Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verzoek van de maan aan Jupiter.

 
De Maan begaf zich naar Jupyn,
 
Om een beleefd verzoek op 't nedrigst voor te dragen:
 
Myne armoê, sprak ze, doet my klagen.
 
ô Jupiter, 'k moet naakt, 'k moet zonder kleeren zyn.
 
Is 't billyk dat ik, gantsch berooid,
 
En als een schooister, ongetooid,
 
Voor 't oog der waereld moet verschynen?
 
Heb ik geen kleed verdiend, daar ik het menschdom streel',
 
't Myn' invloed ryklyk mededeel,
 
En 't aklig duister van de nagten doe verdwynen?
 
Ei gun my dan myn' liefsten wensch:
 
Laat, laat een kleed myn naaktheid dekken:
 
Zoo groeit myn aanzien by den mensch;
 
Zoo zal ik meer ontzags verwekken.
 
Jupyn kon op die vreemde taal
 
Zich zelv' van lagchen niet bedwingen.
 
Hoe, sprak hy, zyt ge zot? wat 's dit weer voor gemaal?
 
Val my niet lastig met uw dwaze beuzelingen.
 
Leende ik aan uw verzoek het oor,
[pagina 286]
[p. 286]
 
Dan mogt ik wel voor oproer vrezen.
 
De snyders zouden haast, gas ik uw beê gehoor,
 
Bestormers van den Hemel wezen.
 
Daar 's niemand, die op myn bevel,
 
Een kleed voor u zal willen maken.
 
Men kan het ook niet doen: gy kunt 'er nooit aan raken,
 
Al gunde ik 't u zelfs nog zoo wel.
 
Denk slegts, ô Maan! hoe gy, voor 't oog der stervelingen,
 
Steeds bloot staat voor veranderingen.
 
Nu zyt gy klein, dan weder groot:
 
Gy toont u somtyds als een kloot;
 
Dan dik, dan dun, dan krom gewassen.
 
Wie maakt een kleed, dat u zal passen?
 
Elk, die iets wenscht, moet eerst bezien
 
Of 't geen hy wenscht wel kan geschiên.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken