Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capittel.

1

SEgt uwen broederen, Dat si mijn volc zijn Ende Ga naar margenoot* uwer sustere dat si is dontfermde)

[pagina V2r]
[p. V2r]

2

Ga naar margenoot* Oordeelt) v moeder Ga naar margenoot* oordeeltse) want si en is mijn huysurouwe niet, ende ic en ben haere man niet. Ga naar margenoot+ Laetse haer oncuysheyden afdoen van haeren aenschijn, ende haer ouerspelen vant midden haerder borsten,

3

op dat icse niet naect en berooue, ende settense na den dach haerder geboorten. Ende dat icse sette als een woestine, ende dat icse sette als een Ga naar margenoot* lant, daermen niet door en mach gaen) ende dat icse doode met dorste,

4

ende dat ic haerder sonden niet en ontferme, want si zijn sonen der Ga naar margenoot* oncuysheyt)

5

want haer moeder heeft oncuysheit gedaen. Si is bescaemt diese Ga naar margenoot* ontfangen) heeft, want si gheseit heeft. Ic sal na mijn boeleerders gaen, die mi mijn broot ende mijn water, mijn wolle ende mijn vlas mijn olie, ende minen dranc gheuen.

6

Ga naar margenoot+Daerom siet, ic sal uwen wech met doornen tuynen, ende ic sal dien tuynen met eenen steenen muer, Ende si en sal haer biwegen niet vinden

7

Ende si sal na volgen haer boelleerders, ende en salse niet vercrigen, si salse soecken ende niet vinden, Ende si sal segghen. Ic sal gaen ende weder keeren tot minen eersten man, want het ginc mi doen beter dan nv.

8

Ende dese en heeft niet geweten, dat ic haer gegeuen heb tarwe ende wijn ende olie, Ende heb haer siluer ende gout vermenichfuldicht, waer af si Baal gemaect hebben.

9

Daerom sal ic my keeren, ende sal mijn tarwe wederhalen tot zijnder tijt, ende minen wijn in zijnder tijt, ende sal mijn wol Ga naar margenoot* verlossen), ende mine vlas, die welcke bedecten haer scamelheit.

10

Ga naar margenoot+Ende nv sal ic haer Ga naar margenoot* sotheit) ontdecken in haerder boelleerders oogen, ende geen man en salse verlossen van mijnder hant,

11

Ende ic sal op doen houden al haer bliscap, ende haer hoochtiden, dat hoochtijt der nieuwer maenden, ende haeren Sabboth, ende alle haer hoochtiden.

12

Ende ic sal haeren wijngaert verderuen, ende haere vijchboomen vanden welcken si gheseyt heeft. Dit is minen loon, dien mijn boelleerders my gegeuen hebben. Ende ic salse tot eenen bosch setten, ende die Ga naar margenoot* beeste) des ackers salse eten,

13

Ende ic sal op haer versoecken die daghen Baalim, in die welcke si ontsteken heeft wierooc ende vercierde haer met eenen oorrinc ende met haeren halsbant, ende ginc na haer boelleerders, ende heeft mijns vergeten, seyt die HERE.

14

Daerom siet, ic salse Ga naar margenoot* soogen) ende leydense in een woestine. Ende ic sal Ga naar margenoot* tot haerder herten spreken)

15

Ende ic sal haer geuen Ga naar margenoot* wijngaedeniers) wt der seluer plaetsen, ende dat dal Achor, om op te doen die hope. Ende si sal daer singen naden daghe haerder iuecht, ende nae den daghe haerder opclimminghe, Ga naar margenoot+ van dat landt van Egipten,

16

Ende in dien daghe salt zijn, seyt die HERE, dat si mi heten sal, Mijn man. Ende en [kolom] sal mi niet meer noemen Ga naar margenoot* Baali).

17

Ende ic sal wech doen den naem Baalim van haeren mont, ende men en sal voort meer niet ghedencken haerder namen.

18

Ende ic sal met hen een verbont slaen, in dien dage met die beeste des ackers, met den voghel des lochts, ende metten gewormte dat opter aerden cruypt. Ende ic sal in twee breken den boge ende tswaert, ende den strijt vanden lande, ende ic salse doen slapen getrouwelic.

19

Ende ic sal v mi trouwen inder eewicheit, ende ic sal v mi trouwen in rechtueerdicheyt ende oordeel, ende in bermherticheyt, ende in ontfermenissen,

20

Ende ic sal v trouwen int gelooue, Ga naar margenoot+ ende ghi sult dan bekennen dat ic die HERE ben,

21

Ende in dien dage salt zijn, dat ic sal verhooren, seit die HERE. Ende ic sal verhooren die hemelen, ende si sullen daerde verhooren.

22

Ende de aerde sal Ga naar margenoot* verhooren de tarwe, wine ende olie, Ende dese sullen Iezrael verhooren.

23

Ende ic salse mi saeyen inder aerden, ende ic sal haerder ontfermen Ga naar margenoot* die sonder bermherticheyt was)

24

Ende ic sal segghen tot dat, Niet mijn volc is, Ghi zijt mijn volc, Ende hi sal seggen, Ghi zijt mijn God.

§ Van dat volc, van God ouergelaten, ende om loon gehuert Ende van haer bekeeringe inden laetsten tiden.

margenoot*
th. uwen susteren, dat si hebben ontfermherticheyt vercreghen

margenoot*
th. straft
margenoot*
th. straftse
margenoot+
A

margenoot*
th. dorre lant

margenoot*
th. hoeren

margenoot*
th. gedragen

margenoot+
B

margenoot*
the. weder nemen

margenoot+
C
margenoot*
th. oneere

margenoot*
th. draeck

margenoot*
th. verleiden
margenoot*
th. tot haer vriendelick spreken.

margenoot*
th. wijngaerden
margenoot+
D

margenoot*
th. mijn baal § Baal heet int duytsch, een meester, also werden de afgoden ghenaemt. Nv en wilt god van zijnder bruyt niet een meester geheeten worden, mer vriendelike mijn man

margenoot+
Roma. ix.c. ij.petri. ij.b

margenoot*
§ Verhooren, hi wilt seggen, daer en sal nyewaerts ghebrec zijn

margenoot*
th. ongeontfermde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken