Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Der vrouwen heimelykheid, dichtwerk der XIVe eeuw (1843)

Informatie terzijde

Titelpagina van Der vrouwen heimelykheid, dichtwerk der XIVe eeuw
Afbeelding van Der vrouwen heimelykheid, dichtwerk der XIVe eeuwToon afbeelding van titelpagina van Der vrouwen heimelykheid, dichtwerk der XIVe eeuw

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.34 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Editeur

Ph. Blommaert



Genre

poëzie

Subgenre

artesliteratuur
non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Der vrouwen heimelykheid, dichtwerk der XIVe eeuw

(1843)–Anoniem Vrouwen heimelijcheit, Der–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina I]
[p. I]

[Inleiding]

Dit werkjen, naer de latynsche verhandeling (secreta mulierum et virorum) van Albertus Magnus, die in de XIIIe eeuw leefde, opgesteld, doet ons de begrippen over de vroedkunde kennen, welke schier door gansch Europa gedurende de middeleeuwen waren verspreid. Onder vele gegronde gevoelens over de gezondheidsleer en de heimelykheden van man en vrouw, treft men valsche, ten dien tyde algemeen aengenomene bygeloovigheden aen, nopens den verdervelyken blik der oude en onvruchtbare vrouwenGa naar voetnoot1, den invloed der planeten, de teekenen des dierenriemsGa naar voetnoot2, en de kracht

[pagina II]
[p. II]

der maneGa naar voetnoot1, meest uit de alsdan erkende grondbeginselen der sterrekrachtkunde geput, welk men als grondslag der natuer- en geneeskunde aenzag.

De schryver van dit nederduitsch gedicht is niet gekend, en nergens in zyne versen staet zyn naem vermeld. Eenige byzonderheden over 's dichters leven treft men echter hier en daer aen, voornamenlyk ter plaets (van v. 642 tot v. 707), waer hy over zyne ongelukken op eene schilderachtige wyze spreekt.

Het handschrift (op papier in-12o), waernaer wy dit leerdicht uitgeven, behoort aen de bibliotheek der universiteit te Gent. Het was vroeger het eigendom van 't Augustyner-klooster te Dendermonde, wien het omtrent den jare 1682 gelaten werd door pater Petrus Legiers. Dit Hs. behelst, boven het gemelde dichtwerk, een dichtstuk op de Gelaeten Karakterkunde, eenige dichtregels op het Laetst-Avond-mael en een Raedsel, beloopende te samen tot 335 versen, welke wy ten jare 1841 opnamen, in het tweede deel (bl. 60) der Oudvlaemsche Gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Op het einde der gelaetkunde zyn eenige versen bygevoegd, waerin vermeld staet, dat hy (de dichter of de afschryver) dit ten ingane van april, in 't jaer Ons Heeren 1405 eindigde (of gedaen maekte). Dat dit op den afschryver

[pagina III]
[p. III]

ziet is te veronderstellen, daer het gedicht en de trant waerin het is opgesteld tot een ouder tydvak schynen te behooren.

Een tweede Hs. op papier (34 bl. in-8o) bezit de heer Dr Hoffmann Von Fallersleben (zie Horae Belgicae. T. 1, p. 120), die hetzelve opgeeft als in den nederrhynschen tongval geschreven; maer de versen, door hem medegedeeld, hebben weinig verschil met degene onzer uitgave, en bewyzen ten volle dat het ook in de echt nederlandsche sprake is behandeld; men oordeele naer de aengegevene vier versen:

 
Een lief joncvrouwe heeft mi ghebeden
 
In gherechter hovescheden,
 
Iet te dichtene dat oerber si,
 
Doer haren wille aennemics mi....

Een derde Hs. op perkament, tot dus ver niet wedergevonden, wordt door Sanderus opgegeven in de Bibl. Belgica Manuscripta. T. I, p. 286: ‘Liber, cui titulus, secreta mulierum, versibus rythmicis Teutonicis, in membrana, autoris anonymi, in-8o.’ Dit bevond zich ten jare 1639 in de boekzael van den heer van Niepe, Joannes Gislenus Bultel, te Ypre.

 

Ph. Blommaert.

voetnoot1
Zie v. 1527, 1555, 1570, 1593; zie ook v. 551.
voetnoot2
Zie v. 365 tot 570.
voetnoot1
Zie v. 531, 562.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken