Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De onnozele dievery.

 
Twee Knapen, die in kindsche dagen,
 
En ook in ryper levenstyd,
 
Elkandren menigwerf met ware blydschap zagen,
 
Terwyl het hart van d' een aan d' ander was gewyd,
[pagina 263]
[p. 263]
 
Ontmoetten eens op 's Heeren wegen
 
Elkaar op 't onverwagtst. De een zag 'er droevig uit:
 
De tweede maakte zich verlegen,
 
En sprak: ei! zeg me tog waaruit uw droefheid spruit.
 
Uw strak gelaat doet my ontstellen.
 
Gy moet u ergens over kwellen.
 
Myn beste vriend, verberg 't my niet.
 
Och! was het antwoord, och! wie troost me in myn verdriet?
 
Ik denk 'er nimmer om dan met bekreten wangen.
 
Och! blonde Kees, zoo lang het puikje van de Stad,
 
De beste Vrind, dien ik naast u in 't leven had,
 
Is gistren tot myn smart gehangen.
 
Gehangen, Klaas? zegt Jan, wat had hy dan gedaan?
 
ô! Sprak hy, weinig kwaads. 'k Zal u zyn misdaad zeggen.
 
Hy wandelde op den weg, en zag juist, onder 't gaan,
 
Een Paardentoom, reeds oud, voor zyne voeten leggen.
 
Hy neemt die beuzeling, en loopt 'er ras meê voort.
 
Wie van ons beiden zou 'er zwarigheid van maken?
 
Jan roept: wel Klaas! 'k heb nooit van zulk een wet gehoord.
 
Gy zegt my wonderlyke zaken.
 
Moest Kees ter galg, omdat de man
 
Iets ouds heeft opgeraapt? Wie kan dan veilig leven?
 
Klaas zwygt een oogenblik, en zegt vervolgens: Jan,
 
De Vent had anders niets misdreven,
 
't Is waarlyk hard geweest dat hy ter galge ging
 
Om zulk een slegte beuzeling.
 
De toom, dien de arme hals zoo eerlyk heeft gevonden,
 
Was met het eind slegts aan een Paardenhals gebonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken