Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vorsterman Bijbel (ca. 1528-1531)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vorsterman Bijbel

(ca. 1528-1531)–Anoniem Vorsterman Bijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

§ Dat .xij. Capittel.

[kolom]

1

Ga naar margenoot+ENde inden hemel heefter een groot teeken geopenbaert. Een vrou gecleet wesende metter sonne, ende onder haer voeten die maen. Ende op haer hooft een croon van xij. sterren,

2

ende in haer lichaem hebbende, so riep si barende, ende was in last, op dat si baren soude.

3

Ende inden hemel isser een ander teeken gesien, ende siet, eenen grooten rooden draec seuen hoofden hebbende, ende thien hoornen, ende op zijn hoofden seuen croonen,

4

ende dat derde deel der sterren des hemels track hi met sinen steert, ende heeft dye inder aerden ghesonden.

Ende den draec heeft voor de vrou gestaen, die baren soude, op dat hi als si gebaert hadde, haren soon mochte verslinden.

5

Ga naar margenoot+Ende si baerde eenen soon, dat een knechtken was, die met een yseren roede soude al die heydenen regeeren, ende haer soon is genomen tot god, ende tot sinen throon.

6

Ende in de woestijn is die vrou geuloden, daer si een plaets heeft van god bereyt, op datse aldaer haer voeden soude, duysent twee hondert .lx dagen.

7

Ende een groote strijt isser geschiet inden hemel. Michael ende zijn engelen streden metten draec, ende die draec street ende zijn engelen

8

ende si en hebben niet geweldich geweest, ende noch inden hemel en is gheen plaets voort aen voor haer geuonden.

9

Ende die groote draec ende oude serpent is neder geworpen, welcke ghenoemt wort die duuel, ende Sathanas die de geheele werelt der aerden verleyt, ende is inder aerden geworpen, ende zijn engelen zijn neder geworpen met hem.

10

Ende ic heb een grote stem gehoort, seggende. Inden hemel is geschiet salicheyt ende cracht, Ga naar margenoot+ ende trijc ons gods, ende mogentheyt zijnre gesalfde, want dye besculdiger onser broederen is verdreuen, die haer dach ende nacht besculdicht voor ons gods tegenwoordicheyt,

11

ende si hebben hem ouermits tbloet des lams verwonnen, ende ouermidts twoort zijnre getuychnis, ende totter doot so en hebben si haer leuen niet lief gehadt.

12

Daer om, verblijt v hemelen, ende die daer in woont. Wee der aerden ende der zee, want die duuel is tot v neder gedaelt hebbende groote toornicheyt, wetende dat hy weynich tijts heeft.

13

Ga naar margenoot+Ende nae dat die draec heeft gesien, dat hy inder aerden was geworpen, heeft hi die vrou veruolcht, die dat knechtken gebaert hadde.

14

Ende die vrou zijn gegeuen twee vloghelen des grooten Arens, op dat si soude vliegen inde woestijn in haer plaets, waer si een wijl tijts wort geuoet door een tijt, ende door

[pagina R3v]
[p. R3v]

tijden, ende middel des tijts, vant aensicht des serpents.

15

Ende dat serpent heeft wt sinen mont geworpen water na die vrou, als een vloet, op dat hijse soude doen gripen vanden vloet.

16

Ende die aerde heeft die vrou geholpen, ende die aerde heeft haren mont op ghedaen, ende heeft dye vloet verslonnen, welcke de draeck wt sinen mont hadde geworpen.

17

Ende die draeck is tegen die vrou toornich geworden, ende is gegaen met die andere van zijn saet een strijdt maken: tegen dye gods geboden onderhouden, ende dye tghetuychnis Iesu christi hebben.

18

Ende heeft opt sandt des zees gestaen.

margenoot+
A

margenoot+
B

margenoot+
C

margenoot+
D


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken