Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.67 MB)

ebook (33.69 MB)

XML (7.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989

(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

‘Ik zag dat het gelijk aan hun kant was’
De koel-observerende ogen van Jacob Vredenbregt

De deftige kolonie en andere verhalen door Jacob Vredenbregt Uitgever Nijgh & Van Ditmar, 148 p., f 28,90
Aan het einde van de middag door Jacob Vredenbregt Uitgever Nijgh & Van Ditmar, 176 p., f 29,90
De opstand door M. Jacob Uitgever Nijgh & Van Ditmar, 147 p., f 28,90

Rudi Wester

Als ex-koloniaal soldaat, ex-planter en hoogleraar antropologie aan de Universiteit van Jakarta, leerde Jacob Vredenbregt (62) Indonesië wel zeer van binnenuit kennen. Van Vredenbregt, die publiceerde onder het pseudoniem ‘M. Jacob’, herdrukte uitgeverij Nijgh & Van Ditmar kort geleden de verhalenbundel De deftige kolonie en de roman Aan het einde van de middag. Ze werden door de schrijver - ditmaal onder eigen naam - aangevuld met nieuwe hoofdstukken en een epiloog. Vredenbregt, die als ‘honorair consul’ de belangen van de Leidse universiteit in Indonesië behartigt, was even in Nederland. Rudi Wester had een gesprek met hem, en bespreekt de herziene uitgaven van zijn boeken.

‘O god nee, ik zou geen Multatuli kunnen of willen worden. Dat is helemaal geen taak voor mij, ik blijf heel dicht bij de grond. Ik zie altijd mensen die een roeping hebben, van die wereldhervormers, met heel veel scepsis aan. Ik denk altijd dat onze invloed op het bestel van hoogstens atomistische aard is.’ Jacob Vredenbregt lacht een bulderende lach. Laconiek, en met een relativerend vermogen waarmee hij zelf nogal ingenomen lijkt, stapte hij tot nu toe redelijk onopgemerkt de Nederlandse literatuur binnen.

Allereerst met Aan het einde van de middag, onlangs opnieuw uitgegeven met vier hoofdstukken eraan toegevoegd. Het bevat herinneringen aan de tijd dat Vredenbergt als bemiddelaar optrad in arbeidsconflicten tussen de (hoofdzakelijk Nederlandse) planters en de Indonesische arbeiders, voor het eerst verenigd in vakbonden met een scherpe cao. Tussen 1950 en 1956 heeft hij bij zo'n dertien ondernemingen de geschillen beslecht. Het is een in veel opzichten komisch verhaal, waarin evenwel de beschrijvende elementen de overhand hebben op de literaire. De spanningsboog, die een roman toch moet hebben, ontbreekt nog wel eens. Maar het is een levendig, met veel gevoel voor verhouding getekend beeld van een periode waarover nog weinig auteurs bericht hebben. Vredenbregt: ‘Het was natuurlijk vooral ook een heel bijzondere psychologische situatie. Voor het eerst in de geschiedenis kwamen Nederlandse kolonialen in een Indonesische machtssituatie terecht. Opeens zaten duizenden Nederlanders in een land waar Indonesiërs de baas waren. Dat is schitterend, om daarover te schrijven. In het begin liep het nog wel, de eerste vertegenwoordigers van de vakbonden waren de oude hoofdmandoers die het klappen van de zweep wel kenden. Maar de communisten zaten niet stil, ze lieten zich overal op ondernemingen plaatsen. En toen moesten de administrateurs, die zich nog nooit aan welke cao dan ook gehouden hadden, opeens een minimumloon betalen, overwerk, sociale voorzieningen, en dat ook nog met terugwerkende kracht. De arbeiders zagen iets wat ze nog nooit gezien hadden, namelijk dat ze a. als gelijken met Europese planters konden omgaan en b. dat ze ook nog in geschillen konden winnen. Ik moest bemiddelen tussen eisen die terecht en die onterecht waren. De meeste waren wel terecht.’ Hij kijkt met veel plezier toch, op deze periode terug. Met veel nostalgie ook. In een nawoord schrijft hij dat hij later nog eens is teruggegaan: ‘Maar, zo realiseerde ik mij, het waren voorbije tijden. De onderneming van vroeger bestond niet meer.’

Bevrijders

Een heel andere achtergrond heeft de roman De opstand. Hier wil soldaat Gerrit Vermeer, een nauwelijks verhuld portret van Vredenbregt zelf, zijn verhaal vertellen, en niet dat van de generaals. Over de ‘opstand’ waarheen hij als onnozel Nederlands militair in 1945 gestuurd was. ‘Op de kade,’ laat Vredenbregt zijn alter ego Vermeer noteren ‘werden ze toegesproken door een admiraal. Die vertelde hun waarom het ging. Geen oorlog, nee, het was helemaal geen oorlog, het was een opstand en de opstandelingen waren wreed en onderdrukten het volk aan de evenaar. Zij kwamen derhalve als bevrijders! Dat moesten ze goed begrijpen, zei de admiraal.’



illustratie
Jacob Vredenbregt
hans van den bogaard


Het woord Indonesië komt in de roman niet voor, maar het is duidelijk waar het zich afspeelt. Soldaat Gerrit Vermeer wordt het, als hij krijgsgevangen is gemaakt, steeds duidelijker aan welke kant eigenlijk het gelijk ligt. Vredenbregt noemt De opstand ‘faction’, eigen ervaringen die in literaire vorm gegoten zijn. Daarin is hij gedeeltelijk geslaagd, soldaat Vredenbregt kiert aan alle kanten door soldaat Vermeer heen. Maar ook dit boek is geschreven vanuit een niet-alledaagse optiek die verrassende effecten oplevert. Naïef-romantisch soms (Vredenbregt: ‘Evenals bij de Nederlanders, zat ook bij de Indonesische jongeren een “wish for new experience”. Ik zal ze nooit vergeten, met die lange haren en rode hoofddoeken, in prachtige uniformen die ze zelf versierd hadden’), laconiek en niet blijk gevend van enige angst. Dat kan toch niet? Vredenbregt: ‘Het is de waarheid. Ik heb gedurende al die tijd dat ik militair was, nooit één schot gelost. Op wie? Je zag de vijand toch niet? Er werd patrouille gelopen en dan gooide men maar weer eens een mortier. Maar als infanterist met een geweer ga je pas schieten als je iemand ziet op wie je moet schieten. En die zag je niet. De meerderheid van de Nederlanders zag ze ook niet, daarvan ben ik overtuigd.’

Begin november 1946 viel hij in een hinderlaag, hij was de enige overlevende van de vier. De rest van de tijd verbleef hij in ziekenhuizen en gevangenissen, als een van de weinige Nederlandse krijgsgevangenen van de jonge republikeinen, de opstandelingen: ‘Ik werd heel prettig behandeld. Niet altijd natuurlijk, want je was toch een gevangene. Maar na enkele maanden was ik “gewonnen” voor hun zaak, ik zag dat het gelijk aan hun kant was. Ik heb niet overwogen om over te lopen, nee. Om te zeggen dat de oplossing lag in het omdraaien van het geweer naar de kant waar je vandaan kwam, vond ik volstrekt onjuist. Ik heb er ook wel voor moeten betalen. Tijdens de eerste politionele actie, werd ik in Djokjakarta in de gevangenis gestopt waar ik niet meer uitgekomen ben tot mijn uitwisseling.’ Geen wraakgevoelens heeft hij eraan overgehouden, integendeel. Alleen een groot verlangen naar die wereld waar de mensen ‘streefden naar een harmonie met de omgeving waarin ze leefden.’

Pijlstaartvlinders

Na 1968 is hij er nooit meer weggegaan. Van de liefde voor de bijzondere mensen die hij er ontmoette, van zijn koel-observerende blik zonder enige verwondering over welke menselijke buitensporigheid dan ook - van corrupte begrafenisondernemers tot de porseleinhandelaar die zijn eten laat voorproeven door katten - getuigen zijn verhalen, gebundeld in De deftige kolonie. Er zitten juweeltjes tussen. Zoals dat over kapitein Zorokrates die door visiterende douaniers toevallig ‘schoon’ bevonden wordt: ‘Geen groter vreugde voor een smokkelaar dan douanebezoek wanneer zijn schip leeg is.’ Of over een schipbreuk op de Java-zee, het eerste verhaal dat Vredenbregt ooit schreef en voortgekomen uit zijn gedrevenheid de bijzondere ervaring van zes dagen en vijf nachten rondzwalken in levensgevaar op papier te zetten. Zijn verhalen kenmerken zich door een verrassende, vaak geheimzinnige frappe aan het eind. Hij schrijft ze op alle mogelijke plaatsen: in vliegtuigen, op hotelkamers, tijdens het lange wachten op zijn reizen. Soms twee in een maand, soms ook maandenlang niets. Buiten zijn activiteiten als art collector van porselein, zijn obsessie de metamorfose van pop tot vlinder van de sfingidae, pijlstaartachtige nachtvlinders, te fotograferen en zijn wetenschappelijk-antropologisch werk, is nu vooral schrijven het belangrijkste. Waarbij het oog van de antropoloog voor bijzondere mensentypes zich nooit verloochent. Vredenbregt: ‘Ik ben geïnteresseerd in mensen die iets meer van het leven maken dan het alledaagse. Die zich het leven niet laten opdringen. Dat trekt mij, daar heb ik zelf ook altijd naar gestreefd.’

■


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over De deftige kolonie en andere verhalen

  • over Aan het einde van de middag

  • over De opstand (onder ps. M. Jacob)


auteurs

  • Rudi Wester

  • beeld van Jacob Vredenbregt