Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALle die onder tbedwanc knechten zijn die achten haer heeren alle eere weerdich te sine, op dat die naem des Heeren ende leeringhe niet gheblasphemeert en worde.

2

Ende dye gheloouighe heeren hebben, en versmadense niet wantet broeders zijn, met laer sise te meer dienen, wantet gheloouige zijn ende beminde, ende des weldaets deelachtich zijn.

Leert ende vermaent dit.

3

Ist dat yemant anders leert, ende niet aen en valt aenden oprechten woorden ons heeren Iesu Christi, ende die leeringhe dye na de goddiensticheyt is, Ga naar margenoot+

4

dese is houaerdich, niet wetende, maer rasende in vraghen ende striden van woorden, wt welcken haticheyt coemt, kijuinge, qualick sprekingen, quaet vermoeden,

5

verloren disputacien der menschen, Ga naar margenoot+ van boosen verstanden, ende welcken de waerheyt ontnomen is welcke schat rekenen voor goddiensticheyt

6

Het is een groote schat goddiensticheyt, met ghenoeghinge.

7

Want wi en hebben niet inde werelt ghebrocht, tis claer: dat wy daer niet wt voeren en moghen.

8

Maer hebbende voetsel, ende decselen, laet ons daer mede genoegen.

9

Want die rijc worden willen, die vallen in temptacien, ende inden stric des duyuels, ende veel onnutte quade ende hinderlike begheerlicheden, welck den mensch verdrincken, in verderuinghe ende verdoemenisse.

10

Want die wortel van alle quaet is begheerlicheyt, welcke als sommighe begheeren, hebben van tgheloof ghedwaelt, Ga naar margenoot+ ende hebben haer seluen ghemengt in veel droefenissen.

11

Ga naar margenoot+Maer ghy o mensche Goods, schouwet dese, ende volcht die rechtuaerdicheit, goduruchticheyt, tgheloof, de liefde, verduldicheyt, sachtmoedicheyt.

12

Strijdt eenen goeden strijt des gheloofs, ontfanctet eewige leuen, tot welcke ghy oock gheroepen zijt, ende hebt beleden een goede belijdinghe voor veel ghetuyghen.

13

Ic gebiede v voor God diet al leuendich maect, ende Iesu Christo, die onder Poncio

[pagina M6v]
[p. M6v]

Pilato betuycht heeft een goede belijdinge

14

dat ghy tgebodt hout onbeulect, onstraffelick, tot dye openbaringhe ons heeren Iesu Christi,

15

welcken hi op zijn tijden thoonen sal, hy dye salich is, ende alleen een prince ende coninck der ghenen die regneren, ende heer der ghenen die heerschappie hebben

16

welcke alleen onsterflicheyt heeft, inwoonende tlicht, daer nyemant toe gaen en mach welcke gheen mensche ghesien en heeft, noch sien en mach, welcke si eer, ende eewighe macht. Amen.

17

Den rijcken in dese teghewoordighe werelt, ghebiet niet hooch te gheuoelen, noch hoep te setten inden onsekere rijckdom: maer den leuendighen God, dye ons alle dinck rijckelick gheeft om wel te ghebruyken,

18

dat si goet doen, op dat si rijck worden in goede wercken, lichtelicken mede delende, ghaerne ghemeenschap makende,

19

vergaderende hem een goet fundament totten toecomenden tijt, op dat si vercrighen deewighe leuen.

20

O Tymothee, bewaert dat v is beuolen schouwende die vreemde nieuheyt der woorden, ende dye aensettinghen des valschen naems der wetenschaps,

21

welcke sommige belouende, vanden gheloue gheuallen zijn Gracie si met v. Amen.

§ Gheschreuen van Laodicien, dye daer is een hooft stadt des landts Phrigia Pacatiana.

§ Hier na volcht dye tweede Epistel dye Sinte Pauwels ghescreuen heeft tot zijnen discipel Tymotheum.

margenoot+
A

margenoot+
Eccle. v c. Iob. i.d

margenoot+
B

margenoot+
2.Tim. 2.d

margenoot+
C


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken