Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (59.59 MB)

ebook (39.07 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1987

(1987)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Steeds angst, iedere maand weer
Hoe ‘leuk’ het was in die grote gezinnen

Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te krijgen samengesteld door Marga Kerklaan Uitgever: Ambo, 190 p., f 29,50

Tessel Pollmann

Wie uit een groot gezin komt, zal me gelijk geven: het neo-romantische gekir over de vreugde van het grote gezin is onverdraaglijk.

Maar wij, kinderen uit grote gezinnen, zijn nogal brave kinderen. Dat moet ook wel, want anders houdt moeder de boel niet bij elkaar. Kinderen uit grote gezinnen zijn dan ook vaak bevangen door schuldig mededogen: ze weten dat het niet leuk was, maar ze weten ook van het wasbord, de uitverkoop, de piepers jassen, 's nachts om één uur nog gebogen zitten over een nieuw jurkje dat af moet voor de verjaardag van de zesde, alweer een bevalling en de niet-aflatende stroom luiers van de baby en het katoenen maandverband van de oudsten. Was, was, was, het bad vol, iedere maandag. Het spoelwater ijzig.

Daarom zeggen veel kinderen uit grote gezinnen maar niet zoveel als iedereen kirt over hoe leuk het was. Vertellen dat het niet leuk was, betekent de ontmaskering van een mythe: het was arm, maar gezellig. We hadden het zuur, maar waren tevreden. Het was druk, maar het kón. Het huis was te klein, maar: zoete inval. Laat die mythe nog maar even voortbestaan. De moeders hebben er recht op.

De moeders zijn, met de dorpskapelaan die de ideologie van het grote gezin uitstraalde, de grote verspreiders van die mythe. Konden ze anders? Nee, natuurlijk. Ze wisten dat het zo hoorde te zijn, dus was het zo. Natuurlijk was het ook zo, in de gezinnen met bevoorrechte ouders die een natuurtalent hadden voor opvoeden, met geld konden toveren, altruïstisch waren en een goed huwelijk hadden. Dan vraag je me wat! Moeders die dat allemaal in huis hadden, zijn in de meerderheid van de briefschrijfsters die op verzoek van Marga Kerklaan hun levensgeschiedenis opschreven voor een KRO-programma. De respons op de oproep was veel groter dan Marga Kerklaan had gedacht: driehonderd brieven kwamen er binnen. Die driehonderd brieven heeft ze, soms wat krakkemikkig, ingedeeld in verschillende categorieën en ze heeft er veel uit geciteerd. Het boek dat er het resultaat van is, is een goudmijn voor iedereen die meer wil weten van de geschiedenis van het gezin in Nederland en met name over het normatieve grote gezin. Want de brieven, ik schreef het al, zijn merendeels van moeders die geslaagd zijn in hun (gedwongen) onderneming.

Dorpskapelaan

Op het eerste gezicht lijkt dat niet zo. Er klinkt veel verbittering in de brieven door: ‘We hebben nooit honger geleden, nooit geen schuld gemaakt, maar konden toen ook nergens van genieten.’ Of: ‘Ik vind het erg jammer dat ik - terugkijkend - moet zeggen: ik ben nooit in “blijde” verwachting geweest.’ Of, over de echtgenoot die getrouwd was met een vrouw die in extreme mate zich naar de ideologie van de dorpskapelaan gedroeg: ‘Wat moet mijn man zich veel in de kou hebben gevoeld, terwijl ik mijzelf identificeerde met de mater dolorosa, iuxta crucem lacrimosa, hetgeen ik vertaalde met “zij bleef staande al verging de wereld om haar heen.” Ik zocht altijd een voorbeeld om na te volgen. Wat heeft een man van vlees en bloed, die een vrouw nodig heeft omdat hij van vlees en bloed is, aan vrome woorden en afbeeldingen?’ Het beeld van de dappere, stil-lijdende moeder is essentieel in de mythologie van het roomse gezin. Natuurlijk heeft dat beeld ook met de werkelijkheid te maken - mythen komen niet uit de lucht vallen. In de mythologie bestaat er echter een plaats voor het beklemmende van dat beeld voor man en kinderen; daarom is het aardig dat die ene mevrouw dat terugblikkend in zelfverwijt constateert.



illustratie
Een groot gezin aan de maaltijd


Bitterheid, vreugdeloosheid, zelfverwijt - de buitenstaander zal, de driehonderd brieven lezend, dat misschien het meest treffend vinden. Ik niet. Ik denk dat ik weet hoeveel gruwelijker de werkelijkheid in veel grote gezinnen was, en ik vind het dus een nogal vrolijk boekwerk. De vrolijkheid meet ik af aan het aantal lieve, meelevende, royale, zorgzame kinderen dat deze moeders hebben: wie die heeft, heeft zelf goed gezorgd. Want met kinderen is het zo dat je terugkrijgt wat je erin stopt. Dat is hard, maar de natuur is hard. Ondertussen weet ik ook dat massa's kinderen uit grote gezinnen allesbehalve aardig, meelevend, zorgzaam en royaal zijn. De geschiedenis van de gezinnen waar zij uit voortkomen is niet beschreven met dit boek.

Grote gezinnen kwamen niet, zegt Marga Kerklaan, vooral voor in Brabant en Limburg, zoals we meestal denken. West-Friesland, de Bollenstreek, maar ook Utrecht en Rotterdam kenden veel grote gezinnen. Achteraf gezien is dat logisch: daar was de katholieke emancipatie, midden in een milieu van protestanten en heidenen, een duidelijke opdracht omdat het contrast in machtspositie en scholing daar het grootst was. Katholieken hadden buiten de zuidelijke provinciën rond 1900 niet veel in te brengen, en een flink kindertal was daarom gewenst. Dat zette kracht bij. Het is jammer dat Marga Kerklaan noch aan de demografische aspecten van het grote gezin noch aan de geschiedenis van de ideologie veel aandacht besteed heeft. Met een beetje werk had het boek meer kunnen bevatten dan prachtige grondstoffen voor verdere studie.

Gezagsgetrouw

De brieven ondertussen zijn prachtig, en vaak zo goed geschreven, in al hun innerlijke tegenspraak. Sprekend is bijvoorbeeld deze passage van een vrouw die niet voorgelicht was en wie veel ellende te wachten stond toen ze eenmaal trouwde: ‘Toen leerde ik mijn man kennen met 21 jaar, maar je wist van niets (stom). Van die menstruatie wist ik niets anders dan dat je er ellendig van was. Ik vroeg Pa als wij 's morgens naar de mis van 7 uur gingen: “Pa, wat is een kraamvrouw?” Hij zei: “Sufferd, dat is een vrouw op de markt achter zo'n kraam.”’

Prachtig is ook de observatie van de vrouw die haar moeder veel gezagsgetrouwer vond dan haar grootmoeder: ‘Ik herinner me mijn grootmoeder, intelligent en geestelijk stabiel. Ze regeerde haar gezin met een vanzelfsprekendheid alsof het gewoon was. Haar katholiek-zijn was zover ik het weet heel persoonlijk, zonder angst.’ Kwam het van die flinke moeder of van een kerk die, veel meer dan in de negentiende eeuw, begon te penetreren in het gezin: ‘Vreemd genoeg was mijn moeder (1905) in denken en doen minder vrij en onafhankelijk levend dan haar moeder. Haar leven is voor een groot deel bepaald door het begin van haar huwelijksleven en de problemen daaraan verbonden. Voorlichting heeft zij, als de meeste vrouwen van haar tijd, niet gehad. Zo werd de huwelijkspraktijk voor haar vanaf het begin een last. Direct zwanger en de eerste - dat was ik - een zevenmaands kind, met alle geklets daaraanverbonden. Ondanks dat ieder jaar een kind, tot juli 1945. Een zwangerschap in de hongerwinter en een bevalling die haar bijna het leven kostte. Daarna was haar leven tellen, steeds angst, iedere maand weer, tot haar dood op 51-jarige leeftijd. Het was inmiddels 1965. Voor haar is de seksuele omgang een zwaar kruis geweest.’

Wie het niet van huis uit kent, zal niet geloven hoe ongelooflijk ver de pastoor en de pater in het gezinsleven doordrongen; alleen fascisten en communisten konden ze op dat punt nog wat leren. Alles was geregeld: wanneer je periodieke onthouding mocht toepassen (daar had je verlof voor nodig), wanneer het weer tijd werd voor een kind, maar ook hoe vaak de verloofde van de oudste dochter komen mocht, waar hij moest overnachten en met wie de kinderen konden omgaan. De pil is in die extreme bemoeienis, die buiten Nederland behalve in sommige bourgeoismilieus in Frankrijk en Italië nergens zo bestond, het breekijzer geweest. De generatie vrouwen, van 50 tot 90 jaar, die in dit boek schrijft, heeft twee heiligen. De ene is dr. Trimbos. De andere bisschop Bekkers. Dank zij de televisie kwamen die in de huiskamer met de boodschap dat het niet nodig was: zo veel kinderen. En dat de pil mócht. Ze moesten voor dat duo maar eens een gezellig tweepersoonsstandbeeld oprichten. Wie dat overdreven vindt, onthoudt maar het volgende citaat uit een brief in dit boek: ‘Geboren in 1922 en streng katholiek opgevoed heb ik dus negen kinderen waarvan er nog acht in leven, op de wereld gezet. Niet van harte, maar ja, alles was zonde, dus het moest.’

■


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over 'Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te krijgen'


auteurs

  • Tessel Pollmann