Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .v. Capittel.

1

Ga naar margenoot++ ALdus, zijt Gods nauolgers, als alderliefste kinderen, Ga naar margenoot+

2

ende wandelt in die liefde, gelijck oock Christus ons lief ghehadt heeft, ende heeft hem seluen ouer gegeuen voor ons tot een gaue, ende offerhande, God in een goede roke.

3

Voort, oncuyscheyt, ende alle onreynicheyt, ende giericheyt, en worde onder v niet genoemt, alst den heyligen betaemt,

4

oft dorperheyt, ofte sotte clappagie, oft onnutte iockerie, die niet en betamen, maer lieuer dancsegginge,

5

want wetet dat, ende verstaet, dat alle oncuysche, oft [kolom] onreyne, oft ghierige, welck is dienst der afgoden, en heeft gheen erue int rijc Christi, ende Gods.

6

Ga naar margenoot+Nyemant en bedriege v met ydele woorden, Ga naar margenoot+ want hieromme coemt die toren Gods in die mistrouwende kinderen

7

Aldus, en wilt haerder nyet deelachtich worden,

8

Ghi waert voortijts duysternis maer nv licht inden heere.

Ga naar margenoot+ Wandelt als kinderen des lichts,

9

want die vrucht des lichts is in alle goetheyt, ende rechtueerdicheyt, ende warachticheyt. *

10

Proeuende wat den heere aengenaem is,

11

ende en wilt gheen gemeenschap hebben met den onuruchtbare wercken der duysternis, maer straftse lieuer.

12

Want tghene dat heymeliken van desen gheschiet, is oock leelic te seggen,

13

want Ga naar margenoot+ alle dingen die vanden licht gestraft worden, worden openbaer. Ende al datter geopenbaert wort, is licht,

14

waerom, dat hi seyde, Staet op die daer slaept, Staet op vanden dooden, ende Christus sal v verlichten.

15

Ga naar margenoot++ Aldus, siet broeders, hoe dat ghi voorsichtelijc wandelt, niet als dwasen, maer als wijse

16

uwen tijt waer nemende, want die daghen quaet zijn.

17

Daeromme en wilt niet worden onwijs, Maer verstaende, wat die wille Gods is.

18

Ende en wilt niet droncken worden in wijn daer weeldicheit in is, Ga naar margenoot+ maer wort veruult vanden heylighen gheest,

19

sprekende in v seluen door Psalmen, ende lofsangen, ende gheestelike liedekens, psalmende ende singende in uwer herten den heere,

20

danckende altijt van allen dinghen God, ende den vader inden naem ons heeren Iesu Christi.

21

Onderdanich wesende, die een den anderen, Ga naar margenoot+ in die vreese Christi. *

22

Die vrouwen wesen haeren man onderdanich, als den heere,

23

want die man is thooft vander vrouwen, Ga naar margenoot+ gelijckerwijs Christus oock dat hooft is der kercken, ende die selue is die salichmaker haers lichaems.

24

Aldus gelijckerwijs die kercke Christo onderdanich is, also oock die vrouwen haer mannen in allen.

25

Ghi mannen hebt v huysurouwen lief, gelijc Christus die kercke lief gehadt heeft, ende hem seluen ouergegeuen heeft voor haer,

26

op dat hi haer heylich maken soude reynigende haer met die wasschinge des waters, door dwoort des leuens,

27

op dat hi haer soude maken, een gloriose kercke hem seluen, gheen vlecke hebbende, noch rimpele, noch eenige van dien, maer op dat si heylich soude wesen ende onbeulect.

[pagina L6r]
[p. L6r]

28

Also sullen die mannen haer huysurouwen lief hebben, als haer eyghen lichaem. Dye zijn huysurouwe lief heeft, dye heeft hem seluen lief,

29

want niemant en heeft oyt zijns selfs vleesch gehaedt, maer hi voetet ende hauentet, ghelijcken Christus oock die kercken,

30

Want wy zijn leden des seluen lichaems, wt sinen vleesche, ende sinen gebeenten.

31

Hier omme, om dese sake sal dye mensche, Ga naar margenoot+ vader ende moeder laten, ende sal zijn huysurouwe aenhanghen, ende twee sullen wesen in een vleesch,

32

Ga naar margenoot+dat is een groote verborghentheyt, maer ick spreke van Christo, ende van die kercke.

33

Alsoo een yeghelic hebbe zijn huysurouwe lief, als hem seluen, ende dye huysurouwe sal den man ontsien.

margenoot+
A
margenoot+
Ioan. xiii.d Ioan. iiij.b

margenoot+
B
margenoot+
Collo. iij.a

margenoot+
C

margenoot+
Coll. iiij.a.

margenoot+
D

margenoot+
Rom. xij.a i.Tessa iiij

margenoot+
Collo. iij.c i.Pet. iij.a.

margenoot+
i.corin. xij.b

margenoot+
iij.Esd. iiij Gene. ij.d mat. xix.a

margenoot+
G


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken