Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990 (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.08 MB)

ebook (24.65 MB)

XML (4.67 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het sprankelt van geest en geestigheid
Brieven van Multatuli 1879-1880

Multatuli. Volledig werk XX Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880 bezorgd door H. van den Bergh en B. Dongelmans Uitgever Van Oorschot 605 p., f 65,-

Atte Jongstra

Douwes Dekkers vaderschap is in de Multatuli-literatuur een oude twistappel. Had de grote schrijver (dat erkende iedereen) Multatuli een sociale schaduwzijde, of was hij zowel in letteren als in leven een lichtend voorbeeld? Multatuli's Volledig Werk XX. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880 biedt op zijn minst materiaal om de omstreden wrok van Edu jegens zijn vader te begrijpen, al is de ontwikkeling van Multatuli's inktzwarte Edubeeld ook wel te volgen. Er is in Den Haag een jongen ontvoerd, een afpersingsbrief ontvangen en daarop wordt het lijk van het slachtoffer in de duinen aangetroffen. Multatuli neemt onmiddellijk aan dat zijn dan zesentwintigjarige - volgens hem ‘gevaarlijk gekke’ - zoon Edu de dader is. Als hij de in verschillende kranten afgedrukte dreigbrief onder ogen krijgt is hij helemaal zeker van zijn zaak: hij meent er - overigens onbegrijpelijkerwijs: bezorgers H. van den Bergh en B. Dongelmans drukten het gewraakte briefje naast een echt briefje van Edu af - Edu's hand in te herkennen. Multatuli reist onmiddellijk af naar Den Haag om zijn zoon aan te geven. Er is volgens hem ‘iets italiaansch’ in de zaak, en dat kan alleen maar van Edu afkomstig zijn. Werkelijk Italiaans is het alibi van Edu: hij is op het cruciale tijdstip op bezoek bij zijn zuster Nonnie in Padua.

Hans van den Bergh verklaart Multatuli's opmerkelijke stap uit ‘een haast pathologische vrees voor een onheilstijding met betrekking tot Edu’. ‘Haast’ lijkt zwak uitgedrukt, maar ik geloof dat het om iets anders draait. Multatuli beschouwde Edu na alle verwikkelingen rond het (in de pers veelgesmade) vertrek van Tine in 1869 naar Italië als een gevaarlijke tegenstander, iemand die hem in diskrediet bracht. Ook in deel XX vinden we vele passages waarin Multatuli laat zien hoeveel belang hij hecht aan het Multatuli-beeld in kranten en tijdschriften. Hij beschouwt zichzelf als personificatie van de Waarheid, en op die Waarheid mogen geen smetten komen. Dat Tine, sterk aangemoedigd door Edu, definitief naar Italië afreisde, had Multatuli diep geraakt. Een deel van de fictie die Douwes Dekker ook in het dagelijkse leven tot Multatuli maakte (het onvergankelijke verbond tussen de strijder tegen het onrecht en de edelvrouwe Tine) boette - door wat hij noemt ‘italiaansche laster’ - in aan geloofwaardigheid, zijn roeping werd erdoor gefrustreerd. Misschien is die Italië-tic van Multatuli er ook de oorzaak van dat we hem zich in dit deel XX tegen het huwelijk van dochter Nonnie met de (bemiddelde) Francesco Basani zien verzetten. Het desondanks daarop volgende huwelijk ziet Multatuli als definitieve breuk met zijn tweede kind.

Hypochondrie

Meer vreugde beleeft Multatuli aan zijn Duitse pleegkind Woutertje. In deel XX vinden we er vele, vertederende bewijzen van. Relatief veel aandacht ook besteedt Multatuli aan de letterkunde. Multatuli houdt er hier en daar merkwaardige voorkeuren op na. Zo roemt hij het proza van de volstrekt vergeten Gerard Valette als het beste van zijn tijd, terwijl hij Dante ‘een ellendige, geesteloze en kinderachtige rijmelaar’ vindt, maar dat is dan ook een Italiaan. Bosboom Toussaint vindt hij verder ‘misselijk’. Allard Pierson een ‘krankzinnig waarheidszoeker’, Vosmaers Amazone ‘doet hem zeer’. Van Zola kent hij alleen Nana: ‘Geheel in overeenstemming met de natuur had de dichter haar moeten laten sterven aan vuiligheid van anderen oorsprong dan het bezoeken van een ziek kind. Nana had aanspraak op syphilitische verrotting voor haar dood.’

In de jaren 1879-1880 lijkt Multatuli op te leven. Hij is nog wel kortademig, maar de astma neemt een minder centrale plaats in zijn bestaan in. Hypochondrische aanleg toont Multatuli nog steeds, getuige de verrukkelijke briefpassages over onderhuidse zwellingen rond zijn linkertepel, klaarblijkelijk ontstoken talgkliertjes, door de patiënt zelf even voor steenpuisten versleten, maar zeer spoedig groeit er in Multatuli's voorstelling een ernstige borstkanker. Kleine ongemakken als kiespijn en een zware arm hinderen hem soms bij het brievenschrijven, de dood is nog steeds een welverdiende rust om naar uit te zien, maar op veel plaatsen is Multatuli toch bijna onherkenbaar vrolijk. Van een lezingentournee die elke schrijver volkomen zou uitputten, lijkt hij juist op te knappen. Geroutineerd organiseert hij zijn reizen kriskras door Nederland, doet hier en daar inkopen (driehonderd sigaren in Leeuwarden bijvoorbeeld), laat zich door slechte verbindingen niet uit het veld slaan en huurt in Zeeland zelfs voor zich alleen een sleepboot om maar op tijd te zijn bij een volgende toespraak (het levert hem in een satirisch tijdschrift een vergelijking op met Vernes wereldreiziger Phileas Phogg). De toon van zijn vele brieven aan Mimi en vrienden wordt steeds opgewekter, het sprankelt van geest en geestigheid, méér dan de jaren daarvoor. En dat wil heel wat zeggen, want zijn correspondentie in de jaren tot 1879 maakten hem al tot de grootste briefschrijver die Nederland ooit heeft gekend.

■


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Volledige werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880


auteurs

  • Atte Jongstra