Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina K5r]
[p. K5r]

[afbeelding]

Hier begint de tvveede Epistel: die sinte Pauwels ghescreuen heeft tot die van Corinthen.

§ Dat eerste Capittel.

1

Ga naar margenoot+PAulus, Apostel Iesu Cristi, door den wille Gods ende Tymotheus broeder

Dye kercke Gods dye welcke te Corinthen is: te samen met allen heyligen dye in geheel Achaia zijn

2

Gracie, ende vrede si v van God onsen vader, ende den heere Iesu Christo.

3

Ghebenedijt si God, ende die vader ons heeren Iesu Christi, vader der bermherticheden, ende God van alle vertroostinghen

4

vertroostende ons in alle onse tribulacien, daer toe, om dat wi vertroosten mogen den ghenen, dye in eenige tribulacien zijn, door dye vermaninge, door welcker wy oock van god vemaent worden.

5

Want ghelijck als dye tribulacien Christi in ons oueruloedich zijn, also is oock onse vertroostinghe door Christum oueruloedich.

6

Ga naar margenoot+Het is dat wy ghetribuleert worden, om uwer vermaninge oft salicheyt oft ghetroost worden, om uwer vertroostingen, oft vermaent worden, om uwer vermaningen ende salicheyt dye welcke werct verduldicheyt der seluer passien, die wy oeck liden,

7

op dat onse hope vast si voor v, wetende, want gelijck ghi ghesellen zijt des lijdens, also suldi oock wesen ghesellen der vertroostinghen.

8

Want broeders, wi willen dat ghi weet van onse tribulacie, die ons gebuert is in Asia: want wi bouen maten beswaert zijn gheweest bouen onse [kolom] crachten, also dat ons oock verdroot te leuen

9

Ia dat wi die sentencie des doots in ons seluen ontfangen hadden: dat wi niet betrouwen en souden in ons seluen, maer in god, dye de dooden verwect,

10

die welcke ons van so groten periculen verlost heeft ende genomen. In wien wy hopen dat hy oeck noch verlossen sal,

11

ghi mede helpende door tgebet voor ons op dat wt veel personen voor de gaue die ons verleent is, door veel menschen: dancbaerheyt mach geschien voor ons.

12

Ga naar margenoot+Want dit is onse glorie, die getuygenis van onse conscientie, dat wi met simpelheyt des herten, ende puerheyt Gods, ende niet in vleeschelicke wijsheyt, mer door die gracie gods hebben in dese werelt geconuerseert, oueruloedigher onder v.

13

Want wy en schriuen v nyet anders, dan dat ghy ghelesen hebt, ende bekent. Ick hope dat ghijt oeck totten eynde toe bekennen sult,

14

ghelijckerwijs ghy ons mede eens deels ghekent hebt, want wi zijn v glorie ghelijckerwijs ghy oock onse, inden dach des Heeren Ihesu Christi.

15

Ende door dyt betrouwen woude ick eer tot v comen, op dat ghi soudt hebben die anderde vrientschap,

16

ende ick door v soude reysen tot Macedonien, ende weder om van Macedonien comende tot v, ende van v in Iudeen gheleyt worden.

17

Ga naar margenoot+Daer om als ick dit hebbe gewilt, heb ic lichtuaerdicheyt gebruyct? oft dat ick dencke, dencke ick dat na den vleesche, op dat bi my si, ya ende neen?

18

Ende God is ghetrouwe, want ons woort dwelck onder v gheweest heeft, en is hem niet ya ende neen, maer tis in hem ya.

19

Want die sone gods Iesus Christus: die onder v door ons ghepredict is, door my ende Syluanum ende Tymotheum, en heeft nyet geweest in hem ya, ende neen, mer ya heefe in hem geweest,

20

want also veel beloftenissen gods alsser zijn, die zijn door hem ya, ende daer om seggen wi door hem amen. God tot onser glorien.

21

Voort die ons vesticht te samen met v in Christum, ende die ons gesalft heeft is God,

22

die ons oock gheteekent heeft, ende heeft een pant des gheests in onse herten ghegeuen.

23

Ende ick roep God tot een ghetuych in mijn siel, dat ick v sparende, noch niet ghecomen en ben te Corinthen,

24

niet dat wy domineren ouer v gheloof, maer wy zijn helpers van uwe blijschap, want ghy int gheloof staet

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken