Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xli. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde hi leyde mi totten tempel, ende hi mat die Ga naar margenoot* voorbeghinselen) Die breede, ses cubitus, in die een side, Ende ses cubitus in die ander side, die breede des tabernakels,

2

Ende die breede der poorten, was .x. cubitus, ende die siden der poorten vijf cubitus, aen die een side, ende vijf cubitus aen die aender side Ende hi mat zijn lengde van .xl. cubitus, Ende die breede van .xx. cubitus,

3

Ende hi ghinck binnen daer in, ende hi mat Ga naar margenoot* in dat voorbeghinsele) vander poorten, Ga naar margenoot+ twee Ga naar margenoot* cubitus) ende die poorte vi. cubitus, Ende die Ga naar margenoot* breede) vander poorten .vij cubitus.

4

Ende mat haer lengnde .xx. cubitus, ende haer breede .xx. cubitus voor dat aensichte des tempels. Ende hi seyde tot mi, Dat is dat alderheylichste der heyliger plaetse,

5

Ende hi mat den wandt vanden huyse, ses Ga naar margenoot* cubitus) Ende die Ga naar margenoot* breede vander siden vier cubitus, al rontsom den huyse,

6

Ende die siden, side aen side waren tweemael .xxxiij. Ende si waren hooghe wtstekende die door die wanden vanden huysen souden incomen inden siden alom op dat si tsamen houden souden) Ende die wanden des tempels niet ghenaken en souden.

7

Ende daer was een strate int ront opghaende, door eenen wendelsteen, Ende hi leyde opwaert alomme, tot in die auontmael cameren vanden tempel, Hierom was den tempel alderbreeste bouen in zijn hoochte, Ende aldus ghincmen op, vanden ondersten totten bouensten, ende int midden.

8

Ende ick sach die hoocheyt alom int huys ghemaect, die siden na die mate van een ryde, dat is lijnie van ses cubitus,

9

Ende die breede van den siden inden wanden van buyten, vijf cubitus.

Ga naar margenoot+ Ende dat

[pagina S4r]
[p. S4r]

binnenste huys, was in die siden des huys.

10

Ende die breede tusscen die scatcameren, was van .xx cubitus al om den huyse.

11

Ende die duere vander siden tot des gebets plaetse, dat een duere was totten noort wege, Ende een duere totten wech ten zuyden, Ende hi mat dye breede der plaetsen tot des ghebets plaetse toe .v. cubitus al om,

12

Ende dat gestichte Ga naar margenoot* dat versceyden was) ende gekeert totten wege de Ga naar margenoot* ter zee) waert sach, was .lxx. cubitus breet, Ende den wandt vanden gestichte hadde in zijn Ga naar margenoot* breede) alom vijf cubitus, Ende die lengde daer af was tnegentich cubitus.

13

Ende hi mat die lengde vanden huyse, hondert cubitus, Ga naar margenoot+ ende dat Ga naar margenoot* versceyden was), ende zijn wanden in die lengde, hondert cubitus.

14

Maer die breede vanden huyse, ende des gestichts, Ga naar margenoot* dat versceyden was tegen dat oosten) hondert cubitus,

15

Ende hi mat die lengde vanden gestichte, dat tegen dat aensicht vanden ghestichte was, datter versceyden was aenden rugghe. Ende Ga naar margenoot* die solderen van) beyden siden hondert cubitus, Ende die tempel was binnen, ende die voorhuysen vander zalen,

16

Ende den dorpel, ende die cromme vensteren, ende die Ga naar margenoot* solderen van) beyde siden alom, aen die drie siden, Teghens elcken dorpele was ouertrocken alom met Ga naar margenoot* houte) ende van die aerde, totten vensteren, Ende die vensteren waren gesloten op die dueren,

17

ende totten binnensten huyse, ende van buyten, Ende alle die wanden alom binnen ende buyten ter maten gewrocht

18

Ende daer waren Cherubinnen ende Ga naar margenoot* palmen) aen gesneden, Ende een Ga naar margenoot* palme) was tusschen Cherub ende Cherub, Ende elc Cherub hadde twee aensichten,

19

Ga naar margenoot+Eens menschen aensichte neuen die Ga naar margenoot* palme) van deser siden Ende eens leeuwen aensichte neffens Ga naar margenoot* dye palme) vander ander siden ghesneden. Al dat huys door,

20

vander aerden totten oppersten deel waren Cherubim, ende palmen gesneden, inden wandt des tempels.

21

Ende den dorpel was viercant, Ende die aensichten des heilichdoms, waren aensicht teghen aensicht,

22

Dye hoochte des houten outaers, was drie cubitus, ende zijn lengde twee cubitus. Ga naar margenoot* Ende zijn hoecken) ende zijn lengde, ende zijn wanden waren houten, Ende hi sprac tot mi, Dit is die tafel voor den HERE.

23

Ende inden tempel waren twee dueren, ende in dye heylige plaetse,

24

Ende inden twee dueren van beyde den siden waren twee cleyne dueren, dye in malcanderen voechden, Ooc warender twe dueren van beyde den siden vanden dueren

25

Ende op die dueren des tempels waren Che-[kolom]rubim gesneden, ende Ga naar margenoot* palmen wt gehouwen also gelijc inden wanden gesneden waren Ende hier waren die houten inden voorhoue vanden voorhuyse buyten grouere.

26

Ende daer waren bouen cromme vensteren, ende die gelijckenisse van Ga naar margenoot* palmen) in die een side, ende in die ander side, inden hoeck vanden voorhuyse, na die siden vanden huyse, ende nae die breede vanden wanden.

§ Vanden scatkisten noortwaert, ende westwaert getimmert Vander priesteren eedtcamere, Ende hoe den muer tusschen die heylige ende ghemeyne plaetse gemeten wert.

margenoot+
A
margenoot*
h. siwanden

margenoot*
h. die siwanden
margenoot+
B
margenoot*
th. cubitus dicke
margenoot*
h. breide na die hoochte

margenoot*
th. cubitus dicke
margenoot*
h. wyde vanden sicameren die aen dat huys stonden, was elck vier cubitus ende deen stont aen dander ende waren xxxiij. Ende die balcken ghinghen door aen die buytenste wanden der neuen cameren, alom dat si tsamen geuat waren maer aen des huys wanden en waren si niet ingheuat,

margenoot+
C

margenoot*
th. dat voor dat stuc. ยง Stuc dat is tgheheel werc des tempels.
margenoot*
the. west
margenoot*
th. dicte

margenoot+
C
margenoot*
th. stuck

margenoot*
th. voren aent huys metten tempel

margenoot*
the. die pilaren aen.

margenoot*
the. die pilaren aen.
margenoot*
th. berderen.

margenoot*
theb. dadelboomen
margenoot*
h. dadelboom

margenoot+
D
margenoot*
h. dadelboom
margenoot*
th. den dadelboom.

margenoot*
th. ende stont op voeten

margenoot*
theb. dadelboomen.

margenoot*
theb. dadelboomen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken