem mede becommeren tegen zijn sonden

margenoot+
E

margenoot*
th veruolghet.

margenoot*
th. verwoestinge

margenoot*
th. om der scaden wille

margenoot+
F

margenoot*
th. is onghemotich worden teghen

margenoot+
G

margenoot*
the. liedeken

margenoot*
the. uwen vloeck dat hen therte breken mochte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken