Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.67 MB)

ebook (33.69 MB)

XML (7.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989

(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Het draait allemaal om de romantische impuls
Jonge dichters wikken het woord niet meer

Openbaringen Zeventien jonge dichters over het cruciale gedicht Inleiding: Chris Keulemans Uitgever Stichting Perdu, 95 p., f 15,-
Ja! naakt als de stenen door K. Michel Uitgever Meulenhoff, 58 p., f 29,50
De Messiaanse kust door Pieter Boskma Uitgever In de Knipscheer, 95 p., f 29,50
Het comfort van een vertrouwde minnaar door Meindert Inderwisch Uitgever Contact, 39 p., f 24,90

Rob Schouten

Waar het door komt is niet direct duidelijk, maar er zijn opeens veel meer jonge dichters aan het woord dan voorheen. Of liever gezegd, ze treden, collectief haast, makkelijker en minder bescheiden uit de schaduw. Dat het huidige informatie-universum als reactie meer poëzie en andere niet op nut gerichte teksten oproept, zal wel moeilijk te bewijzen zijn. Wellicht kunnen we de verklaring beter zoeken in het gunstige poëzieklimaat van de laatste tien jaar, blijkend uit de brede aandacht voor festivals als Poetry International, of de Nacht van de Poëzie, het optreden van buitenlandse dichters en vooral de ware stortvloed van vertalingen uit de meest uiteenlopende windrichtingen. De dichtkunst is in de openbaarheid getreden, en nu zien we daar opeens de vruchten van. De markt raakt bijna verstopt van de debuten en mogelijke talenten. De tijd van kuis gepriegel in schriftjes, het inwachten van de afwijzende uitgeversbriefjes lijkt voorbij.

Of dat ook het einde inluidt van de oude garde is zeer twijfelachtig. Ondanks alle recente bezwaren dat ze te hermetisch, wereldvreemd en verstild zou zijn heeft de, inmiddels bijna vorige, generatie een heel belangrijk stempel op de literaire geschiedenis gedrukt. Drukken we kwaliteit uit in termen van precisie, concentratie en diepte dan ligt misschien wel de meest vruchtbare periode van deze eeuw achter ons, of we het nu hebben over het werk van Kouwenaar of dat van Komrij. Maar de nieuwe dichters zijn anders, ze reageren direct op het volle leven, kijken neer op elke vorm van estheticisme, wikken en wegen het woord niet meer tot het er beurs van ziet. Kortom, het is er spontaner, misschien wel authentieker op geworden. Als er ooit een echte neoromantiek moet aanbreken, dan lijkt het nu de tijd ervoor. Alles is Sturm und Drang.

Symptoom voor dat nieuwe elan, het negeren van de bescheiden schulp, is een boekje als Openbaringen, zeventien jonge dichters over het cruciale gedicht. Namen die het merendeel van de lezers weinig zullen zeggen (ik noem ze maar allemaal: Ida Boelhouwer, Jaap Boots, Maarten Doorman, Elma van Haren, René Huigen, Hans Kloos, Jan Kostwinder, K. Michel, Judith Mok, Ineke van Mourik, Marc Reugebrink, Renée van Riessen, Frank Starik, Rogi Wieg, Tineke Zaadnoordijk, B. Zwaal, Joost Zwagerman) spreken zich uit over het belangrijke gedicht in hun ‘carrière’, of het belang van poëzie in het algemeen. Poëtica's van dichters die in het algemeen nog nauwelijks een poëzie hebben, kan het voortvarender? Uitnodiger Chris Keulemans schrijft in zijn inleiding dat zijn verzoek om het cruciale gedicht een beetje onzin was: er zou natuurlijk niet maar één gedicht, of zelfs maar iets van papier zijn dat een dichter aan het schrijven zet. Hij beschouwde zijn uitnodiging meer als een provocatie, een oproep tot willekeur, vindingrijkheid en verzet. maar dan kwam hij bedrogen uit. De meeste jonge dichters hier komen juist braaf wél met een belangrijk gedicht of dichter aanzetten, de alles in gang zettende ervaring en openbaring van andermans werk. En ook als ze het niet doen, wordt het woord Poëzie toch steeds met een vette hoofdletter geschreven. De heilige reuk daarvan schijnt dus weinig te zijn afgenomen, al snuift men haar misschien anders op dan vroeger. Opvallend is dat die cruciale ervaring er veelal een van zintuigelijke aard is, bij geen van de zeventien las ik iets over een rationele gewaarwording: de bliksem sloeg in, men ging voor de bijl enzovoort. Misschien zou je juist van zo'n zelfbewuste generatie iets anders hebben verwacht, iets dat meer met de omringende wereld en maatschappij dan met het lezen van een gedicht te maken had. Enfin, het zij zo.

Overigens verschillen de poëtica's, behalve op het punt van de romantische impuls, aanzienlijk van elkaar. Elma van Haren bijvoorbeeld lijkt wel met alles dat poëzie heet weg te lopen. K. Michel meldt, als ware hem gevraagd een motto voor een dichterlijke toogdag te verzorgen: ‘Schrijven om deuren te openen, toegang te krijgen, toegang tot die wereld waarin, om een pygmeeënlied te citeren, alles leeft, alles springt en alles woordeloos luid is.’ Zwagerman hoeft niet zo nodig de leverancier van ‘goed in elkaar stekende, verzorgde en aan alle kanten verantwoorde poëzie te zijn’ - we wisten het al - en Rogi Wieg heeft zich niet plotseling bekeerd van zijn empfindsame pad en schrijft, ietwat femelend: ‘meer dank ben ik verschuldigd aan de wolken, aan de lange slingerende rivieren, aan het blauwe scherpe licht van een namiddag, en aan een meisje dat ik lief heb.’ Opvallend veel buitenlandse dichters (Drummond, Pessoa, Russen, Japanners) blijken de jonge dichters te inspireren. Dat wijst er inderdaad op dat de op gang gekomen stroom van vertalingen inmiddels effect sorteert.

Niet zozeer om het gehalte van de uitspraken, alswel om het fenomeen van de zich, soms bijna prenataal uitsprekende debutant vormt deze verzameling een interessant document.

Terug naar de natuur

Een van de deelnemers, K. Michel, debuteerde onlangs met de titel Ja! naakt als de stenen. Een andere deelnemer uit de zeventien liep weg met een van de gedichten daaruit, dat als volgt begint: ‘Grote rivier! Draai om!/ Stroom terug naar de bergen/ Vertrouw het laagland, de steden niet. / Hier regeren boze krachten / Hier wordt iedere bocht recht gesneden.’ Toch niet terug naarde natuur? Enigszins wel. Ook op andere momenten bekent Michel zich tegenstander van rationalisme, beschaafde wereld en logisch denken. Gaat het ene gedicht ‘Jeugdherinneringen’ over een kind dat de grote-mensenwereld niet begrijpt, in het andere, ‘In de academie’ wordt verteld hoe het verstand de wereld niet langer spiegelt, maar de inspiratie gezocht moet worden in het onfilosofische hier en nu: ‘de waarheid is hier’ (interessant detail: Michel studeerde filosofie - dan krijg je dat)

Ja! Naakt als de stenen is een wonderlijke titel. Substantieel lijkt ze iets streng en glads aan te bevelen, maar de exclamatie maakt het juist nogal vrolijk en dynamisch. Dynamisch is Michels romantische poëzie zeker. Er wordt druk gereisd, afgerekend met oude waarden, en het stikt van de aanbevelingen: ‘Hou op met rekenen / Pak je valies / laat de melancholie, het huis / je agenda, de kat, de schulden achter.’ Verder grossiert hij in kreten als ‘hopla’ of nonsens in de trant van ‘snottebellen margarine taart’. Wat je er verder ook van mag vinden, deze poëzie leeft en ademt beslist. Het is me alleen soms wat te makkelijk geschreven, niet door het gebrek aan dubbele bodems, maar omdat per saldo meer het karakter van de bundel of het temperament van de dichter je bijblijft dan een werkelijk onontkoombare regel of onuitwisbaar fragment, laat staan een heel gedicht.

Een niet helemaal eerlijk bezwaar zou ook de slagschaduw van andere, grote antirationalistische dichters, zoals Pessoa, kunnen zijn. Hun invloed lijkt onloochenbaar, maar als ik dan bij Michel regels lees als ‘het is niet je innerlijk / dat je hoort’, klinkt het me toch net niet authentiek in de oren. Aan de andere kant zijn zulke titanendichters invloeden die wel heel moeilijk vallen te evenaren, en de bevrijding die ze (in vertaling) voor de Nederlandse poëzie betekenen, is op zichzelf alleen maar welkom.



illustratie
K. Michel




illustratie
Pieter Boskma
hapé smeele




illustratie
Meindert Inderwisch


Het is met Michels poëzie tenslotte een beetje als met die van zijn geestverwant Arjen Duinker. Niet altijd kun je hem serieus nemen, hij lijkt soms ook maar een loopje met dichterlijke hebbelijkheden te nemen, met name als hij erg kosmisch-expressionistisch wordt en de gangbare wereld dreigt te verlaten. Maar juist die dubbelzinnigheid van de stormachtige gevoelens, soms opgetild door een ‘hopla’ dan weer door chargering gerelativeerd, typeert deze nieuwe romantiek. Niet de, soms dodelijke ironie van vorige neoromantici maar de hachelijke en soms vanzelf belachelijke expansiedrift, het pathetische dat ook vrolijk tracht te blijven, zorgt ervoor dat Ja! naakt als de stenen allerminst quantité négligeable is. Als het moet, gok ik wat betreft de toekomst van de door Maximalen en andere poëzieverbeteraars ingezette klimaatwijziging, op dit soort poëzie, waaruit tenslotte een heel voorbeeld.

 
Een gevaarlijke onderneming
 
je dromen echt te maken
 
 
 
Wie weet
 
wat er uit de hoed komt
 
 
 
Misschien wel een wortel
 
of een rode haring
 
 
 
een derde been of een diepe zucht
 
een albino auto ongeluk
 
of een gouden geraamte
 
 
 
Vaya!
 
er zit niets anders op
 
 
 
Nietwaar, princesa!

Gel-gebruikers

Ook Pieter Boskma is een associé van de nieuwe richting, maar in zijn tweede bundel De Messiaanse kust is hij veel pathetischer en ongebreidelder dan Michel. Zijn gedichten lijken ook veel dichter bij de oorspronkelijke gevoelens te verblijven, of wellicht zijn de gevoelens heviger. Hier is iemand aan het woord die verloren ronddoolt: ‘een god te zijn / zonder een moeder, vader geen messias ik / ben gespeend door het verdwalen en het naderende einde. / angst waartegen alles rust.’ Die angst van iemand die zich elders rekent tot de ‘douchegeneratie, ordelijke gel-gebruikers’ uit zich in de eerste plaats in een tomeloze, ietwat vermoeiende woorden- en beeldenstroom, die sterk door het surrealisme lijkt beïinvloed, die gevaarlijke raadgever aan beginnende dichters.

Bij Boskma is alles hevig en kleurrijk. Hij laat zich, bepaald willozer dan Michel, nogal eens meeslepen door de dictaten van zijn invallen. Net zomin als hij zelf geconcentreerd bezig is, lijkt hij dat van zijn lezers te verwachten. Het is een eendimensionale rusteloosheid betreffende zowat alle mogelijke menselijk emoties en evenementen. Heel wat verzen uit deze veel te dikke bundel zou ik terzijde hebben geschoven omdat er regels in staan als ‘het knarsen van verroeste / uithangborden met “gesloten”, / stoof als een sirene / door het uitgebeten licht.’ Daartegenover staat een handjevol gedichten die geheel of gedeeltelijk overeind blijven. Mooi bijvoorbeeld is deze regel: ‘Ik kwam aan de verstoorde grenzen van het onaanvaardbare / en legde er een mens te zonnen op de platte steden.’ Misschien klinkt zoiets wel goed omdat, in tegenstelling met veel andere regels, het grootse en overweldigende op een anekdotische manier wordt gepresenteerd (een procédé dat vaak werkt). Ook het gedicht ‘In doorschijnend nachtgewaad’ mag er wezen. Een lijst van buurmannen met diverse lawaaierige bezigheden wordt besloten door die ene buurvrouw die het telefoonnummer van de dichter draait. Te lang om te citeren, maar het geeft precies de omstandigheid van veel dichters weer: gestoord door de wereld, hunkerend naar de beloofde aanbidster. Een wensdroom.

Zonder commentaar citeer ik dan maar het eerste gedicht ‘Over de goedheid’:

 
Ik zal u nog eens wat anders vertellen: ik ben een mens
 
ik spreek over de goedheid als een zeshonderdjarig beest
 
Dat geen weet van temmen heeft
 
Maar toch zich voorneemt op te staan als de wekker gaat.
 
Ik heb daarop lang gewacht: de hele nacht formeerde ik
 
De uren van herinnering om voor mijn tijd te leven.
 
‘Ja, dááág!’ sprak een vriend en viel luidop in slaap.
 
Ik beschouwde dat als een kompliment, heb over hem gewaakt
 
En ben niet aan het werk gegaan.
 
Ik ben een mens, de rest is naam.

Gedempte passie

Tja, en dan Meindert Inderwisch. Dat is me een sensibel geval. Zijn bundel Het comfort van de vertrouwde minnaar, al geen spectaculaire titel, geeft unverfroren liefdespoëzie, vol heimwee, verliefdheid, verlangen, wanhoop en gedempte passie. Het offeren aan twee tradities, die van het sonnet en die van het interpunctieloze vers, geven al zo'n beetje aan wat hij beoogt: bedwongen oeverloosheid. Ook bij Inderwisch wordt de rationele ervaring uitverkocht, of liever gezegd, wat wij voor verstand aanzien komt volgens deze dichter uiteindelijk altijd neer op stemming: ‘het oog van de stem-

Vervolg op pagina 4


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Ja! Naakt als de stenen

  • over De messiaanse kust

  • over Het comfort van een vertrouwde minnaar


auteurs

  • Rob Schouten

  • over Chris Keulemans

  • beeld van K. Michel

  • beeld van Pieter Boskma

  • beeld van Meindert Inderwisch