Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1982 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1982
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1982Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1982

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.83 MB)

ebook (25.56 MB)

XML (3.12 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1982

(1982)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

Vertaald

Heinrich Böll

Bij Bert Bakker verscheen van Heinrich Böll Huis zonder vaders (vertaald door Jan Blokker, 278 p. f 29,50). Haus ohne Hüter werd in 1954 door Böll geschreven.

Hoofdpersonen zijn de twee elfjarige jongens Martin en Heinrich, die het in het troosteloze en verwoeste Duitsland van 1953 moeten zien te rooien. Het is een van de bekendere romans van Böll. In 1968 was er bij Allert de Lange al een vertaling van verschenen. Nu is er een nieuwe vertaling bij Bert Bakker.

Ook van Heinrich Böll verscheen bij Manteau De nalatenschap (vertaald door Theodor Duquesnoy, 99 p. f16,90). In dit verhaal laat Böll twee soldaten aan het Oostfront elkaar na de oorlog ontmoeten, waarbij ze herinneringen ophalen aan een vermoorde compagniecommandant. Als de broer van de vermoorde in het spel komt, wordt de verhouding tussen de drie mannen gecompliceerd. Böll schreef het verhaal al in 1949. Nu is het voor het eerst gepubliceerd, tegelijkertijd in het Duits en in de Nederlandse vertaling.

Simone Signoret

Bij De Arbeiderspers verscheen De volgende morgen lachte ze weer van Simone Signoret (vertaald door Marianne Minier, 180 p. f29,50). Het zou beschouwd kunnen worden als het tweede deel van haar autobiografie. Het eerste deel Nostalgie is ook niet meer wat het was, veroorzaakte een grote opwinding in literair Parijs. Men beweerde dat Signoret geen letter ervan zelf geschreven had. Dit tweede deel is daar een reactie op. In een interview dat Ab van Ieperen in Vrij Nederland (15 januari 1977) met haar had, verklaarde Signoret over Nostalgie etc.: ‘Ik weet niet of dat boek wel zo'n goed idee is, het is door de omstandigheden ontstaan. Het is begonnen met een heel lang interview op de bandrecorder. Toen het was uitgewerkt op papier merkte ik dat het onleesbaar was. (...) Daarom ben ik gaan zitten en zelf begonnen te schrijven (...) Ik weet nu, wat er ook gebeurt, dat ik me nooit meer alleen zal voelen, dat ik het schrijven altijd als toevlucht kan hebben.’

D.M. Thomas

Bij uitgeverij Villa, Bussum, verscheen van D.M. Thomas De fluitspeelster (vertaald door Wim Dielemans, 211 p. f24,50). D.M. Thomas is vooral bekend geworden met zijn in 1981 uitgekomen roman The White Hotel. Ton Anbeek en Dawn Foor schreven over dat boek in de Boekenbijlage van 17 oktober 1981: ‘Men kan zeker bezwaren tegen The White Hotel aanvoeren; toch kan het moeilijk ontkend worden dat Thomas een intrigerend boek heeft geschreven waarin hij verschillende vormen van taalgebruik afwisselt; met name de lyrische gedeelten aan het begin en eind van de roman zijn buitengewoon meeslepend en soms ook heel ontroerend.’ De fluitspeelster gaat over een vrouw temidden van een groep kunstenaars in een stad die Sint Petersburg zou kunnen zijn, ten tijde van elkaar steeds opvolgende regimes.

Roald Dahl

Bij uitgeverij Meulenhoff verscheen van Roald Dahl Ooit en te nimmer (vertaald door Rob van der Veer, 184 p. f25, -). Deze roman van Dahl verscheen al in 1949. Dahls gedetailleerde fantasie en zijn eigen belevenissen als Rafvliegenier in de Tweede Wereldoorlog spelen in deze roman een rol. In een interview met Bibeb (VN 30 oktober 1982) sprak Dahl over zijn ervaringen bij de Raf: ‘Ik zelf werd neergehaald in een Gladiator die ver in de Libische woestijn tussen de vijandelijke linies neerstortte. Het vliegtuig vloog in brand, maar ik slaagde erin er uit te komen en werd tenslotte gered en in veiligheid gebracht door onze eigen soldaten die in het donker over het zand naar mij toekropen.’

Jocelyne François

Bij Feministische Uitgeverij Sara verscheen van Jocelyne François De geliefden (vertaald door Marianne Storm, 167 p. f29, -). De dichteres Jocelyne François is in Frankrijk een goede bekende.

Voor haar romans Joue-nous Espana uit 1980 ontving zij de Prix Femina. De geliefden gaat over twee vrouwen in een liefdesrelatie, waarbij een van de vrouwen verliefd wordt op een man, wat de verhouding tussen de drie onder druk zet. De uiteindelijke keuze die gemaakt wordt, heeft alle drie de betrokkenen veranderd.

Laurence Stern

Bij uitgeverij Tabula verscheen van Laurence Stern Een sentimentele reis door Frankrijk en Italië (vertaling en voorwoord door Frans Kellendonk, 130 p. f 32,50). Een sentimentele reis verscheen in 1768, drie weken vóór het overlijden van de auteur van het onvergetelijk geestige en grillige Tristam Shandy, dat volgens Dr. Samuel Johnson de tijd niet zou doorstaan. Het lot leerde anders. Het publiek morde over de lichtzinnigheid in Tristam Shandy en Sterne beloofde plechtig een kuis en ingetogen reisverhaal te vertellen: A Sentimental Journey. Ook in dit boek echter kon Sterne niet nalaten de lezer telkens beentje te lichten. Kellendonk schrijft in zijn voorwoord dat dit de derde Nederlandse vertaling van de Reis is. ‘De vertaling van Geel is een monument in de geschiedenis van het geschreven Nederlands, maar Sterne in het Hollandsch van MDCCCXXXVII is anno MCMLXXXII een anachronisme.’ Reden voor Kellendonk om het nog eens over te doen.

Jan Stavinoha

Bij uitgeverij Querido verscheen van Jan Stavinoha de verhalenbundel Praagse dixieland (vertaald door Ilja Veldman, 153 p. f27,50). Praagse dixieland bestaat uit twaalf verhalen die alle als titel een maand van het jaar dragen. In deze bundel wordt Praag opgeroepen, zoals het tussen alle bureaucratie door in het alledaagse leven reilt en zeilt. Welvaart is er niet te vinden en toch slaan de mensen zich met vindingrijkheid door het leven. In het verhaal ‘Juni, finale allegro con brio’ wil een violist zijn vrouw verrassen met iets wat in Praag tot dan toe niet te krijg was: ‘Hij draaide zich op zijn rug en dacht er met genoegen aan dat Bozenka vast en zeker de eerste vrouw in Praag zou zijn die weggooislipjes zou gebruiken...’

August Strindberg

Bij uitgeverij De Bezige Bij verscheen van August Strindberg Naar Damaskus (vertaald door Kars Woudstra, 217 p.) Naar aanleiding van het verschijnen van Het verweer van een gek (Loeb) schreef Henri Wijsbek in de Boekenbijlage van 20 juni 1981: ‘Nadat Strindberg De rode kamer had geschreven in 1879, was zijn strijd tegen de maatschappij behalve woester ook persoonlijker geworden.’ De drie delen Naar Damascus, een toneelstuk dat drie avondvullende voorstellingen vergt, werd geschreven tussen 1898 en 1901. Het gaat over de eeuwige zoektocht naar de zin van het leven en het conflict tussen man en vrouw. Henri Wijsbek schreef naar aanleiding van Het verweer van een gek hoe Strindberg zich met alle mogelijke middelen probeerde te verzetten tegen een aantasting van het gezinsleven, door de steeds verdergaande emancipatie van de vrouw, ingezet met de klaroenstoot van zijn landgenoot Ibsen, die Nora. Een poppenhuis schreef.

Gershom Scholem

Bij uitgeverij Amphora Books verscheen van Gershom Scholem Van Berlijn naar Jeruzalem (vertaald door Yge Foppema 173 p. f29,50). Het bevat de herinneringen van Scholem aan zijn jeugd in het joodse milieu aan het begin van deze eeuw in Duitsland, van zijn contacten met Walter Benjamin, Franz Rosenzweig, Zalman Rubaschov en vooral Martin Buber, van wie hij veel invloed onderging. De autobiografie vertelt de levensloop van een man die zich steeds meer bewust wordt van zijn joodse afkomst, steeds meer betrokken raakt bij het zionisme - en uiteindelijk in Jeruzalem belandt als docent kabbalistiek aan de universiteit van Jeruzalem.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken