Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ALdus, ghi mijn soon, wert sterck inde gracie welcke is in Iesum Christum,

2

ende dat ghy van my gehoort hebt door veel getuyghen. Commendeert dit den trouwen menschen, dye bequaem sullen zijn dat si ander mede leeren.

3

Daer om arbeyt als een goet ridder Iesu Christi.

4

Niemant die gode strijdt, en onderwint hem der hanteringe des werelts op dat hy behaghen mach den ghenen, dye hem totten strijt vercoren heeft.

5

Ende ist dat yemant strijdt, die en wort nyet ghecroont, ten si dat hi wettelic strijdt.

6

Dye inden acker arbeyt, moet eerst vande vruchten ontfangen

7

Verstaet dat ick seg, die heer sal v in alle dingen verstant geuen.

8

Ga naar margenoot+Gedenct den here Iesum Christum vanden dooden verresen te zijne wt den saet van Dauid, nae mijn Euangelie,

9

in welck ick arbeyde totte banden toe, als een misdadige. Maer twoort gods en is niet ghebonden.

10

Daer om verdrage ict al: om die wtuercoren, op dat si ooc salicheyt vercrigen, welck is in Christo Iesu met eewige glorie.

11

Tis een seker woort. Ist dat wi mede ghestoruen zijn, so sullen wy oock mede leuen.

12

Ist dat wy mede verdragen, wy sullen ooc mede regneren. Ist dat wy versaecken, hi sal ons [kolom] oock versaken.

13

Ist dat wi ghelouen, hi blijft ghetrou, hi en mach hem seluen niet versaken

14

Vermaent dit, betuygende voor God, en wilt niet kijuen met woorden, want dat tot gheenen dinghen orbaer en is, dan tot verkeeringe der ghenen diet hooren.

15

Ga naar margenoot+Weest naerstich v seluen geproeft te thoonen voor god, een wercker, welcs men nyet schamen en mach, te recht hanterende twoort des waerheyts.

16

Voort, laet varen dye ongodlicke ydele woorden, want si vorderen tot meerder ongoddiensticheyt,

17

ende haer woort dat cruypt voort als die cancker. Van welcker getal is Hymeneus, ende Philetus,

18

die vande waerheyt geuallen zijnde, seggende dat die verrisenis thans geschiet is, ende hebben somiger geloof verkeert.

19

Maer tvaste fundament gods staet dit teeken hebbende. Die heer kent wie die sine zijn op dat scheyde van ongerechticheyt, alle die ghene die aenroept den naem des heren.

20

Voort in een groot huys en zijn niet alleen goude ende siluere vaten, maer oeck houte ende aerde, ende sommige ter eeren, ende dander tot oneere.

21

Ga naar margenoot+Aldus ist dat yemant hem seluen hier af reynicht, die sal een gheheylicht vat wesen, ter eeren, bequaem totten gebruyck des heeren, tot alle goede werck bereyt.

22

Vliet die begheerlicheden des ionchetys, Ga naar margenoot+ ende volcht die rechtuaerdicheit, tgeloof, hope, liefde vrede, met den ghenen die den here aenroepen, met een reyn herte.

23

Voort, schouwet sotte ende ongheleerde vraghen, wetende dat si kiuagien voort brengen.

24

Een dienaer gods en moet niet kijuen, maer lieflick zijn teghen allen, geneycht om te leeren,

25

den quaden met sachtmoedicheyt verdragende, leerende den ghenen dye daer tegen staen, oft haer god eens penitencie gaef, om de waerheyt te kennen.

26

Ende dat si weder om keeren vanden stricken des duuels, geuangen zijnde van hem tot zijnen wil.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
i.Timo. 4 b. ende .vi.c. Titum. iij.c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken