Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990 (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.08 MB)

ebook (24.65 MB)

XML (4.67 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Zwijgen, in alle talen behalve betalen
Achterbergs brieven: het raadsel wordt alleen maar groter

Briefwisseling met zijn uitgevers door Gerrit Achterberg Bezorgd door R.L.K. Fokkema en Joost van der Vleuten Uitgever Querido, 2 delen, 282 en 228 p., f 90,-

Jacques Kruithof

In de jaren kort na de dood van Gerrit Achterberg (1962) zagen zijn weduwe en vrienden zich genoodzaakt, geruchten en ‘onthullingen’ over diens verleden te bestrijden door beperkt opening van zaken te geven. Hoewel dit verleden nog lang als bijzaak behandeld werd, en slechts met de grootste discretie aangestipt, bijvoorbeeld in de bundel essays Nieuw kommentaar op Achterberg (1966), kwam langzaam de weg vrij voor biografisch onderzoek.

Martien J.G. de Jong heeft daar met een paar essays toe bijgedragen, Wim Hazeu wierp zich, onder meer in VN, als biograaf op, verklaarde het ‘taboe’ op Achterbergs levensverhaal voor vervallen en voegde, met het volste recht overigens, nog heel wat onverkwikkelijks toe aan wat reeds algemeen bekend was. Zo bekend dat tegenwoordig haast iedere middelbare scholier weet te vertellen dat ‘Achterberg zijn hospita vermoord heeft’; helaas is dat gewoonlijk ook het enige. Het is trouwens niet helemaal juist.

Het is wel een extreem voorbeeld van wat R.L.K. Fokkema op het oog had toen hij voor de catalogus van het Letterkundig Musuem ('t Is vol van schatten hier, 1986) schreef: de ‘accentuering van het autobiografisch moment in de gedichten is kortzichtig, omdat ze blind is voor de metafysische implicaties van Achterbergs thema, omdat ze aan de literaire traditie voorbij ziet, en omdat ze een algemeen ervaren menselijk tekort ontkent’.

Dezelfde auteur treedt nu, en niet voor het eerst, op als bezorger van een brievenuitgave: samen met Joost van der Vleuten nam hij de teksten en toelichting voor zijn rekening van Achterbergs correspondentie met zijn uitgevers van 1939 tot 1950. Na de doodslag op zijn hospita en (volgens Hazeu) minnares is Achterberg ‘ter beschikking’ gesteld, hij verblijft jarenlang in psychiatrische inrichtingen, de Duitse bezetting bemoeilijkt het contact met de buitenwereld eens te meer, de literatuur raakt gaandeweg op clandestiene uitgaven aangewezen, ook Achterbergs correspondenten zijn niet vrij in hun doen en laten. De behandeling - waarvan overigens noch de biografie, noch de verzameling brieven een duidelijk beeld geeft - leidt er allengs toe dat Achterberg in gezinsverpleging wordt geplaatst; na de oorlog treedt hij met zijn jeugdliefde in het huwelijk en vindt de nodige inkomsten om betrekkelijk zelfstandig te leven: alsof er niets gebeurd was.



illustratie
Gerrit Achterberg




illustratie
De ouders Achterberg met hun acht kinderen, herfst 1934. Gerrit derde van links.




illustratie
Jan Vermeulen


Het streven om zijn misstap te verheimelijken, liefst uit te wissen, blijkt in dit deel Briefwisseling uit instructies als: ‘spreek alleen goed over mij’, of: stuur alle recensies, maar plak allen de goede in het album voor de psychiater. Daarvoor is uiteraard een zekere vertrouwelijkheid nodig, een heel merkwaardige trouwens: de correspondent moet alles weten én over alles zwijgen (‘in alle talen behalve betalen,’ schrijft Achterberg meer dan eens - het is eerder wrang dan geestig bedoeld).

Onevenwichtig

Met drie van de zes uitgevers die in deze uitgave aan bod komen, onderhield Achterberg geen vriendschappelijke betrekkingen. De contacten met Van Dishoeck en Stols waren, voor zover uit de briefwisseling op te maken valt, strikt formeel, de relatie met Balkema was van voorbijgaande aard. Des te meer voelde de dichter zich in die jaren verbonden met Jan Vermeulen, zijn steun en toeverlaat, die in zijn zelfopoffering zo ver ging dat hij voor de bewonderde Achterberg een roman wilde schrijven: vanwege de verkoopbaarheid vlasten de uitgevers daarop. Later verkoelde de vriendschap, of misschien beter: ze loste op in het zwijgen dat Achterberg van node had, en ook zelf om zich heen creëerde. Bert Bakker vervolgens werd een vriend voor het leven; de bloemlezing Voorbij de laatste stad die hij in zijn Ooievaar-reeks uitgaf en waarvan hij tienduizenden exemplaren verkocht, heeft veel voor Achterbergs reputatie gedaan, zoals men van tijd tot tijd nog in overlijdensadvertenties kan merken.

Zo ongelijksoortig als de verhoudingen van de dichter met het zestal uitgevers waren, zo onevenwichtig is ook deze Briefwisseling: louter zakelijke briefjes over verkoopcijfers, honorarium, presentexemplaren staan tussen veel persoonlijker en belangwekkender teksten. Daar moet ik meteen bij zeggen dat geen van de briefschrijvers van een buitengewoon epistolair talent getuigt, Achterberg zelf al helemaal niet, en dat maar één tekst eruit springt: daarin poogt de zesde uitgever, de schrijver A. Marja, iets troostrijks te zeggen over de dood van Achterbergs onlangs geboren kind.

De editie van Fokkema en zijn collega lijkt me voortreffelijk: helder door een beperking van de onvermijdelijke correctietekens, afdoende in de broodnodige annotaties, precies in de verantwoording van keuze en periode. Wat niet wegneemt dat men zich kan afvragen waarom voor deze presentatie van Achterbergs briefwisseling gekozen is: een en ander in de beperkte openbaarheid van de Achterberg-kroniek, de correspondentie met Gerrit Kamphuis, en nu deze in ‘officiële’ boekvorm. Zo'n publikatie bij stukjes en beetjes kan straks nog een heel gezoek opleveren. Heeft de uitgever een complete uitgave te duur bevonden? Te prestigieus, bij een zo gering blijkende aanleg voor het hartveroverende epistel? Waarom niet een keuze gemaakt uit werkelijk verhelderende, substantiële brieven van de dichter en zijn intimi - een blad voor de mond nemen hoeft immers niet meer?

Raadsel

Een eloquente briefschrijver bij uitstek uit de moderne Nederlandse literatuur, E. du Perron, heeft ooit eens geopperd dat er uit zijn correspondentie misschien een aardig boekdeel zou zijn samen te stellen - na lezing van de vele, te vele, delen die er van hem zijn verschenen, kan men hem enkel gelijk geven - of hem zijn literaire gelijk afstrijden omdat hij als de respectabele ‘vent’ die hij was, uit die overvloed wellicht beter te voorschijn komt dan uit welke selectie dan ook. Achterberg is in de verste verte zijn gelijke niet - als briefschrijver, wel te verstaan - en op zijn dichterschap werpt dit moeizame proza niet of nauwelijks nieuw licht. Deels komt dat door de vreemde gang van zaken: eerst een biografie (die overigens weinig meer is dan een aan elkaar gelijmde stapel systeemkaarten), dan pas de bronnenpublikatie, deels doordat tussen leven en poëzie bij Achterberg - daarin had Fokkema gelijk - geen duidelijke vervlechting bestaat.

Vanzelfsprekend zijn er allerlei nog onduidelijke verbindingen tussen werk en biografie: veel meer, en veel ingewikkelder dan documenten, levensbeschrijving en psychiatrie vooreerst kunnen ophelderen. De Briefwisseling maakt het raadsel alleen maar groter: nooit gaat het over het verleden (dat geheim gehouden wordt), telkens gaat het over de toekomst (een leven alsof er niets gebeurd was), dikwijls lijkt de poëzie hoofdzakelijk een excuus: een waarachtig dichter houdt men namelijk niet achter slot en grendel voor iets bijkomstigs uit zijn leven. Dit is zo ongeveerde teneur van Hazeu's biografie (hij heeft al deze documenten kunnen raadplegen): Achterberg heeft zijn verleden, en daarmee zijn schuld, niet aflatend geloochend. Het is moeilijk, daartegen bezwaar aan te tekenen, eerder vervult het de lezer van biografie en brieven met zeer gemengde gevoelens.

Achterberg was op mijn veertiende mijn eerste literaire liefde, toen ik een paar gedichten van hem las in een schoolbloemlezing. Geen enkele publikatie kan uiteraard iets afdoen aan de ‘metafysische implikaties’ die mij en vele anderen ooit overrompeld hebben, aan de ‘traditie’ of aan het ‘menselijk tekort’ - maar tussen de dichter en de mens Gerrit Achterberg is de brug voorlopig nog niet geslagen. Dat heeft hij ongetwijfeld ook gewild.

Dit is natuurlijk geen kritiek op de bemoeienissen van beide tekstbezorgers. De lezer van deze meestentijds grootse en aldoor fascinerende dichter is alleen maar bij hun werkzaamheden gebaat, al was het maar omdat hij van deze documenten nooit genoeg krijgt, op zoek blijft naar de haken en ogen tussen leven en werk, en in de greep blijft van dit werk zelf, dat zo ongenaakbaar en autarkisch lijkt. Dat de kunstenaar moet lijden, wist hij reeds, nu volgt slechts de vraag: ten koste van wie anders dan zichzelf.

■


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Gerrit Achterberg. Briefwisseling met zijn uitgevers Bert Bakker, A.A. Balkema, C.A.J. van Dishoeck, A. Marja, A.A.M. Stols & Jan Vermeulen (2 delen)


auteurs

  • Jacques Kruithof

  • beeld van Gerrit Achterberg

  • beeld van Jan Vermeulen