Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft (1781-1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft
Afbeelding van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuftToon afbeelding van titelpagina van De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.89 MB)

Scans (30.33 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft

(1781-1782)–Anoniem Vrolyke zanggodinnen, of Mengelwerk van vernuft, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De gierigaart zonder voorbeeld.

 
Wat is de Gierigaart een gek,
 
In 't koestren van zyn vreemd gebrek!
 
Wat is het in zyn' aart van ander kwaad verscheiden,
[pagina 162]
[p. 162]
 
Waartoe zich 't menschdom laat verleiden!
 
Een, die wellustig is loopt schoone vrouwen na,
 
Om 't streelend minnezoet te smaken;
 
Dat is zyn ware doel; dat slaat hy telkens gaè.
 
Een dronkaart, wien de wyn ten hoogsten kan vermaken,
 
Vindt by de sles de zoetste rust.
 
Hy volgt zyn neiging in, verzadigt zynen lust,
 
En mag het geen hy wenscht genieten.
 
Maar hy, die gierig is, vindt, schoon hem geld en goed
 
Geschonken wordt in overvloed,
 
In 't allervolst genot, geen eind aan zyn verdrieten.
 
 
 
Wraakt iemand deze leer, een ander stemt met my.
 
Ik breng Horatius als myn getuige by.
 
Hy maalt Opimius als ryk en gierig tevens:
 
's Mans vrekke schraapzugt was te groot
 
Tot kooping van het daaglyksch brood.
 
Hy miste dag aan dag de nooddruft zelfs des levens.
 
Opimius werd door den honger aangetast,
 
Was bleek van flaauwte, en gaf geen tekens meer van leven.
 
Zyn erfgenaam geloofde vast
 
Dat hy den geest reeds had gegeven.
 
Die erfgenaam was in zyn schik,
 
En zamelde, in een oogenblik,
 
De sleutels van de kist en kassen by malkander.
 
Hy was dus Heer van 't goed: maar, tot zyn bitter kruis,
 
Was juist de Doctor nog in huis,
 
En die was d'Erfgenaam te schrander.
 
De Doctor was een vriend van hem,
 
Die thans geen menschelyke stem,
 
Hoe sterk, hoe schel van klank, kon hooren,
[pagina 163]
[p. 163]
 
Die met zyn zinnen zyn beweging had verloren.
 
Hy poogde, in zulk een' staat, zyn' vriend nog hulp te biên,
 
In hoop van hem hersteld te zien.
 
Hy (kan men zyne konst wel hoog genoeg verheffen?)
 
Bedagt een middel, dat een gierig mensch moest treffen,
 
En liet, aan 't hoofdeneind van 's kranken Ledikant,
 
Terstond een houten tafel stellen;
 
Daar was een zak met geld ten eersten by de hand:
 
Dit geld begon hy met een groot geraas te tellen:
 
's Scheen hem vry mooglyk toe dat deze klank, door 't oor,
 
De levensgeesten op zou wekken.
 
't Geluk begunstigt hem; de kranke krygt gehoor;
 
Hy roert zich, geeuwt, en zugt; hy kan zyn leden rekken.
 
De Doctor neemt terstond dit gunstig tydstip waar.
 
't Is (zegt hy) heden tyd om voor uw goed te waken.
 
Uw erfgenaam is hier: hy heeft reeds alles klaar,
 
Om zich bezitter van uw' gantschen schat te maken:
 
Hy sleept dien daadlyk in zyn nest.
 
De zieke kan, schoon flaauw, verstaanbre woorden uiten,
 
En vraagt: myn vriend, wat doe ik best
 
Om hem in dat bestaan te stuiten?
 
Zyn Arts geeft hem een goeden raad.
 
Uw kragt is uitgeput (zoo spreekt hy) gy moet eten.
 
Zie daar; neem deze spys: de konst is my vergeten
 
Zoo zulk een medicyn u niet ten eersten baat.
 
Maar kost het middel veel? mogt toen de Lyder vragen.
 
Het kost drie stuivers, was het antwoord dat hy kreeg.
 
Och! riep hy, daar hy weer gantsch magtloos neder zeeg;
 
Drie stuivers! zulk een som! ik kan zoo veel niet wagen.
 
't Is beter dat ik nu van honger sterf, myn Heer!
 
Dan dat ik langer leve, en al myn geld verteer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken