Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gezangen ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de Ryp (1723)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gezangen ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de Ryp
Afbeelding van Gezangen ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de RypToon afbeelding van titelpagina van Gezangen ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de Ryp

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.25 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bruiloftsdicht / epithalamium


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gezangen ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de Ryp

(1723)–Anoniem Gezangen ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de Ryp–rechtenstatus Auteursrechtvrij

gevierd binnen Haarlem, den 13den van gras-maand, 1723


Vorige Volgende
[Folio D2r]
[fol. D2r]

Ter zilvere bruilofte van den heere Jacobus de Vos, en mejuffrouwe Katharina van de Ryp.

 
Stem: Aimable Vainceur.
 
 
 
NV 't deftig Paar
 
Na vyfmaal vyf jaar
 
Hun trouwzon ziet daagen,
 
En 't feest met hun Maegen
 
Mag vieren aan 't Spaar,
 
Zo laat ons met klanken,
 
Vol blydschap, bedanken
 
Godt d'Alzegenaar
 
Wiens gunst deeze twee
 
Met alle genoegen
 
Te zaamen deedt voegen
 
Door Eendragt en Vreê.
 
Hier lacht d'Overvloed,
 
Terwyl 't druive bloed
 
Komt met lekkernyen
 
't Genoegen te vleyen,
 
'k Wensch rampspoet nooyt gryp',
 
Noch droefheid ooit nyp'
 
De Herten van De Vos met zyn van de Ryp.
 
 
[Folio D2v]
[fol. D2v]
 
ô Opperzegenaar! die van uw Hemeltrans
 
De Sterren, Zon, en Maan, met al hun licht en glans
 
Als in 't verschiet beschouwt, voor wiens genade straalen
 
Al 's werelds yd'le gloed het hoofd moet onderhaalen,
 
Die 't bloeijend Paradys in 't Oosten hebt geplant,
 
Daar d'allereerste trouw, in d'onbevlekten stand,
 
Van 't éénig Paar, wierd door uw wyzen raad besloten;
 
Daar gy uw zegen aan de eendragtige Echtgenooten
 
Voorspeld hebt, in de trouw van 't menschelyk geslagt;
 
Hoe vrolyk zien wy thans die zegening volbragt
 
Op 't Zilv're Bruiloftsfeest van deze welgepaarden?
 
Die nooit door haat, of twist, van hunnen stam ontaarden,
 
Maar 't voetspoor van de deugd betreeden onvermoeid,
 
Waar door Jacobus met zyn Katharina bloeijt
 
In eendragt, liefde, en rust, door hun gezegend paaren.
 
't Gesloote sirkelrond van Vyfëntwintig jaaren
 
Verstrekt een zilv're kroon, waar af het flikkerlicht
 
Een leidster, en een baak verstrekt voor het gezicht
 
Der Echtgenooten, door hun minzaam huuw'lyks leeven,
 
Om nevens hen langs 't spoor des Godsdiensts op te streeven
 
Naar d'onbevlekten staat van een vernoegde ziel,
 
Die, schoon al 't wereldsche met ramp haar tegenviel,
 
standvastig, als een rots in 't midde van de baren,
 
In 't eind' dat onweer ziet door 's hemels gunst bedaren.
 
Gelyk nu Heer de Vos, na voor- en tegenspoed,
 
Met zyne van de Ryp het Zil'vre Feest ontmoet
 
Na Vyfëntwigtig Jaar. ô Aangenaam herdenken
 
Van zulk een waarden dag! niets kan uw luister krenken:
[Folio D3r]
[fol. D3r]
 
Wyl nog die zelve vlam Jacobus hart bestraalt,
 
Als toen hy door zyn min eerst heeft gezegepraald,
 
Met Katharina's hand voor 't echtaltaar te ontfangen;
 
Dus weet de opregte min haar hoogsten wensch te erlangen,
 
En word aan uur, nog dag, nog maand, nog jaar bepaald,
 
Dewyl Jehovah's gunst altoos de trouw bestraalt,
 
Die op 't tiras der deugd door de eendragt wordt verheeven;
 
Hoe ziet ge, ô Bruidegom en Bruid! u zelf herleeven
 
In uw Johanna's deugd; Heer Willems vreugde en troost,
 
En hoe herleeft zy weêr in haar gezegend Kroost.
 
Terwyl, ô waarde Heer! uw Moeder opgetogen
 
Van blydschap, 't derde Lid kan van haar stam beoogen.
 
ô Duurb're blydschap voor 't gezegende Geslagt,
 
Daar dit verëenigt Paar de wenssen ziet volbragt.
 
Het opgedragen, met een rei van huuwlyks zangen;
 
Vernieuwde Bruid, ik zie uw Zusters, vol verlangen
 
U reeds genaken; om de vreugd van hun gemoed
 
U af te malen, in een heusse zegegroet;
 
Dus zien we op 't feest van uw vernieuwde Bruiloftsvlammen.
 
Tot glorie van het Spaar, de drie roemwaarde stammen
 
Van Kops, van Thezing, en van Blaauwpot, heel verheugd
 
Hun stem verheffen, by deez' onbesprooke vreugd
 
Van 't Zilver Bruiloftsfeest, daar gy, ô Egtgenooten!
 
Weêrzyds uit stammen, ryk van eer en deugd, gesproten,
 
Niet minder om hun heil verheugd zyt, en vernoegd,
 
Dan zy om uw geluk, door Godt u toegevoegd.
 
Laat vry de losze jeugd het huuw'lyks offer zwaaijen,
 
En op des wellusts spil al haar belang doen draaijen,
[Folio D3v]
[fol. D3v]
 
Die liefde vliegt als rook in weinig dagen weg;
 
Maar daar de kuisse min met raad en overleg
 
Van deugd en godsdienst, heeft de harten t'zaam gebonden,
 
Daar blinkt de kuisse trouw veel jaaren ongeschonden.
 
En word door de eendragt met een Zilv're kroon gekroond,
 
Die 't zuiver hart van Bruid en Bruidegom vertoond.
 
Wel aan, de Vos! en van de Ryp! gy die uw dagen
 
In onderlinge min aan Godt hebt opgedragen
 
Naar 't voorschrift van zyn wet, verwagt daar af tot loon,
 
Na Vyfëntwintig jaar een Goude Bruilofts kroon,
 
Jehovah wil hier toe u zynen zegen geven!
 
Hy doe uw staâg in rust, gezond, en vrolyk leeven!
 
Hy geve uw Dogter, en haar waardige Egtgenoot,
 
Met hun liefwaarde Telg zyn zegen, en vergroot
 
Hun heil tot uwe vreugd, en zo veel huisgezinnen,
 
Die door zyn koopzorg staâg hun daaglyks voedzel winnen.
 
Zyn oly van Genaâ stroome op uw Vrinden neêr!
 
Op dat zy dag op dag in aanzien, deugd, en eer
 
Aangroeijen, tot vermaak van hunne tydgenooten.
 
Al ziende Godheid! heeft uw Vader-zorg besloten,
 
Om dit liefwaardig Paar nog eens dien blyden dag
 
Te doen aanschouwen, in een kinderlyk ontzag
 
Tot u, ô Opperheer? zo laat de blyde straalen
 
Van uw genade en heil op hunne hoofden dalen;
 
Zo spreekt de Naneef nog aan d'oever van het Spaar
 
Van van de Ryp en van de Vos na honderd jaar.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken