Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .ij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde daer hebben ooc geweest int volck valsche propheten, gelikerwijs onder v sullen wesen logenachtige meesters, dye inbrengen sullen scadelike secten, oock versakende den here, die haer gecoft heeft god te wesen, vercrigende haer seluen die haestelike verdoemenisse.

2

Ende veel sullen haer verderfenisse [kolom] volgen, door welcke die wech des waerheits sal geblasphemeert worden,

3

ende door die giericheyt met vercierde woorden sullense van v comenscappen, den welcken toordeel nv thans niet en toeft, ende haer verdoemenisse en slaept niet

4

Want ist dat god niet gespaert en heeft den engelen die gesondicht hadden, maer heeftse met die zeelen des hels af gestooten, ende in dye helle ouergeleuert tottet ordeel behouden te pinigen.

5

Ende en heuet niet gespaert die oude werelt, Ga naar margenoot+ mer den achsten bode des rechtuaerdichheyts Noe, Ga naar margenoot+ heeft bewaert, die vloet inleydende inde werelt der godlosen. Ga naar margenoot+

6

Ende die steden Sodoma ende Gomorra ghemaect zijnde tot assche, heeft verordeelt met een omkeeringe, ende heeftse gemaect een exempel voor die daer ongodlic doen souden.

7

Ende heeft den rechtuerdigen Loth verlost, die welcke verdruct worde van die sondaren door dat onrecht ende oncuysche conuersacie,

8

want dese was rechtuaerdich van oogen ende ooren, doen hi woonde onder haer, dye welcke quelden alle dage die rechtuerdige siele met haer boose wercken.

9

Die here can die goddienstige verlossen wter tentacie, ende bewaren die onrechtuaerdige totten dach des ordeels te pinigen.

10

Aldermeest den ghenen die dat vleesch volgende, wandelen in begeerlicheyt des beulectenisse, ende versmaden heerscapie, stout, haer self behaghende, die welcke niet en ontsien secten in te brengen, blasphemerende,

11

na dien dat de engelen gods die meerder zijn van stercheyt ende crachten, nyet en verdragen tegen haer by den Here een quaet ordeel.

12

Ga naar margenoot+Mer dese als onredelike beesten, geboren nader natuer tot vanghinge ende verderfenis in tgheen dat si niet en verstaen, blasphemerende, sullen in haer verderfenis vergaen,

13

wech dragende tloon des onrechtuerdicheyts, voor wellust achtende, dat si tijtlijcke weelde gebruycken mogen, met des vuylmakens ende de beuleckens wellust oueruloeyende. Die welcke houerende in haer dwalingen v bespotten,

14

hebbende oogen vol des ouerspels, ende dye niet en connen ophouden van te sondigen, lockende die onstantuastige sielen, hebbende ooc een hert gewent tot vrecheyt, vermalendide kinderen

15

achterlatende den rechten wech hebben afgedwaelt geuolcht zijnde den wech van Balaam, een soon van Bosor, dye lief ghehadt heeft tloon des boosheyts,

16

mer hi is gestraft geweest van zijnder dwaesheyt. Dat stomme last dragende dier sprekende met menschelike stemme, verboot die onwijsheyt des propheets.

17

Dese zijn fonteynen sonder wateren, ende

[pagina Q3r]
[p. Q3r]

roocken die gedreuen worden van een cleyn storme, Ga naar margenoot+ den welcken den neuel der duysternissen gehouden wort.

18

Want houaerdicheit des ydelheyts sprekende, locken si den menschen door die begeerlicheit des vleeschs met die wellusticheden, den ghenen die weynich wech geuloden waren: wie in dwalingen wandelende,

19

ende haer vrijheyt louende, seluer zijn knechten des verderfenis, want dien is hi eygen, vanden welcken yemant verwonnen is.

20

Want ist sake, nadenmael dat si wech gelopen zijn van die besmettenisse des werelts, door die kennisse ons heren ende des behouders Iesu christi, nochtans weder om gewentelt zijnde, in dese dingen worden verwonnen, dye laetste zijn haer quader geworden dan dye eerste.

21

Ga naar margenoot+Want het hadde haer beter geweest, dat si den wech des rechtuerdicheyts niet en hadden gekent, dan na dat zijse bekent hebben af te keeren van dat heylige gebodt dat haer gegeuen is. Ga naar margenoot+

22

Mer haer is gheschiet datter plach geseyt te worden met een warachtige byspraec. Den hont is weder om gecomen tot zijns selfs ouergeuinghe, ende die soege gewasschen in haer vuylnisse.

margenoot+
A

margenoot+
Genesis. 7.a.
margenoot+
B
margenoot+
Ge. xix.c.

margenoot+
C

margenoot+
D

margenoot+
E
margenoot+
Pro. 39


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken