Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .vij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+WAnt dese Melschisedech was een coninck van Salem, Ga naar margenoot+ een priester des alrehoochsten Gods, die te ghemoet ghelopen is Abraham, doen hi weder quam vanden slach der coninghen, ende heeft hem ghebenedijt:

2

wien Abraham gedeelt heeft thiende van allen dingen, welcke ten ersten na die bediedenissen ghenoemt wort coninc des rechtuaerdicheyts. Maer daer na ooc een coninc van Salem, dwelck is een coninck des vreedts

3

sonder vader, sonder moeder, sonder gheslacht, nyet hebbende, noch beghinsel der daghen, noch eynde des leuens, gheliken den sone Gods, ende blijft priester inder eewicheyt.

4

Aenmerct doch, hoe groot dese geweest heeft, den welcken ooc Abraham die patriarch thiende ghegeuen heeft vanden roof.

5

Ende de welcke ouermidts dat si zijn vanden ghetale der kinderen Leui, ontfangen gebruyc des priesterscaps, hebben een ghebot, Ga naar margenoot+ als datse moghen nader wet nemen thienden vanden volcke, dat is van haren broederen, hoe wel datse wt ghecomen zijn wt die lendenen van Abraham.

6

Maer dese, wiens geslacht niet gerekent en wert wt haer, heeft ontfan-

[pagina N3v]
[p. N3v]

gen die thienden van Abraham, ende heeft gebenedijt den ghenen, die daer hadde die beloftenissen.

7

Voorwaer nyemant en missaect dat, ten is also, dattet ghene, twelck tminst is, wort gebenedijt van tghene dat meest is:

8

Ende voorwaer, hier den menschen, welcke steruen, nemen thienden. Maer daer van den welcken ghetuycht is, dat hy leeft,

9

om te seggen, so is ooc dye selfde Leui verthient in Abraham, welcke plach thienden te nemen,

10

want hy was noch in dye lendenen zijns vaders, wanneer Melchisedech Abrahe te gemoet liep.

11

Ist dan, dat die veruollinghe was door Tleuijtsche priesterdom (wandt tvolck hadde door dat ontfanghen dye wet) wat wast voort meer van node datter een ander priester verrijsen soude, Dye welcke nae der ordinancien van Melchisedech ghenoemt soude worden, ende niet na der ordinancie van Aaron?

12

Want ouergesedt wesende dat priesterdom, is ooc van noode, dat gheschie die ouersettinghe des wets.

13

Want die ghene vanden welcken dese gheseyt worden, hoort aen een ander gheslachte, van welcken nyemant aenden outaer ghestaen en heeft.

14

Want het is openbaer, dat onse Heere gheboren is, vanden gheslachte Iuda. In welcken gheslachte, Moyses nyet ghesproken en heeft vanden priesteren.

15

Ende dit blijct noch meer, wanter opstaet een ander priester, na der ghelikenisse van Melchisedech,

16

welcke nyet ghemaect en is na die wet des vleescheliken gebots, maer na die macht des onuerganckeliken leuens

17

want hy ghetuych geeft na deser manieren Ghi zijt een priester inder eewicheyt na der ordinancie van Melchisedech.

18

Want het gebodt dat voor ghegaen is, wort te niet ghedaen, Ga naar margenoot+ ouermidts zijn crancheyt ende onprofitelicheyt,

19

want die wet en heeft niet met allen toe ghebracht tot perfectien. Maer si was een inleydinge van beter hoop, door welcke wi naken God.

20

Ende dye also te bequamer als dat dit werck nyet geschiet en is, sonder gesworen eedt.

Die ander zijn sonder ghesworen eedt priesters gheworden,

21

maer dese met ghesworen eedt, door den ghenen dye ghesproken heeft, tot hem. Dye Heere heeft ghesworen ende ten sal hem niet berouwen. Ghi zijt een priester inder eewicheyt.

22

Ende Iesus is gheworden een belouer van so veel beter testament

23

Ende voorwaer, der gheenre zijn veel gheweest, dye priesters gheworden zijn, ende [kolom] dat, om dat si ouermidts den doot nyet toe ghelaten en worden om te bliuen.

24

Ga naar margenoot+Maer dese, ouermidts dat hi blijft inder eewicheyt, heeft een eewich priesterdom.

25

Waer wt hy oock tot inder eewicheyt salich maken mach, alle den ghenen, dye door hem gaen tot Godt, altoos leuende, om dat hy soude bidden voor ons.

26

Want het betaemt ons al sulcken priester te hebben, heylich, onnosel onbeulect, verscheyden vanden sondaren, ende hoogher gheworden dan die hemelen

27

den welcken niet van noode en is dagelics gelijkerwijs alst dien priesteren, eerst offerhande voor zijn eyghen sonden te offeren, ende daer nae voor dye sonde des volcks. Want dat heeft hy eens ghedaen, hem seluen offerende.

28

Want die wet stelt menschen tot priesters, crancheyt hebbende. Mer dat woordt des gesworen eedts, welck is na die wet, heeft ghestelt den soon, inder eewichheyt volmaect.

margenoot+
A
margenoot+
Gen. xiiij

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken