Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.67 MB)

ebook (33.69 MB)

XML (7.46 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989

(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Toekomst voor interpretatie
De stand van zaken in de literatuurwetenschap

De achtervolging voortgezet Onder redactie van W.F.G. Breekveldt e.a. Uitgever Bert Bakker, 418 p., f 59,50
Filosofie van de algemene literatuurwetenschap door M.B. van Buuren Uitgever Martinus Nijhoff, 140 p., f 23,50

Jacques Kruithof

De bundel ‘opstellen over moderne letterkunde’ De achtervolging voortgezet is een huldeblijk voor VU-hoogleraar Margaretha H. Schenkeveld, een ‘toegewijde professionele lezeres’ volgens de inleiding van haar collega Strengholt, haar aangeboden ter gelegenheid van haar emeritaat.

De bundel bestaat uit bijdragen van al even professionele lezers, vakgenoten die bekwaam hun licht laten schijnen op onderwerpen die uiteenlopen van Wolff en Deken tot Gerrit Krol; daartussenin verschijnen Jacob Geel, Verwey, Gorter, Jacob Israel de Haan, Leopold, Nescio en Lucebert ten tonele. In totaal zijn het eenentwintig stukken, verdeeld over drie afdelingen: over het ‘literaire leven’, over de relaties tussen teksten (het verschijnsel dat tegenwoordig ‘intertextualiteit’ heet), en over stromingen.

In die laatste rubriek staat een opstel dat eruit springt: een beschouwing van Elrud Ibsch over het postmodernisme. Een actueel onderwerp dat hier een helderder behandeling krijgt dan ik tot nog toe elders ben tegengekomen. Mevrouw Ibsch laat zien hoe het modernisme ‘rationeel-reflecterend’ te werk ging, en het postmodernisme kiest voor een ‘mimetische’ werkwijze: de opbouw van een afwijkende wereld waarin andere wetten gelden. De voorbeelden lopen van Jorge Luis Borges, als een schrijver ‘op het breukvlak’, tot een kleine keuze uit de eigentijdse Nederlandse literatuur: werk van Vogelaar, Ferron, Brakman, Nooteboom en weer Krol. Aan de hand van (triviale) genres die ‘herschreven’ worden, zoals de detective en de streekroman, laat Elrud Ibsch het postmodernistische karakter van deze boeken uitkomen.

Wat ik er vooral in op prijs stel, is dat de schrijfster geen gemakkelijke tegenstelling tussen de beide stromingen construeert, maar beklemtoont dat zij veel gemeenschappelijks hebben, wat zij ‘de problematisering van de epistemologische positie’ noemt (alle menselijke kennis is onzeker, betekent dat). Het postmodernisme is een ‘radicalisering’ van het voorafgaande modernisme of, zou ik zeggen, de naoorlogse voortzetting van het modernisme met andere middelen. Ik zou ook benadrukt hebben dat de postmodernisten voor heel wat van de literaire middelen die zij gebruiken, schatplichtig zijn aan de romantiek en in het bijzonder aan de groteske. Maar goed, het gaat om een ‘noodgedwongen beknopt en niet meer dan verkennend onderzoek’ - al zeggen ze dat er in haar vak altijd bij.

Ik wil de lezer geen rad voor ogen draaien; Elrud Ibsch bedient zich van het wetenschappelijke idioom dat indertijd een debat over ‘het raadsel der onleesbaarheid’ heeft uitgelokt. Toch: wie de moeite neemt om daar ‘doorheen’ te lezen, doet zichzelf een paar denkbeelden cadeau die de moeite waard zijn. Mij heeft het stuk in elk geval op het idee gebracht, een verhaal over een compact-discuswerper te gaan schrijven.

En passant noemt Elrud Ibsch de beoefenaren van literatuur (schrijvers, lezers, critici) ‘deelnemers’ aan het literaire leven, en de wetenschappelijke onderzoekers de ‘waarnemers’ ervan. De achtervolging voortgezet is in eerste instantie voor die waarnemers samengesteld, maar vele deelnemers zullen er iets van hun gading kunnen vinden. Per slot van rekening zijn zij elkanders naasten.

Bruikbare summa

Diezelfde deelnemers hebben weinig te zoeken in de overzichtsstudie Filosofie van de literatuurwetenschap die Maarten van Buuren, thans gestreng aangeduid als dr. M.B. van Buuren, heeft bijgedragen aan een omvangrijke ‘Serie Wetenschapsfilosofie’. Het boek heeft zeker kwaliteiten: Van Buuren gebruikt bijvoorbeeld niet enkel de afgezaagde voorbeelden uit zijn vakgebied, zoals het gedicht Fadensonnen van Raul Celan, ooit voorwerp van een miserabel ‘receptie’-onderzoek, of Les Chats van Baudelaire, waarop Jakobson, Lévi-Strauss en Riffaterre eens hun vernuft hebben losgelaten.

Hij kiest, en op weloverwogen plaatsen, voorbeelden van eigen vinding die met Lucebert te maken hebben, of met de film Amadeus, en met Una giornata particolare, zodat hij bij mij al helemaal geen kwaad meer kan. Toch gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat dit uitdrukkelijk een boek voor de waarnemers is, speciaal voor letterenstudenten. Het boek is een bruikbare ‘summa’ van het literatuurwetenschappelijk bedrijf op het ogenblik, waarvan het ook nog de geschiedenis schrijft, zodat de deelnemers die willen weten wat ze op de universiteiten allemaal uitspoken, er een goede keuze mee doen. Van Buuren doet alles helder uit de doeken, en lijkt weinig bevattelijk voor capriolen in de metataal die zoveel pennen in beweging heeft gebracht.

De beide studies laten eens te meer zien dat deelnemers en waarnemers niet als kat en hond hoeven samen te leven, en dat ze dat vooral in de literatuurgeschiedenis tenminste in een gezamenlijk huis kunnen doen. Naar het zich laat aanzien, is er ook weer toekomst voor de interpretatie; dat is wel eens anders geweest - en dat is precies het gebied waarop waarnemen en deelnemen niet zulke strikt gescheiden houdingen meer zijn.

■


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Filosofie van de algemene literatuurwetenschap


auteurs

  • Jacques Kruithof

  • over W.F.G. Breekveldt