Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde hi heeft haer begonnen te spreken doer parabolen. Ga naar margenoot+ Een mensche heeft een wijngaert geplant, ende heeft daer eenen tuyn [kolom] om geleyt, ende heuet daer in eenen put gegrauen, ende heeft daer in eenen toren getymmert Ende hadse den bouluyden verhuert, ende is pelgrimagie gereyst.

2

Ende alst bequaem tijt was heeft hi een knecht totten bouluyden ghesonden, op dat hy van dye vrucht des wijngaerts ontfangen soude van die bouluyden.

3

Ende si hebben hem aengeroepen, ende gesmeten, ende ledich weder om ghesonden.

4

Ende weder om heeft hi tot haer een ander knecht gesonden, ende die hebben si int hooft ghewont, ende met scande weder om ghesonden.

5

Ende hy heeft weder om een ander ghesonden, ende die hebben si ghedoot, ende veel ander, dese slaende, ende die doodende.

6

Ende noch hebbende sinen eenighen lieuen soen, heeft hi hem oec ten laetsten tot haer ghesonden, seggende. Si sullen minen soen ontsien.

7

Mer die ackerluyden seyden onder haer. Dit is die erfgenaem, coemt, laet ons hem dooden, ende die erf sal ons toebehoren.

8

Ende hem nemende, hebben si hem gedoot, ende wten wijngaert geworpen.

9

Wat sal dan die heere des wijngaerts doen: Hy sal comen ende verderuen die bouluyden, ende sal sinen wijngaert anderen geuen?

10

Oft hebt ghi dese scrift niet gelesen? Die steen die welcken verwierpen dye gheen dye tymmerden, Ga naar margenoot+ Dese is een hooft des hoecs geworden.

11

Dit is vanden here ghedaen, ende tis wonderlic in onsen ooghen?

12

Ende si sochten hem te vanghen, ende vreesden dye schaer, want si wisten dat hi dye parabel tegen haer gheseyt hadde. Ende als si hem ghelaten hadden, soe zijn si wech ghegaen.

13

Ga naar margenoot+Ende si seyden tot hem, somige wten pharizeen ende herodianen, op dat si hem vanghen souden in zijn woorden.

14

Welcke comende, hebben hem gheseyt. Meester, wi weten dat ghi waerachtich zijt, ende en vreest nyemant, Ga naar margenoot+ want ghi en siet die persoon der menschen niet aen, maer in dye waerheyt leert ghy den wech gods. Ist gheorloeft den Keyser tribuut te gheuen oft en sullen wijs niet gheuen?

15

Ende hi wetende haer scalcheyt, heeft geseyt. Wat tempteert ghi mi? brenct my eenen penninc dat icse sien mach.

16

Ende si hebben hem ghebrocht, ende hi seyt haer. Wiens is dit beelt, ende opscrift? Si segghen hem, des Keysers

17

Ende Iesus antwoordende, heeft haer gheseyt. Ga naar margenoot+ Geuet den Keyser dat den Keyser behoort, ende god dat god toebehoort, ende si hebben verwondert van hem.

18

Ende die Saduceen comen tot hem, die daer seggen datter gheen verrisenis en is, ende hebben hem gheuraecht segghende.

19

Meester? Moses heeft ons gescreuen. Ist dat yemants

[pagina D7r]
[p. D7r]

broeder sterft, ende een wijf achterlaet, ende gheen kinderen en laet, Ga naar margenoot+ dat zijn broeder zijn wijf nemen soude, ende verwecken zijn broeders saet.

20

Daer hebben seuen broeders gheweest, ende die eerste heeft een wijf ghenomen, ende die steruende, en heeft gheen saedt ghelaten.

21

Die tweede heeft haer oec ghenomen, ende is ghestoruen, ende hy en heuet oec gheen saedt ghelaten, ende des gelijcs die derde,

22

ende die seuen hebben haer genomen: ende en hebben gheen saedt ghelaten. Ten laetsten van allen is dat wijf ghestoruen,

23

hier om in die verrisenis, als si verrisen sullen wiens van haer sal dat wijf wesen? want die seuen hebben haer tot een wijf gehadt.

24

Ende Iesus antwoordende, heeft haer gheseyt. En dwaelt ghy daer om nyet, om dat ghy dye schriften nyet en weet, noch de cracht gods?

25

Want als si vanden dooden sullen opstaen, so en houweliken si niet, noch en worden te houweliken gegeuen, maer si zijn als engelen gods, die in die hemelen zijn.

26

Maer vanden dooden dat si verwect worden, hebt ghi nyet ghelesen in Moses boec, hoe dat god tot hem gesproken heeft op den doornen bosch, seggende. Ga naar margenoot+ Ic ben Abrahams god: ende Isaacs god, ende Iacobs god,

27

daer en is gheen god der dooden, maer een god der leuenden? Daer om dwalet ghy zeer.

28

Ga naar margenoot+Ende als een vanden scriben aengecomen was ende haer gehoort hadde, tsamen vragende ende gesien hadde dat hy haer wel gheantwoort hadde, Ga naar margenoot+ so heuet hy hem gheuraecht. Wat ist principaelste ghebodt van alle?

29

Ende Ihesus heeft hem geantwoordt. Het eerste van allen gheboden is. Hoort Israel. Dye heere god is een heere.

30

Ende ghy sult den heere v god lief hebben, wt v geheele herte, ende wt v gheheele siele, ende wt v geheel verstant, ende wt v geheele crachten, dat is het eerste gebodt.

31

Ende tweede deser gelijck, is dit. Ghy sult uwen naesten lief hebben als v seluen daer en is gheen meerder gebodt dan dese.

32

Ende dye scribe heeft hem geseyt. Meester: ghy hebt in dye waerheyt wel gheseyt datter een god is, ende datter gheen andere en is sonder hem,

33

ende datmen hem lief hebben sal wt geheelder herten, ende wt geheelder verstant, ende wt geheelder sielen, ende wt geheelder crachten. Ende lief te hebben den naesten als hem seluen, meer is, dan alle heel ghebrande offerhanden, ende sacrificy.

34

Ende als Iesus sach dat hy wijsselic gheantwoort hadde, heeft hem geseyt. Ghy zijt niet verde van trijcke gods, ende nyemant [kolom] en dorste hem daer na meer vraghen.

35

Ga naar margenoot+Ende Iesus antwoordende, seyt haer, leerende inden tempel. Ga naar margenoot+ Hoe segghen die scriben dat Christus Dauids soon is?

36

want Dauid sels seyt inden heylighen gheest. Die heere heuet gheseit tot minen heere, sidt aen mijn rechter hant, ter tijt toe dat ic setten sal uwe vyanden, tot een voetbanck uwer voeten.

37

Dauid noemt hem selfs een heere, ende hoe isset zijn soon? Ende die grote schare hoorde hem geerne.

38

Ende hy seyde haer in zijn leeringe. Wacht v voor die scriben, dye daer gaerne in langhe clederen wandelen, Ga naar margenoot+ ende gaerne ghegroet zijn op de marct,

39

ende lief hebben dye eerste stoelen in die synagogen, ende dat voorsitten in dye auontmaelen,

40

dye welcke daer verslinden die huysen der weduwen, onder tbedecksel van langhe ghebeden, dese sullen meerder verdoemenisse ontfanghen.

41

Ende sittende Iesus tegen ouer die offerkiste, heeft gesien, hoe dat dye schare ghelt worpen in dye offerkist, ende veel rijcke worpen veel.

42

Ende daer is een arme weduwe gecomen ende heeft twee minuten, dat is, een quadrant geworpen.

43

Ende roepende zijn discipulen, heeft haer gheseyt. Ick seg v voorwaer, dat dese arme weduwe meer gheworpen geeft, dan al dye in dofferkist geworpen hebben,

44

want si al geworpen hebben van dat ghene dat haer ouer was, mer dese heeft wt haer armoede: al tgheen dat si hadde gheworpen, al haer geheele nootdruft.

margenoot+
A
margenoot+
Mat. xxi. Luce. xx.d Esaie. v

margenoot+
psal. c.xvij mat. xxi.b Luce. xx.c.

margenoot+
B

margenoot+
mat. xxij.b

margenoot+
Rom. xiij a

margenoot+
Mat. xx.c Luce. xx.e.

margenoot+
Exodi. 3.b

margenoot+
C
margenoot+
Mat. 22.b Deu. 6.a Leui. xvi.g Rom. xiij.c

margenoot+
D
margenoot+
mat. xxij.d psal. cix.

margenoot+
mat. xxiij a Luc. xiiij.b


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken