Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xx. Capittel.

1

Ga naar margenoot++ ENde het is geschiet in een van die dagen als hi inden tempel leerde tvolck, ende deuangeli vercondichde, so zijn die princen der priesteren, ende scriben metten ouders te samen ghecomen,

2

ende spraken tot hem, seggende. Segt ons, door wat macht doet ghi dese dingen? oft wie ist, die v dese macht gegheuen heeft? Ga naar margenoot+

3

Ende Iesus antwoordende heeft tot haer geseyt. Ick sal v ooc een woort vragen, [kolom] ende antwoort ghi mi.

4

Dat doopsel van Ioannes, wast wt den hemel, oft wt den menschen?

5

Ende si dochten onder haer, seggende. Ist dat wi seggen, vanden hemel, so sal hy segghen. Waer om en hebt ghi hem dan niet gelooft?

6

Ende ist saeck dat wi seggen wten menschen, so sal ons tgeheel volc steenigen. Want si zijn seker dat Ioannes een propheet is.

7

Ende si hebben gheantwoort, dat si niet en wisten: van waer dattet was.

8

Ende Iesus heeft haer gheseyt. Noch ick en segghe v ooc niet, door wat macht dat ic dese dingen doe. *

9

Ende hi heeft beghinnen te seggen tottet volc dese parabel. Ga naar margenoot+ Een mensche heeft een wijngaert gheplant, ende heeftse den boulieden verhuert, ende is pelgrimagie gereyst lange tijt.

10

Ga naar margenoot+Ende in dien tijt, heeft hij eenen knecht tot dye boulieden ghesonden, op dat si hem vande vrucht des wijngaerts gheuen souden, dye welcke si hebben gheslaghen, ende ledich weder om ghesonden.

11

Ende hi heeft daer toe noch een ander knecht ghesonden, ende si hebben desen oock gheslaghen ende bespot, ledich weder om ghesonden.

12

Weder om heeft hi den derden ooc gesonden welcke wondende, hebben si wt geworpen.

13

Ende die heere des wijngaerts heeft gheseyt: wat sal ick doen? Ic sal minen lieuen soen senden, by auontueren als si hem sien, sullen si hem ontsien.

14

Ga naar margenoot+Den welcken als dye boulieden gesien hadden, Ga naar margenoot+ so hebben si onder malcanderen ghedacht, seggende. Dit is die erfghenaem, laetten ons dooden, op dat die erf ons mach worden.

15

Ende si hebben hem wten wijngaert gheworpen, ende ghedoot. Daer om, wat sal dan dye heere des wijngaerts haer doen?

16

Hi sal comen, ende verderuen die boulieden, ende hy sal den wijngaert ander gheuen. Als si dit gehoort hadden, so hebben si geseyt tot hem dat si verre,

17

Ende hi haer aensiende, heeft gheseyt, wat is dan, datter ghescreuen staet. Die steen welcke die timmerlieden verworpen hebben, dese is gheworden een hooft van eenen hoec?

18

Al die ghene die vallen sal op desen steen, die sal seer gequetst worden: Ga naar margenoot+ mer op wien dye steen vallen sal, dien sal hy in stucken wrijuen.

19

Ende die princen der priesteren ende dye scriben, sochten die hant in hem te slaen op die selue vre, maer si hebben tvolc geureest, want si wisten dat hi dese gelijckenis tegen haer geseyt hadde.

20

Ga naar margenoot+Ende wachtende hebben wt gesonden laech leggers, de welcke hen seluen rechtueerdich beueynsen souden, op dat si hem vanghen souden in zijn worden, ende leueren hem die

[pagina F7v]
[p. F7v]

princelicheyt, Ga naar margenoot+ ende macht des stadthouders

21

Ende si hebben hem gheuraecht seggende Meester, wi weten dat ghy rechtelick segt, ende leert, ende ghi en siet gheen persoon aen, maer ghy leert dye wech gods inder waerheyt.

22

Ist gheoorlooft, dat wi den keyser tribuyt gheuen oft nyet?

23

Ende wetende haer valcsheyt, heeft tot haer geseyt. Wat tempteert ghi my?

24

thoont mi den penninck. Wiens beelt ende opscrift heeft si? Antwoordende hebben si geseyt. Des Keysers.

25

Ende hi heeft haer gheseyt. Daer om gheeft den Keyser, dat den Keyser toebehoort, ende God, dat God toebehoort. Ga naar margenoot+

26

Ende si en hebben zijn woort nyet moghen straffen voor tvolc, ende verwondert zijnde van zijn antwoort, hebben si ghesweghen.

27

Ga naar margenoot+Ende daer zijn tot hem ghecomen sommige vanden Saduceen, Ga naar margenoot+ die welcke versaecken, datter een verrisenis is, ende hebben hem geuraecht,

28

seggende. Meester, Moyses heeft ons gescreuen. Ist dat yemants broeder gestoruen is, een wijf hebbende, ende hi sonder kinderen ghestoruen waer, dat zijn broeder twijf nemen soude, ende verwecken zijnen broeder saet.

29

Aldus waren daer seuen broeders, ende die eerste heeft een wijf ghenomen, ende is sonder kinderen ghestoruen.

30

Ende die tweede heeft haer ghenomen, ende hy is sonder kinderen ghestoruen.

31

Ende dye derde heeft haer ghenomen, ende des ghelijcs oock die ander seuen, ende si en hebben gheen saet ghelaten, ende zijn ghestoruen.

32

Ende ten laetsten van allen, is twijf ooc ghestoruen.

33

Daer om wiens wijf salt dan wesen in die verrisenis? want die seuen hebben haer tot een wijf gehadt.

34

Ende antwoordende, heeft Ihesus tot haer gheseyt. Die kinder van deser werelt, die trouwen wiuen ende worden ghetrout,

35

maer die ghene welck die toecomende werelt, ende verrisenis wten dooden weerdich gherekent sullen worden die en nemen gheen wiuen, noch en geuen te houwelick,

36

want si niet meer steruen en moghen: want si zijn ghelijc die engelen, ende tzijn kinderen gods, in dien dattet zijn kinderen des verrisenisse.

37

Maer dat die dooden verrisen betoont Moses biden doornen boom als hi seyt. Die here is een god van Abraham, een god van Isaac, ende een god van Iacob.

38

Ga naar margenoot+Ende God en is gheen god der dooden, Ga naar margenoot+ mer der leuenden, want alle leuen si hem.

39

Ende sommige der scriben antwoordende, hebben gheseyt. Meester ghy hebt wel geseyt.

40

Ende si en dorsten hem niet meer yet vraghen.

41

Maer hi seyde tot haer. Ga naar margenoot+ Hoe seggen si dat [kolom] Christus Dauids soen is?

42

Ende Dauid seit selfs int boeck der psalmen. Ga naar margenoot+ Die heer heeft geseyt minen heer, sidt aen mijn rechter hant,

43

ter tijt toe dat ic setten sal uwe vianden tot een voet scamel dijnre voeten.

44

Daer om noemt hem Dauid een heere: Hoe ist zijn soon?

45

Ende alst al tvolck hoorde, heeft hy zijn discipulen geseyt.

46

Wacht v vanden scriben die daer wandelen willen in langhe cleederen, Ga naar margenoot+ ende beminnen die groetinghen op die marcten, ende dye eerste stoelen in dye synagogen, ende dat voor sitten aen die tafel.

47

Dye welcke verslinden die huysen der weduwen, beueynsende langhe ghebeden. Dese sullen groote verdoemenisse ontfanghen.

margenoot+
A

margenoot+
mat. xxi.d. Mar. xi.d

margenoot+
mat. xxi.d. Mar. xij.a Esaie. 8.c. Iere. ij.d

margenoot+
B

margenoot+
C
margenoot+
Esa. 28.d. i.petri. ij.a Rom. ix.b. psal. xvij.d Actu. 4.b.

margenoot+
mat. xxi.d. Mar. xij.a

margenoot+
D
margenoot+
mat. xxi.b Mar. xij b

margenoot+
Rom. xiij b

margenoot+
E
margenoot+
mat. xxij b Mar. xij.b

margenoot+
F
margenoot+
Exo. iij.b.

margenoot+
mat. xxij.a Mar. xij.d

margenoot+
psal. c ix.

margenoot+
Mat. 23.c. Mar. xij.d


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken