Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIt seyt die HERE Ga naar margenoot* Opten drien sonden van Moab, ende opten vieren en sal ic hem niet bekeeren) daerom want hi heeft verbrant die gebeenten des Conincs van Idumeen tot asschen,

2

Ende ic sal een vier seynden in Moab, ende het sal verslinden die Ga naar margenoot* huysen) van Carioth, ende Moab sal steruen inden geluyde der trompetten gheclanc,

3

ende ic sal verstroyen die rechteren van zijn middelt, ende ic sal dooden alle zijn princen met hem, seyt die HERE.

4

Dit seyt die HERE. Ga naar margenoot* Opten drie sonden van Iuda, ende opten vieren en sal ick hem niet bekeeren) Daeromme want hy verworpen heeft die wet des HEREN, Ga naar margenoot+ ende en heeft niet bewaert zijn Ga naar margenoot* gheboden) Want Ga naar margenoot* zijn afgoden) hebben hem bedroegen, Ga naar margenoot+ nae den welcken haer vaders ghegaen zijn.

5

Ende ic sal een vier seynden in Iudam, ende het sal verslinden die Ga naar margenoot* huysen) te Ierusalem.

6

Dit seyt die HERE. Ga naar margenoot* Opten drie sonden van Israel, ende opten vieren so en sal ic hem nyet bekeeren) Daerom want hy vercocht heeft den rechtuaerdighen om siluer, ende den ar-[kolom]men om schoenen.

7

Die tsamen wriuen die hoofden der armen op dat stof der aerden, ende si Ga naar margenoot* wijken vanden wech der ootmoedigen) Ende die sone ende vader zijn gegaen tot een ionghe deerne om dat si Ga naar margenoot* besmetten) souden mine heyligen name.

8

Ende op die cleederen die si te pande hadden, hebben si Ga naar margenoot* nedegeseten) bi alle outaren, Ga naar margenoot+ Ende hebben ghedroncken den wijn der Ga naar margenoot* verdoemder) inden huyse haers Gods. Ga naar margenoot+

9

Maer ic heb verdreuen van haer aensicht den Amorrite, wiens hoocheit was als die hoochheyt der Cederboomen, ende hi was sterck als die eycken boom. Ende ic heb tsamen ghebroken zijn vrucht van bouen, ende zijn wortelen van onder.

10

Ic ben die v heb doen opclimmen vanden lande van Egipten, Ga naar margenoot+ ende heb v geleyt in die woestine veertich iaren, op dat ghi besitten soudt dat landt der Amorriten.

11

Ende ic heb verwect kinderen uwe sonen tot propheten, ende van uwe ionghelingen Nazareen. Ende ist niet also? ghi sonen van Israel seyt die HERE?

12

Ende ghi scenctet den Nazareen wijn, Ende den propheten hebdi gheboden seggende, En propheteert niet,

13

Siet ic sal kerren onder v als een wagen geladen met Ga naar margenoot* hoy) kerret.

14

Ende de vluchte sal vergaen vanden snellen, ende die stercke en sal niet behouden zijn cracht, ende die vrome en sal niet moghen verlossen zijn Ga naar margenoot* siele)

15

Ende die den boge houdt en sal niet staen, ende dye snelle van voeten en sal niet behouden worden. Ende de paertrider en sal niet behouden zijn Ga naar margenoot* siele)

16

ende die stercke van herten onder den stercken, sal Ga naar margenoot* naect vlieden) in dien dage, seyt die HEERE.

§ Van dat oordel Gods, ende van die straffinge der menschen sonden, Ende bisonder die heymelike verborghen afgoderie.

margenoot+
A
margenoot*
h. sal moab .iij. scalcheden vergeuen na die vierde en sal icse nymmermeer opnemen.

margenoot*
th. pallaysen

margenoot*
th. Ic sal iuda .iij. scalcheden vergeuen na de .iiij en sal ick hem nemmermeer opnemen
margenoot+
B
margenoot*
th. zeden.
margenoot*
th. haer luegenen
margenoot+
B

margenoot*
th. pallaysen

margenoot*
th. ic sal israel .iij scalcheden vergeuen na die vierde en sal ick hem nymmermeer opnemen.

margenoot*
th. wisen den ellendigen neuen hen
margenoot*
th. onteeren.

margenoot*
th. hen wtgestrect.
margenoot+
C
margenoot*
th. gestraft
margenoot+
Num. iij.b.

margenoot+
D

margenoot*
th. schoouen.

margenoot*
th. leuen.

margenoot*
the. leuen.

margenoot*
the. nauwe naeckt mogen ontulien.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken