Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990 (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990
Afbeelding van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990Toon afbeelding van titelpagina van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.08 MB)

ebook (24.65 MB)

XML (4.67 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

(1990)– [tijdschrift] Vrij Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Grote woorden, nooit tussen aanhalingstekens
Anna Blamans brieven aan Marie-Louise Doudart de la Grée en Alie Bosch

Dit tussen ons is geen eenzaam avontuur Brieven aan Marie-Louise Doudart de la Grée en Alie Bosch door Anna Blaman bezorgd door Aad Meinderts Uitgever Meulenhoff, 235 p., f 36,50

Nelleke Noordervliet

Het schrijven van brieven is van noodzaak een genre geworden, met alle gemaniëreerdheid van het oneigenlijke. Misschien is daarom de belangstelling voor het ‘echte’, verdwijnende cultuurgoed zo groot. Maar voor wie zijn leven nu niet en later niet over straat wil hebben, is de komst van de telefoon een zegen.

Van Ik schrijf het je grof-eerlijk, het eerste boek met brieven van Anna Blaman, was de titel in zoverre goed gekozen, dat het een staaltje is van Blamans stijl op z'n irritantst. De titel van het tweede brievenboek intrigeert meer: Dit tussen ons is geen eenzaam avontuur, brieven aan Marie-Louise Doudart de la Grée en aan Alie Bosch. Anna Blaman deed deze betekenisvolle mededeling aan Marie-Louise, indirect doelend op haar moeizame verhouding met Alie Bosch die zij tot literatuur had verheven in de omstreden roman Eenzaam avontuur.

Eind 1948 ontving Anna Blaman een geëxalteerde brief van een bewonderaarster, Marie-Louise Doudart de la Grée, zelf schrijfster. Ze kopieerde die voor Emmmy van Lokhorst met het commentaar: ‘Vind je het niet ongelooflijk zot?’ Maar Blamans nieuwsgierigheid won het van haar afkeer en ze schreef terug. En zodra ze foto's van Marie-Louise zag, werd ze verliefd. De verhouding duurde anderhalf jaar - met vallen en opstaan - maar Alie Bosch bleef het ideaal: ‘Verder, mijn lief, goed kind, ben jij de maatstaf waaraan ik ironisch de gevoelens van anderen (die beweren van me te houden) afmeet (...)’ (brief aan Alie Bosch van 11 januari 1950).

Dit tussen ons is geen eenzaam avontuur bevat drieëntachtig brieven van Anna Blaman aan Marie-Louise en twaalf aan Alie Bosch, wat het boek onevenwichtig maakt. Ondanks haar belofte Blamans brieven te retourneren heeft de la Grée alles bewaard. Meer dan deze twaalf brieven aan Alie Bosch is tot nu toe niet voor publikatie vrijgegeven. Maar het belang van beide vrouwen voor het leven van Anna Blaman is omgekeerd evenredig. De bezorger zou hebben kunnen overwegen de brieven aan Alie Bosch niet in dit door Marie-Louise gedomineerde boek op te nemen, maar zijn beslissing dat wel te doen is juist. De totaal andere toon ervan werpt een scherp licht op de verhouding met Marie-Louise. Eén ding heb ik niet begrepen en Aad Meinderts, die verder zo precies is in zijn annotaties, kan het probleem toch niet ontgaan zijn. In een brief van 7 november 1949 schrijft Anna: ‘Alie, antwoord nu eens zonder omwegen op het volgende: heb je nu niets en niets meer te maken met dat individu in R'dam? (Een dansleraar voor wie Alie Bosch Anna Blaman had verlaten - NN) Als je die doodverklaard hebt is er geen enkel beletsel meer om elkaar ook af en toe te ontmoeten.’ Dit wekt de suggestie alsof ze elkaar sinds die affaire niet meer hadden gezien. Maar uit de brieven aan Marie-Louise blijkt dat Anna in 1948 alweer bij Alie op bezoek ging of haar in Rotterdam ontving.

Bezworen

Alie Bosch, die sinds de opheffing van het incriminerende initiaal ‘Zuster B.’, waaronder ze jarenlang bekend stond als Blamans Noodlot, een menselijker figuur werd, was een zorgzame en moederlijke, niet erg erudiete - ‘Morgenochtend gaan we naar Verona om het graf van Julia te bekijken, weet je wel, van Julia en Romeo’ (Blaman aan Bosch) - maar ook tegenstrijdige en raadselachtige vrouw, die door Anna Blaman in verschillende romanfiguren werd bezworen.



illustratie
Anna Blaman en Marie-Louise Doudart, ca 1949
collectie letterkundig museum


Marie-Louise Doudart de la Grée was rijk, mooi, getrouwd en een ongeneeslijke allumeuse, die stormachtige verhoudingen aanging en van haar minnaressen absolute toewijding eiste. Ze schreef romans en verhalen, maar was volgens een ‘grof-eerlijke’ Anna in het geheel niet van haar niveau. ‘Ik heb je “naast me gezet” (ik word er misselijk van dat ik dat moet opschrijven), maar ik heb nooit begrepen dat je pas jezelf recht gedaan gevoeld had, als ik je dat had aangedaan in je kwaliteit van schrijfster. - Precies op een gebied zou jíj, tot eigen heil, een ruim en groot gevoel voor míj moeten hebben, en dat is in de schrijverij. Als jóúw instelling op míj niet genereuzer kan zijn, wordt het niets.’ Zo niets ontziend schreef ze aan het eind van hun verhouding, hoewel ze van het begin af besefte waar de breuklijn zou liggen: ‘Ergens in mijn achterhoofd blijf ik de geliefde toch zien als een lieflijk fenomeen dat ik ontmoet, en waar iets met ontmoeten begint, bestaat ook het afscheid’ (27 november 1948, in de eerste brief na hun persoonlijke ontmoeting).

In de tussenliggende periode doet ze veel pogingen de onverenigbaarheid van hun karakters te verzoenen zonder zichzelf te verliezen, iets wat bij voorbaat gedoemd lijkt om te mislukken. Het eenzaam avontuur met Alie en de subliemere overgave aan De Literatuur staan in de weg. Wat blijft is een erotisch spel van aantrekken en afstoten. ‘Ik leef diep geconcentreerd op je, en jij op mij, als ik bij je ben, toen jij bij me was. Mijn ziel schouwt onafgebroken ademloos op je toe, ik heb je steeds, steeds zeer bewust lief.’ ‘Van liefde doorstroomd was ik, en ben ik nog. Begerig grijpt mijn ziel die liefderoes aan, een voortdurende innerlijke zwijmel. Maar mijn bange verstand wil zich verzetten en zegt: pas op, pas op.’ Dat is de teneur van de hele correspondentie: gepassioneerde taal, die nu wat belachelijk klinkt, naast docerende, soms zelfs kleinerende fragmenten. ‘Je bent, lijkt me, volkomen feminien; misschien ligt jouw grote prestatie wel in een waarlijk grote liefde’ (7 november 1948). ‘Jij hebt in jouw wezen zo'n typisch vrouwelijke kant, dat die een kleine kant wordt’ (1 april 1949). Onthullend meisjesachtig zijn de onbeholpen tekeningetjes van Blaman, waarop vaak een naakte of halfnaakte, weelderige Marie-Louise herkenbaar is naast een magere maar geklede Blaman.

De scrupules die Aad Meinderts in zijn inleiding betoont, doen wat hypocriet aan, zeker als hij later zegt niet dankbaar genoeg te kunnen zijn voor het feit dat Doudart de la Grée haar deel van de correspondentie bewaarde. Het zijn dan wel liefdesbrieven waar anderen niets mee te maken hebben, zegt hij, maar omdat ze kunnen worden gezien als een commentaar op de thematiek van Eenzaam avontuur is het literairhistorische excuus gevonden. Zijn gelijk ligt nogal voor de hand: leven en werk zijn bij Blaman nauw verweven. De brieven waarin zij over haar overwonnen hartstocht voor Alie Bosch schrijft zijn het interessantst. Dat zijn er niet heel veel. Verder is het toch ‘Privé’ voor ‘ons soort mensen’. Wat daar op tegen is? Niets, behalve dat bij liefdesbrieven van anderen, ook al zijn ze soms, voor Blaman, op het speelse af, over het algemeen de verveling toeslaat, te meer als het er drieëntachtig zijn.

Ernst

Anna Blaman had een eigen en erkende plaats in het literaire leven van haar tijd. Ze is na haar dood in 1960 vrij snel bijgezet in het mausoleum van onaantastbare reputaties. Ze wordt gelezen, gewaardeerd, maar ik vraag me af of ze bewonderd wordt. Kun je gek zijn op Blaman? Haar lezen en herlezen? Citeren? Er is geen Blaman-kring, geen discussie meer over haar literaire opvattingen, of over haar werk. Ton Anbeek plaatst haar in zijn Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1885-1985 op één lijn met Reve en Hermans, niet om de invloed die ze heeft uitgeoefend maar vooral om het stof dat zij, net als haar collega's met De avonden en De tranen der acacia's, deed opwaaien met Eenzaam avontuur. Met haar opvattingen over kunst en de kunstenaar, sterk wortelend in het vooroorlogse, en de uitwerking van haar thematiek, is zij eerder de dagsluiter van een periode dan de heraut van het nieuwe. Voor een revival - zoals andere auteurs wel eens te beurt valt - mist zij gevoel voor humor en zelfspot. Ze schept geen afstand. Ze plaatst zichzelf en haar grote woorden nooit tussen aanhalingstekens. Ook in haar brieven niet, waar dat bij uitstek zou kunnen. De literatuur is voor haar een manier van leven, getuigenis. Het is mogelijk dat de eis van humor evenzeer een tijdgebonden verdedigingsmechanisme is tegen de chaos die blijft na het einde van de ideologie, als de onversneden ernst waarmee Blaman idealen onderzoekt. De brieven aan Marie-Louise en Alie veranderen weinig aan mijn visie op Blaman. Zij zijn geen commentaar op haar werk, maar een verlengstuk, zoals haar werk het verlengstuk van haar leven is. Wel laten ze zien hoe de persoonlijkheid van correspondenten bepaalde facetten in haar losmaakt: de erotische en de tedere, maar zij blijft in alles zichzelf: integer, ernstig, trouw aan een taak.

Jarenlang liep ik vrijwel dagelijks langs de De Vliegerstraat in Rotterdam op weg naar school. Ik zal haar zeker wel eens hebben gezien, misschien wel per ongeluk aangeraakt in het voorbijgaan, een lange, magere, bebrilde vrouw in een mantelpak. Een onoverbrugbare afstand tussen het katholieke kind en de schrijfster, wier werk op de Index stond. Die afstand is - om andere redenen - gebleven.

■


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Dit tussen ons is geen eenzaam avontuur. Brieven aan Marie-Louise Doudart de la Grée en aan Alie Bosch


auteurs

  • Nelleke Noordervliet

  • beeld van Anna Blaman

  • beeld van Marie-Louise Doudart de la Grée