Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .v. Capittel.

1

Ga naar margenoot+IErusalem trect, dat cleet des screyens ende uwer quellingen wt, ende cleet v met vercieringe ende met eeren, die welcke v van God een eewige bliscap is,

2

God sal v metten cleede der rechtuaerdicheyt omhangen, ende sal eenen myter der eewiger eeren op v hooft setten,

3

Want God sal zijn schijnsel in v thoonen die onder den hemel is,

4

Want uwen naem sal v van God ghenoemt worden inder eewicheyt, vrede des rechtuaerdicheits ende eere der goedertierenheyt.

5

Ga naar margenoot+Ierusalem staet op, ende staet in dat hooge, ende siet om, na den oosten, ende siet uwe sonen vergadert vanden oosten totten westen, verblidende in des heyligen woort verblidende in die gedachtenis des HEEREN.

6

Want si zijn van v te voete wt gegaen ende gheleydt vanden vianden, Maer dye HEERE salse wederomme tot v leyden, gedraghen in eeren, ghelijck sonen des rijcs.

7

Want God heeft gheoordineert te vernederen alle hooghe berghen, ende eewighe steenrootsen, ende te veruullen die dalen in ghelijcheyt der aerden, Ga naar margenoot+ Op dat Israel naerstelijcken wandelen soude, inder eeren Gods.

8

Maer die bosschen ende alle dat hout des soeticheyts, hebben Israel omschaeduwet, door dat ghebot Gods,

9

Want God sal toe leyden Israel met vrolicheyt, in dat licht zijnder moghentheyt, met barmherticheyt ende rechtuaerdicheyt, die welcke wt hem is.

§ Hier beghint dat wtschrift vanden brieue, vanden propheet Baruch den welcken brief Ieremias ghesonden heeft, totten ghenen dye vanden Coninck van Babylonien, gheuanghen wech geleyt waren in Babilonien, op dat hi hen bootschapen soude, also als hem van Gode gheboden was.

§ Hoe die propheet die afgoderie seer swaerlijc ende hardt straft, seyndende desen brief tot die gheuangene vanden Coninck van Babylonien, in Babilonien geuoert.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken